Periode | 1894 - 2016 |
Plaats productie | Heel Nederland |
Land | Nederland |
De hoge noor is afkomstig uit Noorwegen naar ontwerp van Carl Werner, Julius Werner, Harald Hagen en Axel Paulsen in 1886. Deze Noren stonden regelmatig in contact met elkaar om een snelle schaats te ontwikkelen waarmee men de internationale concurrentie kon aftroeven.
Waarschijnlijk is het ontwerp ook beïnvloed door de Amerikaanse Long Reach Lever Speed Skate, die in 1885 door J.A.Welpley uit Boston op de markt is gebracht. De Amerikaan G.D. Philips werd in 1885 amateurkampioen van zijn land in het hardrijden op de schaats op de Long Reach Lever Speed Skate. Tijdens internationale wedstrijden kwamen de verschillende nationaliteiten in aanraking met het gebruikte materiaal uit de verschillende landen. De eerste schaatsen die Axel Paulsen bereed hadden nog geen zeer lange schenkels, zodat het aannemelijk is dat de uiteindelijk hoge noor een compilatieontwerp is van verschillende in die tijd gebruikte modellen.
De Nederlandse hardrijders werden vanaf 1887 tijdens internationale wedstrijden geconfronteerd met tegenstanders op hoge noren, die daarmee veel overwinningen boekten. Na enkele jaren stapten de Nederlandse rijders over op de Noorse schaats, die ze kochten van Noorse fabrikanten. De Friese hardrijder Marten Kingma was zelfs enkele jaren verkoopagent van Noorse hoge noren in Nederland. Ook Nederlandse verkopers importeerden vanaf het einde van de jaren tachtig van de 19de eeuw Noorse schaatsen. In 1894 begint H.J.Gorter uit Zwolle als eerste schaatsenmaker in Nederland zelf Noorse schaatsen te maken. In Friesland volgt Ruiter in Akkrum en in Groningen trekt de Multiplexschaatsfabriek in 1897 zelfs de bekende Oslose schaatsenmaker Zacharias Eriksen aan voor de productie van Noorse schaatsen.
De fabrieken in Nederland konden evenwel de concurrentie niet aan, zodat de productie van metalen noren op een zeer laag pitje komt te staan. In 1922 ontwerpt de Amsterdammer Jacobus Haag een noor met verwisselbare ijzers voor hardrijden en kunstrijden. De voetsteunen of potten worden op een T-vormig ijzer geplaatst, waaronder de verschillende ijzers kunnen worden geschroefd. Hij vraagt hiervoor octrooi aan, dat in april 1924 wordt verleend. Of deze schaatsen ooit in productie zijn genomen is niet bekend. Het is goed mogelijk dat Jacobus Haag familie was van de gebroeders Lex en Han Haag die op 6 en 7 februari 1925 voor Nederland deelnamen aan de Europese kampioenschappen hardrijden in St. Moritz.
In 1929 kondigen de gebroeders Nooitgedagt in IJlst aan het komend seizoen met de productie van noren te beginnen, maar het komt er vervolgens niet van, mogelijk vanwege de plotseling ontstane economische crisis in de wereld.
Pas na 1945 geeft Jac.J.Lassche in Durgerdam een nieuwe aanzet tot de Nederlandse norenproductie door in een keldertje van zijn dijkwoning noren te maken. Voor de schenkels gebruikt hij oude zaagbladen en voor de voetplaten het blik afkomstig van ‘Welfare’ biscuitblikken, die met voedseldroppings in 1945 door Engelse en Amerikaanse vliegtuigen zijn afgeworpen. Na enkele jaren ontmoet hij J. Havekotte en samen beginnen ze de bekende Vikingschaatsen te maken in de Gerard Doustraat in Amsterdam.
De samenwerking duurt van februari 1948 tot mei 1952, maar de Vikingschaatsenfabriek is geboren. Pas rond 1955 legt de firma N.V. G.S. Ruiter als eerste Friese fabrikant zich toe op het maken van noren. In de jaren zestig volgen nog enkele Friese fabrikanten, met wisselend succes.
De Nederlandse noor werd aanvankelijk door de Nederlandse toprijders gemeden. Men was gewend aan noren van vaak Noorse makelij, met name de merken Vingen Ballangrud. Vooral de Ballangrudnoor genoot vertrouwen, misschien omdat de fabrikant, Ivar Ballangrud (1904-1969), vele malen Europees, Wereld- en Olympisch kampioen was. De successen van Ard en Keessie in de jaren zestig op Viking-noren betekenen de definitieve doorbraak van de Viking-fabriek, die ruim 20 jaar een toonaangevende rol blijft spelen.
Pas in de jaren tachtig en negentig van de 20ste eeuw verschijnen er nieuwe fabrikanten van noren in het land. Enerzijds stijgt de vraag naar schaatsen als gevolg van goede ijswinters in de jaren tachtig, anderzijds komen de nieuwe fabrikanten ook met technische vernieuwingen, waarmee tegemoet gekomen kan worden aan de eisen van de schaatser. De vernieuwingen hebben betrekking op de verbetering van de schoen (Floor Schrijver, Utrecht) en de mogelijkheid van het verstellen van de schoen op de schaats (Raps, Almelo).
De metalen noor is geheel gemaakt van een stalen schenkel, die in een buis wordt gelast. Op de buis worden potten geplaatst die de verbinding maken tussen de buis en de metalen voetsteunen. Vervolgens wordt de schoenzool aan de voetplaat geschroefd of geklonken. Een bijzondere constructie van de noor is in de jaren zeventig van de 20ste eeuw geleverd door schaatsenmaker Zweitse Planting in IJlst. Hij verving in feite de verbindende buis- en potconstructie door de toepassing van T-ijzers, waarop de schoen direct bevestigd kon worden. Zijn schaats werd door Nijdam in Akkrum op de markt gebracht onder de naam ‘Meteoor-NSA’.
Van Glis tot Klapschaats (Wiebe Blauw), 2001
Bert Lassche, 2021 (correctie met betrekking tot de samenwerking van Jac.J. Lassche en J. Havekotte)
Heeft u aanvullingen en/of wijzigingen in de op deze pagina geboden informatie? Of heeft u misschien foto’s of ander beeldmateriaal over dit onderwerp? Gebruik dan ons reactieformulier om ons uw informatie toe te sturen. We horen graag van u!
Informatie toesturenDo you have additions and/or changes to the information provided on this page? Or do you perhaps have photos or other images about this subject? Then use our response form to send us your information. We would like to hear from you!
Send information