Beschrijving |
Zo hoop 'k dat, langs wiens geest mijn verzen glijen, Alleen, in paren, of in lange rijen, Schomm'lend op maat en rijm van hollands staal, Dat hij de wind, die mij droeg, zelf hoort waaien, En 't fijne slieren en 't heerlijk brede zwaaien Voelt van zijn eigen stemming in mijn taal. Johan Andreas der Mouw Op 4 februari 1996 rijden tienduizenden enthousiaste schaatsers de overtocht Stavoren-Enkhuizen. Voor de meesten is het een unieke ervaring, voor enkelen is de tocht een tragedie. Deze heroïek en tragiek karakteriseren ook Op het ijs, een bloemlezing met verhalen en gedichten over dat ene oer-Hollandse wintersentiment. Verhalen over onvergetelijke tochten, waaronder natuurlijk de Elfstedentocht, over doorgaan en afzien, maar ook over het verstilde ijslandschap. Max Dohle, verwoed lezer en schaatser, zocht de verhalen en gedichten uit Op het ijs bijeen. Want tot zijn verbazing bleek er geen bloemlezing te bestaan over een van Nederlands populairste winteractiviteiten. Op het ijs bestrijkt alle facetten van liet schaatsen, en daarmee van het leven zelf: de dromen, de heroïek, de wraakzucht en de dood, maar vooral de hartstocht, want pas als het vriest, ontdooit Nederland! |