Beschrijving |
Op 13 januari 1849 begaven drie mannen uit Durgerdam zich op weg om te gaan vissen. Het waren Klaas Bording en zijn zoons Klaas en Jaap. Het was begonnen te dooien, maar de Zuiderzee was nog helemaal dichtgevroren. De mannen hakten bijten in het ijs en lieten hun netten in het water zakken. Er kwam heel veel vis in de netten terecht! Groot was de schrik toen de vissers merkten dat ze op een grote ijsschots ronddreven. De dooi had zich snel doorgezet. Er volgde een barre tocht van veertien dagen. Het weinige voedsel was spoedig opgegeten en de felle kou was ondraaglijk. Hoop en vrees wisselden elkaar af. Uiteindelijk verloren de drie mannen alle hoop op redding. Een waar gebeurd verhaal. |