Onderhoud van de schaats
Laagje vet en watervrije vaseline
Met de tegenwoordige kunstijsbanen kan men ieder jaar bijna zes maanden schaatsen. In vorige eeuwen werden schaatsen alleen gebruikt als er natuurijs lag. Het ene jaar kon er volop geschaatst worden, het andere jaar ontbrak het ijs geheel of was er slechts even de gelegenheid tot schaatsen. Dat betekende dat de schaatsen en met name de ijzers goed tegen roesten beschermd moesten worden. Het roesten van ijzer vindt plaats door een chemische verbinding van ijzermoleculen met zuurstofmoleculen uit water. Dat betekende dat de ijzers in de ‘rustperiode’ niet met water in aanraking mocht komen.
In de doorgaans kleine behuizingen werden de schaatsen in de zomer opgeborgen op zolders en schuren die niet verwarmd en vochtig waren. De ijzers werden daarom voorzien van een laagje vet of watervrije vaseline zodat vocht niet tot het ijzer kon doordringen. Vaak werden de schaatsen voor extra bescherming ook nog in kranten gewikkeld. Als er vervolgens weer geschaatst kon worden, werden de schaatsen eerst ‘uit het vet gehaald’. Voor gepolijste schaatsen dienden schaatsen met droog poetspoeder ingewreven te worden voordat ze weggelegd werden. Hiervoor was speciaal Hollandsch Poetspoeder in de handel.
Ook het leerwerk werd ingevet om het leer soepel te houden. Het hout werd meestal alleen goed droog gemaakt voordat de schaatsen naar zolder verdwenen.
Lees verder
Meer artikelen over Materiaal, constructie en montage