Modelontwikkeling in schaatsen op wapen De Raet
Inleiding
Auteur Niko Mulder
Het regentengeslacht De Raet voerde drie schaatsen in haar wapen en liet daarvan sporen na op zegels, zerken, tegels en andere kunst- of gebruiksvoorwerpen. We weten dat de schaats door de eeuwen heen vaak van model veranderde. Gold dat ook voor de schaatsen in het blazoen van deze aristocratische bestuurdersfamilie?
Een afgesplitste tak?
Als burgermeester of lid van de schepenbank waarmerkten diverse telgen van het geslacht De Raet oorkonden met hun zegel. Dat zegel bevatte hun wapen, hetzij een klimmende leeuw, hetzij drie schaatsen. Vermoedelijk hoorde de leeuw bij het oorspronkelijke wapen en nam naderhand een van de familie afgesplitste tak het wapen met de drie schaatsen in gebruik. Wanneer dat was, is slechts globaal vast te stellen.
Henricus de Raet zegelde als schepen (burgemeester) van Zaltbommel in 1461 met het wapen met de schaatsen (1). We weten niet of zijn voorouders dat ook al deden, evenmin hoever de ‘drie schaatsen’ teruggaan in de tijd. Het lijkt uitgesloten dat het wapen in de 13e eeuw al is afgesplitst. Zover was de schaats toen nog niet ontwikkeld en verbreid.
We kunnen slechts gissen waarom er uitgerekend schaatsen werden gekozen om het afgescheiden wapen mee te sieren. Rond 1400 nam het rijden op schoverlingen en schrikschoenen een grote vlucht. De reden hiervoor was vermoedelijk dat men de zijwaartse afzet had ontdekt, waardoor het vermaak sneller en stukken leuker werd. Kennelijk was de familie De Raet ook met het schaatsvirus behept geraakt.
Op de afbeelding is het wapen met de drie puntschaatsen duidelijk herkenbaar, al wijzen de punten verkeerd. Bron: Beeldbank Regionaal Archief Rivierenland
Puntschaatsen in de Sint-Maartenkerk
Als vooraanstaande ingezetenen van Zaltbommel lieten de leden van het geslacht De Raet zich begraven in de Sint-Maartenskerk. Enkele meters van de westelijke ingang liggen over de volle breedte van het middenschip vier zerken waarop het wapen met de schaatsen herkenbaar is uitgehouwen.
De zwaar beschadigde zerk met het gedeelde wapen van Jan Raet, burgemeester van Zaltbommel, en zijn vrouw Agnes van Heusden (familiewapen: een rad met zes spaken) is de oudste, althans als we er vanuit gaan dat Agnes al bij haar overlijden in 1498 in de kerk is begraven en het wapen toen is aangebracht. Jan overleed in 1523.
De schaatsen op de zerken van Hanrick die Raet (1506) en Claes Claesz Wolboocker (1535) zijn praktisch identiek aan die van Jan en Agnes. Ook hier zien we de schaatsen van bovenaf. Ze hebben een vrij korte, vooruitgestoken punt die één geheel vormt met de vioolvormige voetstapel. De indruk wordt gewekt dat de punt met hout was bekleed, al laat zich dat op kunstwerken altijd moeilijk beoordelen. Op de zerken uit 1506 en 1535 draait de punt enigszins schuin weg. Dit zal in werkelijkheid uiteraard niet het geval zijn geweest. De beeldhouwer wilde hiermee weergeven dat de punt geleidelijk omhoog liep.
Vloertegel
Ook de schaatsen op een plavuis uit de collectie van Museum Rotterdam (2) zijn qua vorm vrijwel gelijk aan die op de hierboven beschreven zerken uit dezelfde periode. Ook hier betreft het weer een gedeeld wapen, waarvan de vallende bladeren met steel vermoedelijk toebehoren aan de familie Van Henxtum, genaamd Van Delft. Geertruyd van Henxtum was de tweede vrouw van Elias de Raet, later in zijn leven burgemeester van Zaltbommel.
Elias en Geertruyd huwden in 1521 in ’s-Hertogenbosch en overleden respectievelijk in 1559 (3) en in 1573 (4). We kunnen de vloertegel dus dateren in het tweede kwart van de 16e eeuw.
Op de plavuis is afgebeeld het wapen van Elias de Raet en Geertruyd van Henxtum.
Afmetingen: 14 x 14 cm. Museum Rotterdam, inv.nr. 766
‘De Rijkste in die contreij’
In een notitieboekje uit 1653 worden Elias de Raadt en Geertruyd van Delft ‘voor de Rijkste in die contreij’ gehouden. Zij brachten beiden veel goederen in bij hun huwelijk en hebben daarna hun vermogen ‘door spaarsaemheit versamelt’.
Geertruyd werd in de wandeling ‘Raetmoeder’ genoemd ‘om haere meenigvuldige posteriteijt’ (nageslacht). Hoewel ze zes kinderen hadden, gaf het echtpaar hun dochter Anna in 1547 een bruidsschat mee van zesduizend gulden. Zo’n 345.000 euro in 2016!
Kortom, Elias en Geertruyd konden zich ongetwijfeld een vloertje met luxe designtegels veroorloven ...
Strikt genomen bestond het wapen Van Henxtum uit slechts één enkel vallend blad. Stellen de drie schaatsen en even zoveel bladeren wellicht hun drie zonen en drie dochters voor?
Puntschaats ouder dan gedacht?
De vroegst bekende afbeelding van een puntschaats staat afgebeeld op een houtsnede door Otgier Nachtegael in de Vita alme virginis Liidwine van Johannes Brugman uit 1498. Zoals hierboven vermeld, was dit het sterfjaar van Agnes van Heusden, vrouw van Jan de Raet, en werd het wapen met de schaatsen toen vermoedelijk voor het eerst uitgehouwen op een zerk. De puntschaats bestond op dat moment waarschijnlijk al wel wat langer; we houden hiervoor als referentiepunt het jaar 1475 aan.
Bij gebrek aan oudere zerken én aan scherpe zegels van de De Raets uit de 15e eeuw - het eerder vermelde zegel uit 1461 heb ik nog niet onder ogen gehad - kan vooralsnog niet worden vastgesteld of de puntschaats als model nóg verder teruggaat in de tijd.
Een ander wijdverbreid model uit de late middeleeuwen, de schaats met lange lage hals, als snavelschaats beschreven in Kouwe Drukte 37, komt op het wapen van De Raet niet voor.
Vanaf circa 1550 werden de halzen van schaatsen hoger en soms voorzien van een krul. Laten we eens kijken of het wapen De Raet aansloot bij deze ontwikkelingen.
Schaats met hoge houten hals
Agnees de Raet stierf in 1581. Haar zerk werd voorzien van het gedeelde wapen van haar vader en moeder: drie schaatsen en een hoorn (5).
We zagen ditzelfde wapen al op de zerk uit 1506, toen voorzien van puntschaatsen. Bij de grafsteen van Agnees werden met name de halzen van de schaatsen echter met meer detail gehouwen. We herkennen aan de bovenzijde de horizontaal teruggeslagen toon, waaruit we kunnen opmaken dat ze met hout waren bekleed. Het betreft hier dus geen puntschaats, maar het vroegste voorbeeld van een model met hoge houten hals. Het type zou lang meegaan en was in feite de voorloper van wat we later de Friese schaats zijn gaan noemen.
Vooral nadat Gelre in de 16e eeuw was opgegaan in de Republiek der Verenigde Nederlanden zwermden de nazaten van het Bommelse geslacht De Raet uit. Ze verwierven vaak invloedrijke posten in stadsbesturen, waardoor we hun wapenschild kunnen traceren. Zo maakte Johannes de Vouw in 1694 voor de Caart van de stad Rotterdam een gravure van het wapen van Dirck de Raad, lid van de vroedschap aldaar, met hetzelfde type schaats als uit 1581, al steekt de hals in dit geval iets boven de toon uit.
Krulschaatsen op fout wapen
Zestien jaar nog maar! Daar sta je dan met je rossige krullenbol te poseren voor niemand minder dan Antoon van Dyck. Dit portret van Marie de Raet, achterkleindochter van Elias en Geertruyd met hun heraldische plavuis, is meer dan levensgroot. Het werd gemaakt ter gelegenheid van haar huwelijk met Philippe le Roy, onwettige zoon van een rijke fabrikant uit Antwerpen. Poyer, buskruit, was hun waar.
Eindelijk heeft de familie De Raet een gezicht! Dankzij het forse formaat is ook het wapen in de rechterbovenhoek nog redelijk goed herkenbaar. Met daarop weliswaar de lang verwachte krulschaatsen, maar niet zo geplaatst als we gewend zijn. Dit keer staat de enkele schaats boven in plaats van onder. Heeft Van Dyck niet goed opgelet of liet hij de details over aan suffe assistenten?
Foutje rechtgezet, krul verdwenen
Tijdens zijn leven zou Philippe le Roy flink aan de weg timmeren. Hij was onder andere aalmoezenier en regent van het Maagdenhuis (weeshuis voor meisjes) in Antwerpen. Tijdens de grote verbouwing in 1635-1636 liet hij de beeldhouwer Huibrecht van den Eynde er een sculptuur maken van de heilige Maria met kind (6). Links op de achtergrond prijkt het wapen van Philippe’s eigen Marie in steen. Dit keer zijn de schaatsen wel goed geplaatst, al is er van een krul nauwelijks sprake meer.
Hoewel Marie 18 jaar jonger was dan haar echtgenoot, stierf ze eerder. Zij in 1662, Philippe op 84-jarige leeftijd pas in 1679.
In de kleine parochiekerk in Broechem, ten oosten van Antwerpen, liet hij een grafmonument bouwen voor zijn vrouw en hemzelf. Het is nu grotendeels ontmanteld, maar een memorieprent toont ons hoe het er ooit uit heeft gezien (7).
Bovenaan, naast het schilderij met Philippe en Marie, hangen hun beider wapens. Het gedeelde wapen rechts is voorzien van schaatsen met houten halzen en vrijwel zonder krul.
Tussenstand
Vooralsnog kunnen we vaststellen dat de schaatsen op het wapen De Raet aansloten bij de modelontwikkeling zoals we die kennen. In Kouwe Drukte 58 zullen we zien of dat zo blijft.
Voor de totstandkoming van dit artikel ben ik veel dank verschuldigd aan Peter van der Zalm. De door hem verzamelde informatie in het Wapenalbum van familiewapens Bommelerwaard en zijn kanttekeningen per e-mail bleken van grote waarde.
Bronvermelding
Dit artikel van Niko Mulder, begunstiger (lid) van de stichting De Poolster, is verschenen in Kouwe Drukte, jaargang 20 - nummer 57 - oktober 2016, bladzijden 25 t/m 30.
Bronnen ( ):
1. Peter van der Zalm – Wapenalbum van familiewapens Bommelerwaard,2007: raet/ 2357;
2. www.museumrotterdam.nl; inventarisnr. 766;
3. J.W. des Tombe – Het geslacht Schoock en aanverwante families, in: Navorscher 1906, p. 656; www.dbnl.org;
4. Ad W.M. Teulings; www.geni.com;
5. Peter van der Zalm – Wapenalbum van familiewapens Bommelerwaard,2007: raet/ 2359;
6. Informatie op wandbord in Maagdenhuis Museum, Antwerpen;
7. Stefan Crick - Philippe le Roy, heer van Broechem, Oelegem, Ravels en Eel (1596-1679) Deel 1, in: De Drie Goddelijke Deugden, december 2013’;
Idem – Het epitaaf van Philippe le Roy : grafzerkje.be, juli 2013;
Wikipedia en andere, vaak genealogische, websites
Lees verder
Meer artikelen over de Ontwikkeling van de schaats