Easy glider

Oorsprong

De Friese houten doorlopers hebben lange tijd na de introductie van de hoge noor blijvend hun dienst bewezen voor kinderen. De doorloper was een geschikte schaats om er de eerste beginselen van het schaatsen mee te leren. Wel had de doorloper – zoals iedere houten schaats – enkele nadelen. Het houtje was een kwetsbaar onderdeel.
Voor kinderen hadden de riemen en linten echter drie grote nadelen. In de eerste plaats is het voor kinderen moeilijk de linten strak aan te trekken en er een goede knoop of strik in te leggen. In de tweede plaats heeft het systeem van leertjes en riempjes het nadeel dat ze na verloop van tijd losser gaan zitten, vooral bij beginnende schaatsers die moeilijk recht op de ijzers kunnen blijven staan, zoals bij kinderen in het begin vaak het geval is. In de derde plaats is er het nadeel van het ‘doodbinden’ van de voet door de smalle riempjes en linten, waardoor koude voeten ontstaan.

De firma Zandstra in Joure heeft hiervoor omstreeks 1990 een geheel nieuwe schaats op de markt gebracht, de easyglider, die de hiervoor genoemde problemen van de doorloper goeddeels oplost. Door de toepassing van kunststof in plaats van hout, leer en linten is de easy glider een revolutionaire vooruitgang ten opzichte van de houten schaats en heeft hij de houten schaats in belangrijke mate van de markt verdrongen.

Omschrijving

De voetstapel van de easy glider is van nylonkunststof (plyamide) en is bijna twee keer zo breed als de vroegere houten voetstapel. Ook de binding is van kunststof en bestaat uit brede banden die bij het aantrekken ervan zelfsluitend is. De schenkel is laag en zit stevig in de stapel. Door de lage schenkel en de brede stapel is de schaats zeer geschikt voor beginnende schaatsers, die hierop beter in evenwicht blijven.

Bron

Van Glis tot Klapschaats, 2001