Periode | 1892 - 1920 |
Plaats productie | Friesland: de grotere Friese makers en Overijssel: H.J.Gorter in Zwolle |
Regio’s / plaatsen | Provincie Friesland, Provincie Overijssel, Zwolle |
Land | Nederland |
Op 16 en 17 februari 1887 vindt in Slikkerveer een internationale invitatiewedstrijd voor beroepsrijders plaats onder auspiciën van de IJsclub Kralingen en Omstreken. De Engelse hardrijders James Smart en George See zijn de overwinnaars.
Zij rijden op zogenaamde runnerskates, ook wel Goaheadschaatsen of Whittlesea-runners genoemd, een veel gebruikt schaatstype in het Engelse Fendistrict ten noordoosten van Londen. In de eerstvolgende winter wordt door Nederlandse verkopers geadverteerd met Go-aheadschaatsen van de firma Colquhoun & Cadman uit Sheffield. Deze schaats werd door de Engelse National Skating Association (NSA) als de officiële hardrijdschaats erkend. De NSA heeft een aantal Engelse schaatsenmakers toestemming gegeven, gebruik te maken van door de NSA geregistreerde merken, bestaande uit een ton en een vlag omgeven door de letters S en R, Standard Runningskate. Deze erkende Engelse fabrikanten brengen het NSA-merkteken naast hun eigen fabrieksmerk aan op de schenkel van de schaats.
Als in de loop van de jaren tachtig van de 19de eeuw Nederlandse schaatsenmakers zich realiseren dat er voor dit model in Nederland een markt is, begint een aantal van hen zelf de Goaheadschaats te produceren.
Wanneer en wie de Go-aheadschaats in Nederland voor het eerst op de markt heeft gebracht is niet precies bekend. In december 1887 biedt de verkoper F.A.L. de Gruyter uit de Leidsche Straat in Amsterdam uit Engeland geïmporteerde Go-aheadschaatsen aan. De firma T.F. Bastet uit de Kalverstraat in Amsterdam volgt in januari 1888. In februari 1888 verkoopt ook ijzerhandel J.M. Scheffer uit de Korte Hoogstraat in Rotterdam geïmporteerde Go-aheadschaatsen.
Waarschijnlijk is Hoekstra uit Warga de eerste schaatsenmaker in Nederland die zelf Go-aheadschaatsen maakt. Dat doet hij vanaf oktober 1892 (hij noemt ze Engelsche schaats). Ruiter uit Akkrum meldt dat hij in april 1895 Go-aheadschaatsen opstuurt naar een Amsterdamse tentoonstelling. Gorter uit Zwolle biedt in december 1896 Go-aheadschaatsen aan.
Het is een schaats met een onbeklede korte hals, die schuin omhoog steekt. De kale hals loopt iets breder uit dan de schenkel zelf. Opvallend is dat het ijzer zodanig in het houtje zit, dat de schenkel aan de voorkant lager ligt dan aan de achterkant van de schaats, waardoor de rijder de neiging krijgt voorover te vallen en dus wel vooruit moet (go-ahead). De voetstapel is iets getailleerd, maar aanzienlijk minder dan de gebruikelijke krulschaatsen.
Het glijgedeelte van de schenkel aan de voorzijde is dikker dan aan de achterzijde waardoor de schaatser in voorovergebogen houding minder diep in het ijs snijdt.
Van Glis tot Klapschaats (Wiebe Blauw), 2001
Bij Oorsprong 4e en 5e alinea toegevoegd door Wiebe Blauw, 2018
Heeft u aanvullingen en/of wijzigingen in de op deze pagina geboden informatie? Of heeft u misschien foto’s of ander beeldmateriaal over dit onderwerp? Gebruik dan ons reactieformulier om ons uw informatie toe te sturen. We horen graag van u!
Informatie toesturenDo you have additions and/or changes to the information provided on this page? Or do you perhaps have photos or other images about this subject? Then use our response form to send us your information. We would like to hear from you!
Send information