De Tolhûster Elfstedentocht van 1929
Georganiseerd door drie cafébazen uit Leeuwarden
Auteur Ron Couwenhoven
De winter van 1929 was nog lang niet afgelopen nadat Karst Leemburg op 12 februari als winnaar van de Elfstedentocht werd gehuldigd. Heel wat Friezen reden op eigen gelegenheid langs de elf steden van Friesland. Al snel verschenen er berichten dat er op 20 februari vanuit Sneek een Elfstedentocht zou worden gehouden. Er meldden zich veertig liefhebbers aan, maar uiteindelijk gingen er maar vier van start. Toen de heren in het holst van de nacht hun neuzen buiten de deur staken werden ze geconfronteerd met strenge vorst: - 12 graden Celsius. Dat was voor 36 man voldoende om snel weer onder de dekens te kruipen. Het kwartet dat de kou trotseerde vertrok om kwart over vijf 's ochtends richting Leeuwarden en eindigde 's avonds om 8 uur 40 weer in Sneek.
De complete lijst van de 'wilde' rijders ziet er als volgt uit:
20 februari G.C. Blom Sneek 15 uur 25 minuten
20 februari P.I. Zaman Sneek id.
20 februari H. Bunkamp Sneek id.
20 februari J. de Boer Sneek id.
20 februari K.P. Bootsma Roodhuis bij Oosterend 14 uur 10 min.
20 februari P. Bootsma Roodhuis bij Oosterend id.
20 februari H.P. Bootsma Roodhuis bij Oosterend id.
20 februari K.A. Bootsma Roodhuis bij Oosterend id.
20 februari J. Altenberg Roodhuis bij Oosterend id.
23 februari J.H. Krul Warns 14 uur 5 min.
23 februari H.P. de Vries IJsz Warns id.
23 februari S.A. Zeldenrust Warns id.
23 februari Hendrik Prins Warns id.
23 februari Hijlke Prins Warns id.
23 februari P.H. de Vries Warns id.
23 februari A.T. Demmer Warns id.
23 februari A.H. Stegenga Warns id.
23 februari R.S. de Boer Bakhuizen id.
23 februari baron van Heeckeren
van Kell Rhederoor 16 uur 10 min.
24 februari Jelle Swierstra Poppingawier 13 uur
24 februari Hessel Swierstra Poppingawier id.
Hendrik en Hijlke Prins uit Warns waren zonen van boer S.T. Prins en hun vader had op 24 december 1890 de tocht ook gereden. Ze konden dus niet achterblijven na alle sterke verhalen die ze van hem hadden gehoord.
Baron van Heeckeren van Kell zou in 1933 terugkeren in de officiële Elfstedentocht en deze ook uitrijden. Zestig jaar later was hij present bij een reünie in het Schaatsmuseum in Hindeloopen waar hij vertelde: 'Ik moest van mijn vader schaatsen. Als kleine jongen werd ik door onze butler op de rug genomen en met de schaatsen onder naar de bevroren kasteelgracht gebracht. Daar moest ik me maar zien te redden. Dus het schaatsenrijden werd mij met de paplepel ingegoten.'
Een alternatieve route
De mannen zetten met hun wilde tochten de toon en dat leidde eind februari 1929 tot een nieuwe actie van drie cafébazen uit Leeuwarden. Wopke Brouwers van het Oud Tolhuis aan de Bonkefaert in Leeuwarden schreef voor donderdag 28 februari een Elfstedentocht uit met zijn collega's Ype Schaaf van het Oranje Bierhuis en Klaas Kooistra van café Marktzicht. Start-en finish werden bij het Oud Tolhuis gehouden, waardoor deze toch bekend werd als de Tolhûster Elfstedentocht. Er schreven 53 rijders in, maar bij de start waren er 49 aanwezig. Ook deze laatste dag van februari was het 's nachts bijzonder koud: - 10,8 graden Celsius. Overdag werd het een stuk milder. De temperatuur liep toen op tot iets boven het vriespunt.
Het parkoers was anders dan de route van 8 februari. Er werd eerst naar Dokkum gereden, maar niet over de Ee. Bij Oudkerk werd al afgeslagen richting Rinsumageest en vervolgens naar Dokkum. Na terugkeer in Leeuwarden werd de zuidelijke route van de Elfstedentocht opgezocht, maar dat ging via Froskepollen, Hempens, Warga, Grouw, Irnsum, Oude Schouw bij Akkrum, via Terhorne en het Sneekermeer naar Sneek. Daar kwam men op de traditionele route via IJlst naar Sloten en de andere steden.
Maar controle was er niet op deze route. De volgende post was pas in Sneek in café Bokma. Het is zeer de vraag of alle deelnemers de aangekondigde route wel reden. In elk geval beweerden Sipke Castelein, IJpe Smid en Albert van der Hem altijd dat zij via de Zwette naar Sneek waren gereden en dat was een kilometers kortere afstand.
De rijders werden voorzien van een startkaart die om 5.45 uur in het Oud Tolhuis voor het eerst werd afgetekend.
Zaterdag 2 maart schaatsten nog eens twee Friezen langs de Elfsteden. Het waren:
2 maart W. Santema Scharnegoutum 12 uur 30 min.
2 maart F. Bloemhof Schernegoutum id.
Zij waren de laatsten die in deze lange winter een tocht langs de elf steden volbrachten.
De deelnemers
Onder de deelnemers waren sterke rijders, maar ze waren nog totaal onbekend. Maar Sipke Castelein uit Wartena en IJpe Smid werden vier jaar later bekende rijders. Castelein zelfs voor de eeuwigheid doordat samen met Abe de Vries uit Dronrijp als eerste over de finish bij de Oldehove kwam in de echte Elfstedentocht. IJpe Smid werd derde nadat hij meer dan 100 kilometer op kop had gereden.
Minder bekend werd Stoffel van der Zee, maar ook hij speelde zijn rol in de Elfstedentocht. Dat deed de zeventienjarige Sneker al op 12 februari toen hij het Slotermeer op ging en vandaar met koploper Karst Leemburg naar Leeuwarden reed. 'We hadden veel wind tegen. En die was niet misselijk. Ik heb de wind een beetje voor hem gebroken op het Slotermeer, maar ook tussen Sneek en Leeuwarden. Leemburg reed steeds in de luwte tot de steenfabriek bij Leeuwarden. Toen zei hij: 'Nu kan ik het wel alleen.'
Van der Zee woonde later zeer lang in Westzaan in de Zaanstreek, waar hij als architect furore maakte en zijn laatste levensjaren op bizarre wijze in een woonschip woonde waar hij zelfs bij de hevigste kou niet door zijn kinderen uit te krijgen was, terwijl er in de heftige winters van 1985, 1986 en 1987 toch ruiten uit zijn schip waren verdwenen.
Maar Stoffel kon wel tegen een beetje kou. Hij was bijzonder verbolgen toen hij door de Elfstedencommissie in 1929 geweigerd werd als deelnemer, omdat hij pas 17 jaar was. Maar op het ijs kwam hij wel. Hij schaatste op het Slotermeer toen hij koploper Karst Leemburg tegen kwam en reed met hem mee tot Leeuwarden, waarbij hij veel kopwerk deed, zodat Leemburg uit de wind kon rijden.
'Toen de Tolhûstertocht werd aangekondigd, meldde ik mij gelijk telefonisch maar ik zei dat ik achttien was,' vertelde hij. Samen met zijn vriend Teun Anema, die ook 17 was en die naast hem in de schoolbanken zat, reed hij de tocht. Ze kwamen als vijfde en zesde binnen. Zijn Elfstedenkruisjes behaalde Stoffel in 1933 en 1941 toen hij als 24ste en 70ste in de wedstrijd eindigde.
De startlijst van de Tolhûstertocht
Deze zag er als volgt uit:
H. de Boer Warga
S. Castelein Wartena
IJ de Boer Warga
Sj. Knobbe Huizum
A.B. van der Hem Terzool
IJ. v.d. Sluis Sijbrandaburen
D. IJntema Joure
A. Swierstra Poppingawier
E. Jansma Irnsum
mej. A. Swierstra Poppingawier
S. Wassenaar Engelum
D. Wijbema Leeuwarden
T. Brugman Leeuwarden
B. Dijkstra Beetgemurmolen
M. Zijlstra Beetgumermolen
D. Slot Beetgumermolen
R. van der Heide jr Idaard
W. Veldhuis Koudum
W. Brug Leeuwarden
P. Mooiweer Leeuwarden
H.T. Veldstra Leeuwarden
E. Posthumus Oosterbierum
D. Lodewijk Oosterbierum
D. Staalstra Franeker
J. Koster Berlikum
J. Nicolai Berlikum
L. Schevel Suameer
T. van Dijk Leeuwarden
S. van der Zee Sneek
T. Anema Sneek
F. Schellema Arum
S. de Boer Tzummarum
J. Huitinga Franeker
P. van der Meer Achlum
J. Steensma Ooster-Nijkerk
J. Wijnja Uitwellingerga
J. Jorritsma Uitwellingerga
M. van der Kooij Hindeloopen
F. Talhout Hindeloopen
IJ. Smid Hindeloopen
E. Pijl Leeuwarden
A. v.d. Pijl Leeuwarden
J.G. Preller Leeuwarden
S.J.Postma Leeuwarden
A. van der Laan Beetgum
L. van der Woude Lekkum
W. Reidinga Huizum
S. Bosgraaf Leeuwarden
J. Reijnders Leeuwarden
Ook gingen Thijs Oreel uit Sint Annaparochie en Anne van Loon uit Beetgum van start, maar zij werden niet op de deelnemerslijst vermeld. Oreel meldde zich pas op het laatste moment aan en vermoedelijk deed Anne van Loon dat ook. Zij ontvingen wel allebei de medaille voor het uitrijden van de tocht.
De wedstrijd
De pers besteedde niet veel aandacht aan de Tolhûstertocht die door Marten van der Kooij werd wonnen. Hij woonde in Duivendrecht, maar was van oorsprong Hindelooper. over het wedstrijdverloop is nauwelijks iets bekend. Johannes Lolkama uit Akkrum sprak er Albert van der hem uit Terzool over. Hij kwam als negende over de finish en vertelde aan de Elfstedenhistoricus: 'Eigenlijk hadden we wel een uurtje eerder kunnen eindigen. We reden steeds met een groepje van een man of acht en spraken af dat we in Stavoren wat zouden eten, maar IJpe Smid en Marten van der Kooij reden door omdat ze uit Hindeloopen kwamen en thuis wel wat konden krijgen. Toen we na een half uurtje en een bord erwtensoep verder gingen, vroegen we in Hindeloopen waar de heren waren. Ze bleken snel doorgereden en kwamen zo als eerste en tweede aan.'
Van der Helm kwam een half uur na Van der Kooij binnen, maar hij had met Ynse van der Sluis nog twintig minuten in Harlingen verspeeld. Van der Sluis werkte op het boerenbedrijf van Van der Hem en had een hakleer gebroken die eerst door een schoenmaker gerepareerd moest worden.
Volgens Van der Hem was er dus eigenlijk geen sprake van een wedstrijd, maar de tijden waren aanzienlijk beter dan die van Karst Leemburg, die in 11 uur en 9 minuten rond was gegaan, en de 53 andere mannen die de tocht van '29 op 12 februari beëindigden.
De uitslag van de Tolhûstertocht is ook niet compleet. De eerste tien werden wel geregistreerd, terwijl de startkaart van Castelein bewaard bleef en de aankomsttijd juffrouw Swierstra overal werd vermeld: 20 uur 46. Zij werd met gejuich onthaald in het Oud Tolhuis waar de cafébazen Schaaf en Brouwers haar toespraken en een krans aanboden.
1. Marten van der Kooij Duivendrecht 10 uur 32 min.
2. IJpe Smit Hindeloopen 10.33
3. Andela Swierstra Poppingawier 10.38
4. Douwe Lodewijk Oosterbierum 10.53
5. Stoffel van der Zee Sneek 10. 55
6. Theun Anema Sneek 10.56
7. E. Postma Oosterbierum 10.58
8. S. de Boer Tzummarum 11.00
9. Albert van der Hem Terzool 11.02
10. Ynse van der Sluis Sijbrandaburen 11.02
Sipke Castelein Wartena 13.45
mej. Swierstra Poppingawier 15.01
42. J. Reijnders Leeuwarden 16.47
43. T. van Dijk Leeuwarden 16.47
44. H.T. Veldstra Leeuwarden 16.48
De dagen erna
Zaterdag 2 maart schaatsten nog eens twee Friezen langs de Elfsteden. Het waren:
2 maart W. Santema Scharnegoutum 12 uur 30 min.
2 maart F. Bloemhof Schernegoutum id.
Zij waren de laatsten die in deze lange winter een tocht langs de elf steden volbrachten.