Elfstedentocht 1963
Enquête T.Holwerda
Naam: Tjalling Holwerda
Woonplaats: Zandpad 83, Breukelen
Leeftijd: 26
Beroep: landarbeider
Starttijd: 8 uur
Finish: 22.00 uur
Rijtijd: 13.00 uur
Met een rijtijd van slechts 13 uur en 10 minuten leverde Tjalling Holwerda uit Breukelen een topprestatie. Hij reed net zo snel als Wiebe Oosterhof: 13 uur. Opmerkelijk is dat beide rijders laat van start gingen. Oosterhof om half acht en Tjalling nog een half uurtje later. Ze hadden dus vele duizenden rijders voor zich, maar hoefden ook niet in het pikkedonker te schaatsen. Tjalling woonde in Breukelen maar werd in Wetzens ten noorden van Dokkum geboren. Holwerda had in 1956 ook meegedaan. Hij was geen lid van een sportclub, maar als landarbeider had hij werk dat zwaar genoeg was om hem een prima conditie te geven. Hij reed op noren en kwam om 13.20 uur in Bolsward aan. Omsteeks half zeven passeerde hij Bartlehiem voor de eerste keer. Lichamelijk ongemakken had hij niet. Alleen had hij wat spierpijn in de kuiten op het laatste stuk van de tocht, maar twee dagen na afloop had hij er geen last meer van. Inzinkingen maakte hij niet mee. Familie, vrienden en bekenden waren bijzonder enthousiast over zijn prestatie, maar er was ook iemand die tegen hem zei: 'Er lopen meer gekken los dan dat er vast zitten!'
De sombere voorspellingen vooraf schrikten Tjalling niet af, want 'dit stuk schaatsen kon niet zwaarder zijn dan mijn dagelijkse werk.'
Zijn vrouw was hoog zwanger van hun derde kind. Omdat hij al om zes uur in garage De Boer aanwezig was in een poging toch nog vroeg te starten had hij alle tijd om nog even naar zijn vrouw te bellen, die al in een kraamkliniek lag. Hij kreeg namelijk geen toestemming om twee uur eerder te starten dan op zijn startkaart stond. Tjalling kreeg een vrouw aan de lijn die hem toevoegde: 'Je mutte kieze man. Baby krijje of tocht riede. Allebie tegeliek ken net.'
Maar het kon wel. Een week na de tocht - op vrijdag 25 januari - werd zijn zoontje Jacob geboren. Op het geboortekaartje stond: Baby en Toertocht!
In 1985 en 1986 reed hij nog twee keer de Elfstedentocht uit.
Hij schreef aan George Schweigmann:
Mijn ervaringen zijn niet veel. Dit was jammer genoeg geen tocht om te genieten of hier en daar eens even aan te wippen bij kennissen enz. Hier voor was te weinig tijd. Ook in verband met het late starten.
Ik vond het ijs tot Franeker tamelijk goed (enkele slechte stukken uit gezonderd). Na Franeker begon het slechter te worden tot Bartlehiem.
Bartlehiem- Dokkum (v.v.) prima ijs.
Bartlehiem- Oud erk 10 meter rijden en 100 meter lopen.
Oudkerk - Grote Wielen zeer slecht, geen ijs meer onder de schaats gehad. Grote Wielen finish prima.
Tijdens de tocht nergens geen last van gehad. Alleen van de 6000 rijders voor mij tot Stavoren. Hopeloos. Hierna kwamen er gaten en kon ik beter opschieten. Heb de tocht alleen gereden zonder vriend of kennis. Voor Bartlehiem (2 km) kwam ik te vallen wegens kramp in de benen. Toen raakte ik mijn groepje van acht man kwijt. Ben na een paar minuten weer verder gereden en gestopt, (alleen) tot Dokkum en terug tot Bartlehiem.
Hier vandaan zijn we met 20 man verder gegaan. Eerst nog die Frico tent leeg gegeten en gedronken en een soldaat in een lege suikerzak geduwd en achter op een brommer gezet (deze was dood moet.)
In Oudkerk zijn 12 van de 20 man achtergebleven. Met z’n achten zijn we daarna door de finish gegaan. Ik heb leuke herinneringen ook aan deze tocht in verband met de verwekte baby. Ik ben n.l. die persoon waar de Leeuwarden Courant tweemaal over geschreven heeft 'baby of tocht' 'Baby en Elfstedentocht'. Ik kan helaas deze stukjes u niet sturen daar ze bij Piet Maaskant in Amsterdam zijn voor het Elfsteden boek.
Verder was het een monstertocht. Je moet er uiteindelijk ook iets voor doen.