Elfstedentocht 1963
Enquête R.Kroes
Naam: R. Kroes
Woonplaats: Park Hanenburg 13, Tietjerk
Leeftijd: 23
Beroep: Leerling HTS Leeuwarden
Start: 5.45 uur
Finish: 22.45 uur
Rijtijd: 17.00 uur
R. Kroes ging elke dag op de fiets van Tietjerk naar school in Leeuwarden. Dat was zijn enige training. Hij was wel lid van de Nederlandsche Vereniging ter Bevordering van het Hardrijden op de Schaats (NVBHS), maar had geen tijd voor trainingen. Hij startte voor het eerst in de Elfstedentocht. In de tocht schaatste hij op hoge Vikingnoren van Havekotte. Omstreeks half één was hij in Bolsward en rond half zeven passeerde hij Barthlehiem voor het eerst. Na Harlingen zette hij een zonnebril op als bescherming tegen de felle tegenwind. Op de Fluessen had hij het even moeilijk. Net als bij Franeker, maar al snel was hij over zijn inzinkingen heen. Kroes had geen last van lichamelijke ongemakken en was binnen een paar dagen geheel hersteld.
Zijn eigen relaas over de tocht luidde:
Als lid van de Elfstedenvereniging had ik het voorrecht om de start van de wedstrijdrijders mee te maken. Het was een enorm mooi schouwspel dat ik mijn hele leven zal blijven herinneren. Toen de eerste wedstrijdrijders er aan kwamen hoorde ik een van hen schreeuwen dat hij zijn handschoen kwijt was. Een vrouw die vlak bij mij stond aarzelde niet en gaf haar handschoenen aan de rijder!
Toen de wedstrijdrijders vertrokken waren gingen mijn vader en ik. (Mijn vader zou hem voor de vijfde maal meerijden, 51 jaar) de 'nacht' in. Na een paar minuten zagen we de eerste slachtoffers al: zij die niet wisten waaraan ze begonnen en zij die al pech hadden met schaatsen of ongelukkig gevallen waren. En van de mensen die we voorbij gingen, of zij ons, waarvan je niet wist of ze de elfsteden zouden gaan bedingen of dat ze, uit zakelijk oogpunt gezien, ergens onderweg een winkeltje zouden gaan beginnen, getuige de hoeveelheden schaatsen en proviand die ze bij zich hadden. Dit klinkt allemaal wel erg pessimistisch maar misschien kan er nog eens de nadruk op gelegd worden om zo weinig mogelijk mee te nemen op een verlijende tocht.
Even na Franeker kreeg ik last van kramp in mijn benen en als ik dan viel (in totaal wel 30 maal) schoot de kramp in mijn benen en ik vloog dan weer overeind want als ik weer stond ging het over. En ik zal dan ook nooit weer vergeten toen een vrouw die mij zag vallen een weer vlug op zag staan, 'Gut, wat is die man nog fit.' Ze moest eens weten!!
Verder vond ik de aankomst in Dokkum geweldig, wat een mensen op het ijs en op de kanten en dat … het al zo laat was. En de gepelde sinasappels die we in Birdaard kregen op de heen en terugweg! Een sinaasappel heeft me nog nooit zo lekker gesmaakt als toen. We hebben trouwens veel gekregen onderweg, zelfs thee van circa 100 graden C. Maar een beetje sneeuw erbij deed wonderen! Mijn tong kan er over meepraten!
In Oudkerk (ongeveer 9 uur) kregen we een heerlijk kopje koffie op het ijs, geserveerd door een echte kelner. Het was daar een enorm gezellige drukte bij het café.
Op de plaats waar we van de Murk af moesten om de laatste paar honderd meter naar de Wielen af te leggen, stond een goede kennis van mij met zijn auto om ons bij te lichten. Toen hij mij zag, klonken de 'waarderende' woorden: 'Wil je wel als de ............. maken dat he bij je vrouw komt, die staat daar ongerust bij de Grote Wielen te wachten.'
Het klonk mij als muziek in de oren.