Elfstedentocht 1963
Enquête J.Nienhuis
Naam: J.F. Nienhuis
Woonplaats: Klooster Wijtwerd - Usquert
Leeftijd: 27
Beroep: landbouwer
Starttijd: 5.40 uur
Finish: 23.45 uur
Rijtijd:18.05 uur
J. Nienhuis was 27 jaar en landbouwer. De Groninger reed voor de Elfstedentocht acht tochten met van 15 tot 95 kilometer. Hij was lid van een tennisclub en ging in zijn eerste Elfstedentocht van start. Hij reed op Friese doorlopers en arriveerde om 12.30 uur in Bolsward. Om tien over zeven kwam hij in Barthlehiem en om 9.20 uur was hij daar weer terug. Hij schaatste de hele dag zonder bril en had ook geen muts op. Hij kreeg 's avonds laat last van sneeuwblindheid en werd daarvoor behandeld in een EHBO-post. De dag na de tocht was 'de waas weg en de stijfheid was ook verdwenen.'
De landbouwer had tussen Bolsward en Harlingen een zware inzinking terwijl het sneeuwde. Zijn prestatie oogstte veel bewondering. Zo kreeg hij een taart van een vrijwel onbekende, werd hij overstelpt met telefoontjes en brieven met felicitaties. Zijn buurman P. Hopma Zijlema had vijf Elfstedentochten gereden en had hem enthousiast gemaakt voor het evenement. Samen met George Schweigmann kwam Nienhuis als laatste toerrijder op tijd over de finish. Dat gebeurde vlak voor het sluiten van de controle.
Hij schreef aan George Schweigmann:
Graag voldoe ik ook aan deze vraag omdat ik zo bijzonder getroffen ben door de gehele elfstedensfeer overal. De herinnering an die dag zal ik nooit vergeten. Men is allemaal behulpzaam en overal waar je passeert (vooral later op de avond) word je volgestopt met alles wat maar eetbaar is. Zodoende ben ik eigenlijk nooit toegekomen aan de proviand die de beide volgauto’s bij zich hadden.
We waren met z’n vieren ( dus drie kennissen en ik) naar Leeuwarden getogen om mee te doen. Zo hadden we dus voor 2 rijders 1 auto. De drie kennissen gaven echter de een na de ander op en zo had ik dus op de daar 2 volgauto’s
Mijn mooiste belevenis is eigenlijk toen we nadat we na Bartlehiem de sneeuwmassa’s in doken op weg naar Oudkerk, opgewacht werden door een groepje jonge Oudkerkenaren die ons ( 4 man) bij de arm namen en meesleepten door de hoge sneeuw naar Oudkerk.
We hadden de schaatsen nog onder, want er kon ook nog wel eens weer een stukje ijs komen. Helaas was dat echter niet zo. Alleen de laatste 500 m. naar de finish konden we weer schaatsen.
In Oudkerk kregen we koffie aangeboden en EHBO-hulp en daarna gingen we met z’n vieren onder geleide van wel 15 Oudkerkers op weg naar de Grote Wielen. Ze brachten ons tot de ingang van Wielen en toen zeiden onze begeleiders dat we de weg nu zelf wel konden vinden. Dat lukte eerst ook wel, hoewel er allang geen baan meer te zien was. Maar het duurde niet lang of we kregen het paviljoen links van ons en wij liepen maar steeds recht door. We dachten al dat we verdwaald waren, maar opeens ontdekten we een lichtje heel ver recht vooruit en dat bleek later toe te behoren aan een van mijn volgautomannen en een verslaggever van de Leeuwarder Courant. Deze mensen stelde voor op de dijk te gaan lopen in plaats van door de hoge sneeuw. Dit hebben we gedaan. Voordeel: minder sneeuw. Nadeel: Landbekken waar we overheen moesten klimmen. Eindelijk bereikten we de bocht voor het laatste rechte eind. Met een auto achter ons aan asl lichtbron hebben we de laatste honderden meters nog kunnen schaatsen. We waren het schaatsen volkomen verleerd door al dat lopen. De ijzers waren stomp, is dat dat schaatsen echt niet zo best ging. Bij de finish werden we met gejuich ontvangen. Wij waren met z’n vieren (3 toerrijders en 1 wedstrijdrijder) de laatste die aankwamen. Men had vanuit Oudkerk opgebeld dat we kwamen dus. Na onderzocht te zijn hebben we na een kleine pauze in 'De Groene Weide' de thuisreis naar Urquert weer aanvaard, waar we om 03.30 uur arriveerden.