Lidwina van Schiedam en de oudste schaatsafbeelding in Nederland

 

Auteur Nelly Moerman

For the ENGLISH translation click here

De oudste schaatsafbeelding in Nederland is een houtsnede met daarop afgebeeld de val op het ijs van Lidwina van Schiedam. Met een van pijn vertrokken gezicht ligt zij op haar rechterzij terwijl aan haar linkervoet de schaats nog te zien is. Twee vriendinnen zijn bij haar neergeknield en proberen haar overeind te helpen. Bij de vrouw aan de linkerkant zijn onder beide voeten ook schaatsen te zien. Dat zijn echter geen gewone schaatsen. Aan de voorkant zit een uitsteeksel, het zijn zogenaamde ‘prikschaatsen’. In het midden op de achtergrond is een man afgebeeld in een zwierige schaatsbeweging. Rechtop rijdend, met de armen over elkaar, strekt hij zijn been uit alsof hij aan het schoonrijden is.

"Lidwina’s val op het ijs", gedrukt door Otgier Nachtegael, links in 1498 voor de eerste keer, rechts in 1505 voor de tweede keer.
Museum Catharijneconvent Utrecht.

Wat weten we over Lidwina van Schiedam? Haar naam wordt op verschillende manieren geschreven. Veel voorkomende varianten zijn: Liduina, Liedwy, Lydwine, Lydewy. Lidwina werd in Schiedam geboren in 1380 en heeft daar gewoond tot aan haar dood in 1433. Zij groeide op in een gezin met negen kinderen en was het enige meisje te midden van acht broers. Toen zij ongeveer vijftien jaar oud was, ging zij met haar vriendinnen schaatsen. Zij viel daarbij zo ongelukkig op een ijsschots, dat zij een korte rib brak in haar rechterzij. Er ontstond een abces dat naar binnen openbarstte met allerlei ziektes tot gevolg. Zij herstelde niet meer en Lidwina zou haar verdere leven bedlegerig blijven. Toen zij op 53-jarige leeftijd overleed, had zij 38 jaar ziek op bed gelegen.

Een zwierige schaatser op de achtergrond, 1498

Al snel na haar overlijden werd haar leven beschreven. De bekendste levensbeschrijving is die van Brugman: de Vita alme virginis Lijdwine [Het leven van de zalige maagd Lijdwine]. Brugman schreef zijn tekst in 1456 in het Latijn. In 1498 werd de tekst gedrukt door Otgier Nachtegael, een lokale priester. De aanleiding voor een gedrukte uitgave was een wonder dat Lidwina verricht zou hebben. Toen vijandelijke soldaten Schiedam wilden aanvallen, zou Lidwina ervoor gezorgd hebben dat de trompetter het signaal voor de aanval twee uur te vroeg gaf. Daardoor waren de inwoners van de stad gewaarschuwd en konden zij de aanval afslaan. Lidwina had de stad Schiedam gered, zo meende men. Uit dankbaarheid wilde men het verhaal van Lidwina levend houden.

Otgier Nachtegael drukte een mooie uitgave van de tekst van Brugman met daarin een serie van twintig houtsneden met gebeurtenissen uit haar leven. Eén van die houtsneden is ‘De val op het ijs’. Zeven jaar later (1505) gebruikte Otgier Nachtegael de houtsneden nog een keer voor een uitgave in het Middelnederlands. De houtsnede met de val op het ijs is dan aan de rechterkant beschadigd geraakt. Dat is goed te zien aan de schaats van Lidwina. Deze is niet meer glad en rond zoals in de afdruk van 1498, maar heeft aan de voorkant een uitsteeksel gekregen.

Het bezoek van dokter Govaert Sonderdanc aan de zieke Lidwina, houtsnede 1498.
Museum Catharijneconvent Utrecht.

Brugman vertelt in zijn vita allerlei bijzonderheden over het leven van Lidwina. Zo verdroeg zij al haar ziekten op een waardige wijze. Ondanks haar eigen leed hield zij belangstelling voor haar omgeving. Zij trok zich het lot aan van haar medemens en vanuit haar ziekbed organiseerde zij het uitdelen van voedsel en kleding aan de armen. Hooggeplaatste bestuurders en geleerden als Hertog Jan van Beieren en Wermbold van Boskoop kwamen naar Schiedam om met haar te spreken. Toen Margaretha, gravin van Holland, Schiedam bezocht en hoorde over de langdurige ziekte van Lidwina, stuurde zij haar eigen lijfarts Govaert Sonderdanc om te kijken of hij iets voor haar kon doen.

De plaatselijke bevolking heeft steeds een grote verering voor Lidwina gehad. Al tijdens haar leven werd zij als een heilige beschouwd. Pogingen werden ondernomen om haar heilig te laten verklaren. Toch zou het nog tot 1890 duren voordat paus Leo XIII de reeds eeuwenlang bestaande verering van Lidwina bevestigde en goedkeurde. Daarmee werd zij tot een officiële heilige. De heilige Lidwina is geworden tot patrones van de chronisch zieken en als ‘schaatsheilige’ wordt zij door schaatsers aangeroepen voor hulp en ondersteuning.

De houtsneden komen uit twee vroege drukken behorend tot de collectie van het Museum Catharijneconvent in Utrecht. Het zijn de Latijnse tekst van Brugman Vita Lijdwine, 1498 (cat.nr. BMH i44) en de Middelnederlandse tekst Tleven, 1505 (cat.nr. BMH Warm pi 1259B5(3)). Beide edities zijn gedrukt door Otgier Nachtegael.

Onze dank gaat uit naar het Museum Catharijneconvent Utrecht voor het welwillend ter beschikking stellen van de afbeeldingen.

Bekijk ook de houtsneden op de originele pagina’s.

Het leven van Lidwina van Schiedam beschreven en gedrukt

Auteur Nelly Moerman

For the ENGLISH translation click here

In de tijd van Lidwina van Schiedam (1380-1433) werden teksten met de hand geschreven en dat was dikwijls in het Latijn. Het schrijven gebeurde veel in kloosters en door religieuze leefgemeenschappen. In de loop der jaren zijn echter heel wat handschriften verloren gegaan. Onderzoekers die originele teksten willen bestuderen, moeten vaak tevreden zijn met afschriften van een latere datum. Ook bij Lidwina van Schiedam is dat het geval. De originele vitae (heiligenlevens) zijn dikwijls alleen als afschrift (kopie) beschikbaar.

Lidwina stierf in 1433 en al snel na haar overlijden schreef Hugo van Rugge een levensbeschrijving in het Latijn (1434-1436). Het stuk is bekend geworden onder de beginwoorden van zijn tekst: Venite et Videte [Komt en ziet]. In 1448 maakte Thomas à Kempis hiervan een verbeterde versie met als titel Vita Lidewigis. Een derde levensbeschrijving in het Latijn werd geschreven door Johannes Brugman. In 1456 schreef hij zijn Vita alme virginis Lijdwine [Het leven van de zalige maagd Lidwina]. Brugman heeft haar leven beschreven als een opgang naar heiligheid. Hij voegde aan zijn verhaal nieuwe elementen toe en gebruikte getuigenissen uit eigen bron.

Een Middelnederlandse versie die bekend is geworden als Tleven, ontstond in de vijftiende eeuw, vóór 1470. Lang is gedacht dat Jan Gerlach de auteur was. Koen Goudriaan (2003) heeft op inhoudelijke gronden aangetoond dat dit niet juist is. In een uitgebreide studie heeft hij afschriften van de twee teksten Venite en Tleven met elkaar vergeleken. Hij is tot de conclusie gekomen dat het Middelnederlandse Tleven een verkorte versie is van het Latijnse Venite et Videte van Hugo van Rugge.

Toen in de loop van de vijftiende eeuw de boekdrukkunst werd uitgevonden, kon een tekst makkelijker verspreid worden. In een periode van nog geen tien jaar (1487-1496) verschenen drie Middelnederlandse uitgaven gedrukt in Delft en Gouda. Dit toont aan hoe groot de belangstelling was voor een uitgave in de eigen taal. Lidwina moet bijzonder populair geweest zijn bij de toenmalige bevolking.

In 1497 wilden ook de kerkmeesters van Schiedam een boek laten drukken met het leven van Lidwina, nu echter in het Latijn. Het boek was bedoeld als dankbetuiging dat Schiedam gered was voor een vijandelijke aanval. Het zou ook kunnen helpen om geld bijeen te brengen voor de bekostiging van een heiligverklaring in Rome. De kerkmeesters kozen voor de tekst van Brugman uit 1456. De drukker was Otgier Nachtegael, een lokale priester. Speciaal voor deze gelegenheid werd een drukkerij ingericht in het Sint-Annaconvent in Schiedam. Om het boek een mooi aanzien te geven werden twintig houtsneden toegevoegd met afbeeldingen van gebeurtenissen uit haar leven (1498). Zeven jaar later (1505) gebruikte Otgier Nachtegael dezelfde houtsneden nog een keer voor een uitgave in de volkstaal. De houtsnede met Lidwina’s val op het ijs is dan aan de rechterkant beschadigd geraakt. (Zie: ‘Lidwina van Schiedam en de oudste schaatsafbeelding in Nederland’)

Hoe past het levensverhaal van een vita in de alledaagse realiteit van de late Middeleeuwen? Goudriaan zegt hierover in zijn artikel (2003 p.179): “Heiligenlevens zijn altijd (re)constructies”. En sprekend over Hugo van Rugge en Thomas à Kempis: “De Lidwina die we ontmoeten in hun vitae is gemodelleerd naar het wensbeeld van de auteurs, zodat de pas naar de ‘historische’ Lidwina lijkt te zijn afgesneden”. Over Lidwina is al tijdens haar leven geschreven. Een historische controle van de feiten blijft mogelijk, hoewel dat nooit volledig en absoluut zal kunnen zijn.

Verder lezen

Nelly Moerman, Lidwina van Schiedam nader bekeken: Houtsneden in vroege drukken, 2012.

[Hierin correctiemelding voor pagina 13 regel 9: ‘Schiedam’ moet zijn ‘het centrum van Schiedam’.]

 

Nelly Moerman, In hout gesneden. Verbeelding en beeldtraditie in Het leven van Lidwina van Schiedam, in: Madoc: tijdschrift over de Middeleeuwen, 2013, jrg 27, nr 1, pag 34-42.

 

Vita Lijdwine in Schiedam online:
Nederland heeft vier exemplaren van Brugman’s Vita Lijdwine gedrukt door Otgier Nachtegael (1498): Museum Catharijneconvent te Utrecht, Universiteitsbibliotheek in Utrecht, Koninklijke Bibliotheek in Den Haag en het Gemeentearchief Schiedam.
Het exemplaar in het Gemeentearchief Schiedam is online te bekijken.

Bronvermelding

Referenties bij artikel Het leven van Lidwina van Schiedam beschreven en gedrukt:

Moerman, Nelly, ‘In hout gesneden. Verbeelding en beeldtraditie in Het leven van Liduina van Schiedam’, in: Beelden van Liduina: Heilige van Schiedam, Schiedam (2015) 77-88. (Bewerking van artikel uit Madoc met beeldtraditie en afbeeldingen in kleur).
Caspers Charles, & Rijcklof Hofman, Een bovenaardse vrouw. Zes eeuwen verering van Liduina van Schiedam / Het leven van de heilige maagd Liduina, Hilversum 2014.
Moerman, Nelly, ‘In hout gesneden. Verbeelding en beeldtraditie in Het leven van Lidwina van Schiedam', Madoc: tijdschrift over de Middeleeuwen, 27:1 (2013) 34-42.
Moerman, Nelly, Lidwina van Schiedam nader bekeken. Houtsneden in vroege drukken, Amsterdam 2012 [MA scriptie].
Goudriaan, Koen, ‘Het Leven van Liduina en de Moderne Devotie’, in: Jaarboek voor Middeleeuwse Geschiedenis, 6 (2003) 161-236.
Jongen, Ludo, & Cees Schotel, Het leven van Liedewij, de maagd van Schiedam. De Middelnederlandse tekst naar de bewaarde bronnen uitgegeven, vertaald en van commentaar voorzien, Hilversum 1994.

 

Dankbetuiging:
Mijn dank gaat uit naar Charles Caspers, Koen Goudriaan en Ludo Jongen voor de hulp en het waardevol commentaar bij het samenstellen van Het Leven van Lidwina van Schiedam beschreven en gedrukt.

 

Copyright: Nelly Moerman 2016
Het bovenstaande artikel is auteursrechtelijk beschermd. Overname van de tekst, geheel of gedeeltelijk, is toegestaan uitsluitend op individuele basis en onder de condities van bronvermelding en een correcte citatie. Bij het bestaan van een financieel belang of het nastreven daarvan, is overname niet toegestaan. In twijfelgevallen wende men zich tot de auteur die bereikbaar is redactie@schaatshistorie.nl.

 


 

Bovenkant van de pagina