Plaats | Opeinde |
Oprichtingsdatum | 1-1886 |
In de winter van 1885 op 1886 is de IJsclub Opeinde opgericht, vermoedelijk begin januari 1886 want in 1926 wordt het 40 jarig bestaan gevierd.
De ijsclub heeft nooit een landijsbaan gehad. Men maakte gebruik van de natuurlijke ijswegen, waarop voor wedstrijden een baan werd uitgezet. Vaak was dat het meer de Leijen dat een kilometer ten noorden van het dorp is gelegen en dat via het Opeinder kanaal op schaatsen is te bereiken. Het Opeinder kanaal is tussen 1882 en 1886 gegraven. Ook werd er geschaatst op de Binnen-Leijen, het zuidelijke deel van de Leijen, met geringe diepte. In 1925 werd de Westelijke Binnen-Leijen ingepolderd en in 1927 de Oostelijke Binnen-Leijen. Ook hier en op het kanaal zelf werden kortebaanwedstrijden georganiseerd.
Hoewel het Opeinder kanaal en de Leijen voor de ijsclub belangrijk waren werd er tot WO II al vaak op ondergelopen land en op sloten en vaarten geschaatst. Met name op de Kletten, een laaggelegen gebied tussen Opeinde en Drachten, en de Leagaukepoel en de Egbertsgeasten, ten zuidwesten van het dorp werd geschaatst.
In 1926 doet zich het opmerkelijke feit voor dat er een Christelijke IJsclub in Opeinde wordt opgericht naast de algemene IJsclub Opeinde. Dat geeft de nodige discussie. Zie verder op.
Of die oprichting te maken had met de viering van het 40 jarig bestaan van IJsclub Opeinde is niet te achterhalen. Wel is dit jubileum gevierd. Een drietal liederen zijn speciaal gecomponeerd en ten gehoren gebracht op een feestavond.
Ondertussen heeft IJsclub Opeinde zich aangesloten bij de Bond van IJsclubs (opgericht op 3 december 1919 en speciaal gericht op het in goede banen leiden van kortebaanwedstrijden) en organiseert zij zodra het kan wedstrijden voor jongens, meisjes, heren, dames of paren.
In 1939 werd een oproep gedaan om baanvegers te krijgen om de Leijen en het kanaal schoon geveegd te krijgen. Het lukt hiervoor voldoende geld in te zamelen, maar men kreeg geen bijdrage van het geld dat koningin Wilhelmina indertijd beschikbaar had gesteld om mensen die geen werk hadden als baanveger te kunnen betalen. De club telt dan 75 leden. Voor zover bekend werd de laatste wedstrijd gehouden op 21 januari 1942. Het betrof een estafettewedstrijd met 20 parturen.
In 1939 werd een oproep gedaan om baanvegers te krijgen om de Leijen en het kanaal schoon geveegd te krijgen. Het lukt hiervoor voldoende geld in te zamelen, maar men kreeg geen bijdrage van het geld dat koningin Wilhelmina indertijd beschikbaar had gesteld om mensen die geen werk hadden als baanveger te kunnen betalen. De club telt dan 75 leden. Begin maart 1946 herdacht de ijsclub haar 60-jarig bestaan in café Douma. Van een viering was toen al geen sprake meer. In januari 1949 wordt de ijsclub op de jaarvergadering van de Bond van IJsclubs Friesland met nog 29 andere Friese ijsclubs geroyeerd en uit de Bond gezet. Voor zover bekend werd de laatste wedstrijd gehouden op 21 januari 1942. Het betrof een estafettewedstrijd met 20 parturen.
Wel zijn daarna nog wedstrijden georganiseerd op het Opeinder Kanaal, maar dat gebeurde dan door bijvoorbeeld door Plaatselijk Belang, Korfbalclub Opeinde of de Openbare lagere school.
IJsclub ‘Us Eigen Baen’
Zoals gezegd werd in februari 1926 van gereformeerde zijde een commissie ingesteld om te komen tot een christelijke ijsbaan (bedoeld werd een christelijke ijsclub). Tussen het gereformeerde landsdeel en zij die zich openbaar noemden (in het Fries: de finen en de grauwen) bestond in die dagen grote animositeit. De oprichting kreeg landelijke bekendheid en wekte verbazing bij het Algemeen Handelsblad, dat op 3 maart schreef 1926: “De antithese op schaatsen. Te Opeinde (Fr) is een Christelijke . . . IJsclub opgericht.’ en dan met enig sarcasme ”Nogal handig, want te Mekka kan men niet uit protest een Mohammedaansche IJsclub stichten.”
In 1928 lukt het aan de Hogeweg een stuk land van de heer G.M. Riemersma een landijsbaan aan te leggen. En zodoende gaat men de concurrentie aan met de algemene IJsclub Opeinde die niet beschikt over een vaste ijsbaan. Aanvankelijk zijn het vooral de gereformeerde gezinnen die gebruik maken van de ijsbaan, pas na 1940-45 kan iedereen op de ijsbaan terecht.
Het water voor de ijsbaan wordt opgepompt uit het Opeinde Kanaal. In 1940 heeft IJsclub Us Eigen Baan ca. 130 leden, aanzienlijk meer dan de 75 leden van IJsclub Opeinde.
Lange tijd blijft de ijsbaan op zondag gesloten. Pas in de jaren zeventig/tachtig van de vorig eeeuw wordt de baan ook op zondag opengesteld. Al voor de oorlog is er verlichting op de baan aangebracht, in 1955 wordt er een consumptietent op het ijs geplaatst. Er werden nauwelijks wedstrijden georganiseerd, soms voor kinderen van de christelijke lagere school. Langzaam verdwijnt de christelijke signatuur van de ijsbaan en worden ook niet-christelijk bestuursleden aangesteld. De dan algemene ijsclub verandert zijn naam dan in IJsclub Opeinde. En zo is de cirkel rond.
De IJsclub Opeinde bestond van 1886 tot (vlak?) na de Tweede Wereldoorlog.
Ergens na 1955 heeft de IJsclub ‘Us Eigen Baen’, eveneens uit Opeinde, de naam veranderd in IJclub Opeinde.
In januari 1887 deed zich het opmerkelijke geval voor dat de drie dorpen die om de Leijen lagen Opeinde, Oostermeer en Rottevalle alle drie met hun ijsclub een wedstrijd organiseerden op de Leijen. Het publiek kon zo wel gemakkelijk van de ene naar de andere wedstrijd rijden.
In 1897 vindt er een wedstrijd plaats op het Opeinder Kanaal in het dorp ‘in de onmiddellijke nabijheid van de Tramhalte Opeinde”. De wedstrijd is voor jongelingen tot 18 jaar. Eerste prijs is een gouden remontoir horloge, de tweede prijs een ‘zilveren dito’. Van de 24 deelnemers won de 14 jarige W. van Dijk uit Terhorne het gouden horloge. Het was zijn vierde gouden horloge in die winter. In 1904 wordt er een wedstrijd uitgeschreven op ‘landijs’, vermoedelijk bij de Binnen-Leijen voor manspersonen die niet meer dan f 20,- in eens hebben gewonnen. In 1906 wordt een hardrijderij voor leden gehouden ter herdenking aan het 20-jarig bestaan van de ijsclub. Van de leden boven de 30 jaar wordt B. Poppema winnaar. H. Rinsema wordt tweede en W.W. van der Vlugt wordt derde. Van de leden jonger dan 30 jaar wordt B.H. Douma winnaar, H.J. van der Vlugt wordt tweede en J.K. Douma derde. In december 1906 organiseert IJsclub Opeinde die winter de eerste wedstrijd in Friesland.
Ook in de Elfstedenwinters 1909, 1912 en 1917 organiseert de ijsclub regelmatig wedstrijden. In 1912 wordt een kortebaanwedstrijd georganiseerd voor drietallen: twee heren met een dame in hun midden. 16 Drietallen doen mee.
In januari 1917 werd de Opeinder sergeant A. Biesma met vier Friese collega’s winnaar van een rond Gouda georganiseerde wedstrijdtocht voor militairen over 60 km. Biesma werd later voorzitter van de Opeinder ijsclub.
Op de Leijen zijn diverse toertochten verreden, zonder directe bemoeienis van IJsclub Opeinde of IJsclub Us Eigen Baen.
De Tiendorpentocht van de IJsclub Oostermeer en de VVV Oostermeer liep op woensdag 21 januari 1942 over de Leijen.
De Toertocht Smallingerland, georganiseerd door de IJswegencentrale Smallingerland , deed op vrijdag 5 februari ook de Leijen aan. Een groep scholieren van de OLS Opeinde reed deze 55 km mee.
De Sterrit Akkrum die tussen 1938 en 1956 zeven keer is georganiseerd door de Friesche IJsbond. De rijders uit Dokkum en Buitenpost reden over de Leijen om Akkrum te bereiken.
Tot slot waren er drie verschillende Leijentochten die elkaar in tijd overlapten:
– de Leijentocht van Schaatstrainingsgroep de Kluners uit Drachten. Zij organiseerden acht Leijentochten tussen 1979 en 1987.
– de Leijentocht van IJsclub Rottevalle, goed voor negen tochten tussen 1980 en 1996.
– de Oostermeerder Leijentocht, die tussen 1985 en 1996 zes keer is georganiseerd door IJsclub Oostermeer.
Om elkaar niet in de wielen te rijden werken de ijsclubs van Oostermeeer en Rottevalle samen. Dat heeft in 2010 en 2012 nog eens drie Leijentochten opgeleverd. Bij deze laatste tochten hebben ook vrijwilligers van de hernieuwde IJsclub Opeinde assistentie verleend.
De route kon per jaar verschillen afhankelijk van de kwaliteit op het meer. Met name de vaargeul en de plaatsen waar de Lits vanuit Oostermeer en het Opeinder Kanaal vanuit Opeinde op het meer uitkwamen, waren kwetsbaar vanwege de sterke stroming.
Wiebe Blauw, december 2024
Heeft u aanvullingen en/of wijzigingen in de op deze pagina geboden informatie? Of heeft u misschien foto’s of ander beeldmateriaal over dit onderwerp? Gebruik dan ons reactieformulier om ons uw informatie toe te sturen. We horen graag van u!
Informatie toesturenDo you have additions and/or changes to the information provided on this page? Or do you perhaps have photos or other images about this subject? Then use our response form to send us your information. We would like to hear from you!
Send information