Dorpstochten van de IJsbond Hollands Noorderkwartier
- 1e Dorpentocht
- 2e Dorpentocht
- 3e Dorpentocht
- 4e Dorpentocht
- 5e Dorpentocht
- 6e Dorpentocht
- 7e Dorpentocht
- 8e Dorpentocht
- 9e Dorpentocht
- 10e Dorpentocht
- 11e Dorpentocht
- 12e Dorpentocht
- 13e Dorpentocht
- 14e Dorpentocht
- 15e Dorpentocht
- 16e Dorpentocht
- 17e Dorpentocht
- 18e Dorpentocht
- 19e Dorpentocht
Na de vijftiende Dorpentocht door de Alkmaarsche ijsclub in 1917, de allereerste schaatstoertocht die onder auspiciën van de IJsbond Hollands Noorderkwartier (IJHN) werd verreden, liet een vervolg meer dan 20 jaar op zich wachten.
Halfweg de dertiger jaren van de 20e eeuw stelde de IJsbond een Dorpentochtcommissie in.
Op 22 december 1938 werd in Alkmaar de eerste IJHN-Dorpentocht op papier in elkaar gezet. Als dag van de tocht werd 26 december vastgesteld, Alkmaar werd als startplaats aangewezen. 19 ijsclubs, toen nog afdelingen genoemd, verleenden hun medewerking door het uitzetten en sneeuwvrij maken van de route en het bemannen van de stempelposten.
De IJHN zou na de eerste tocht nóg 18 Dorpentochten organiseren. Een aantal Dorpentochten is ook als wedstrijd verreden.
IJHN-Dorpentocht | Afstanden Toertocht |
Afstanden Prestatietocht |
Aantal deelnemers |
|
1e | 26 dec. 1938 | 85 km | 1300 | |
2e | 7 jan. 1940 | 72 km | 72 km | 3400 |
3e | 14 jan. 1940 | 50 km | 1700 | |
4e | 21 jan. 1940 | 42 km | 500 | |
5e | 12 jan. 1941 | 50-100 km | 65, 100 km | 4000 |
6e | 2 febr. 1941 | 50-115 km | 115 km | 2400 |
7e | 18 jan. 1942 | 60-125 km | 120 km | 7850 |
8e | 21 jan. 1942 | 70 km | 650 | |
9e | 22 jan. 1942 | 45-90 km | 750 | |
10e | 27 febr. 1942 | 40-65 km | 3000 | |
28 febr. 1942 | ||||
1 mrt 1942 | ||||
11e | 22 dec. 1946 | 30-120 km | 100 km | 4700 |
12e | 2 febr. 1947 | 35-75 km | 2700 | |
16 febr. 1947 | 30 km | 30 km | 1600 | |
23 febr. 1947 | 40 km | 40 km | 550 | |
2 mrt. 1947 | 45 km | 45 km | 1200 | |
13e | 29 jan. 1950 | 40-90 km | 4500 | |
14e | 31 dec. 1950 | 30-115 km | 5000 | |
15e | 31 jan. 1954 | 30-100 km | 100 km | 7100 |
16e | 7 febr. 1954 | 10-110 km | 5000 | |
17e | 5 febr. 1956 | 30-90 km | 2200 | |
18e | 12 febr. 1956 | 30-100 km | 100 km | 5500 |
19e | 26 dec. 1963 | 45-90 km | 3500 |
1e Dorpentocht
Op 26 december 1938 reden 1300 schaatsers de 1e Dorpentocht. Start en finish waren in Alkmaar. De route voerde langs Oterleek, Ursem, Avenhorn, Oudendijk, Beets, Oosthuizen, Edam, Ilpendam, Den Ilp, Het Kalf, Neck, Purmerend, Spijkerboor, Oost-Graftdijk, West-Graftdijk en Akersloot. Onderweg waren er controleposten in Oudendijk, Den Ilp, Purmerend en West-Graftdijk. Hoewel de stempelkaart anders aangeeft was de 1e Dorpentocht 85 kilometer lang.
2e Dorpentocht
Op 7 januari 1940 bonden 3400 deelnemers de schaatsen onder voor de 2e Dorpentocht. Start en finish waren in Purmerend. De route voerde langs Marken en Hoorn. De 2e Dorpentocht was 72 kilometer lang.
3e Dorpentocht
Op 14 januari 1940 kwamen 1700 schaatsers aan de start voor de 3e Dorpentocht, de Drie Merentocht. Start en finish waren in Aalsmeer. De route voerde over de Westeinderplassen, het Braassemermeer en de Kagerplassen.
Medewerking werd verleend door de ijsclubs van Aalsmeer, Uiterweg, Kudelstaart, Leimuiden, Oude Wetering, Roelofarendsveen en Rijpwetering. De Driemerentocht was 50 kilometer lang.
4e Dorpentocht
Op 21 januari 1940 reden 500 schaatsers de 4e Dorpentocht ook wel, de 1e West- Frieslandtocht genoemd. Start en finish waren in Enkhuizen. De route voerde door de polders Het Grootslag en de Vier Noorder Koggen. De 1e West-Frieslandtocht was 42 kilometer lang.
Voor de 4e Dorpentocht was een speciale trein van Amsterdam CS naar Enkhuizen ingezet.
5e Dorpentocht
Op 12 januari 1941 reden 4000 schaatsers de 5e Dorpentocht. In de 5e Dorpentocht kon men voor het eerst op meerdere plaatsen starten, te weten Hoorn, Alkmaar en Purmerend. De volgende routes waren mogelijk: Purmerend-Hoorn-Alkmaar-Purmerend (100 km), Purmerend-Hoorn-Purmerend (65 km), Hoorn-Alkmaar-Hoorn (50 km) en Alkmaar-Hoorn-Alkmaar (50 km).
12 jan. 1941 |
12 jan. 1941 |
|
|
6e Dorpentocht
De 6e Dorpentocht vond plaats op 2 februari 1941 en was zwaar. Het na dooi opgevroren en met een laagje sneeuw bedekte ijs was moeilijk berijdbaar, in het bijzonder de ijsvloer van de Gouwzee was van slechte kwaliteit.
Er waren dan ook 400 schaatsers die de tocht niet uitreden.
De 6e Dorpentocht kreeg net als de 5e het predikaat “met onbekende bestemming”. Het systeem waarbij de deelnemers bij de stempelposten hoorden hoe ze hun weg konden vervolgen, leidde tot veel onduidelijkheid en ongenoegen.
Achteraf werd aan de hand van de controlestempels op de stempelkaart berekend hoeveel kilometers men had gereden.
Het 115-kilometertraject van de 6e Dorpentocht werd ook als prestatietocht verreden.
7e Dorpentocht
Op 18 januari 1942 reden maar liefst 7850 schaatsers de 7e Dorpentocht. Hiervan deden er 200 mee aan de prestatietocht.
In de 7e Dorpentocht kon men men starten in Hoorn, Purmerend of Alkmaar. Er waren tochten mogelijk van 60 tot 120 kilometer. Voor het eerst in de geschiedenis van de Dorpentocht voerde de route door de polders ten noorden van Alkmaar.
Er was bijvoorbeeld een stempelpost in Warmenhuizen.
De 7e Dorpentocht werd verreden onder ideale omstandigheden; het weer en het ijs waren prima.
8e Dorpentocht
Op 21 januari 1942 reden 650 schaatsers de 8e Dorpentocht, de2e West-Frieslandtocht.
In de 8e Dorpentocht kon men men starten in Hoorn, Enkhuizen of Medemblik. De route voerde evenals tijdens de 1e West- Frieslandtocht in 1940 door de polders Het Grootslag en De Vier Noorder Koggen.
De 2e West-Frieslandtocht was 70 kilometer lang.
9e Dorpentocht
Op 22 januari 1942 deden 750 schaatsers mee aan de 9e Dorpentocht, de 1e Amstel- en Vechtstreektocht.
Voor de 9e Dorpentocht kon men men starten in Abcoude, Ouderkerk aan de Amstel, Uithoorn en Breukelen. In het notulenboek van ijsclub Juliana uit Kamerik-Oudendam kunnen we lezen: "Uit alle oorden van het land kwamen den toeristen langs den Oudendam om daar hun routekaart te laten afstempelen.”
Het was een heel bijzondere gebeurtenis voor deze kleine ijsclub die zich net had aangesloten bij de IJsbond Hollands Noorderkwartier.
10e Dorpentocht
De 10e Dorpentocht werd op drie achtereenvolgende dagen gereden, te weten 27 en 28 februari en 1 maart 1942.
In totaal 3000 schaatsers namen dit buitenkansje waar om zo laat in de winter nog een tocht te rijden. De startplaatsen waren Alkmaar, Purmerend, Ursem en Spijkerboor.
Er waren routes van 40 en 65 kilometer die grotendeels door de Schermer liepen. De tochten werden daarom Schermertochten genoemd. Doordat de Schermertochten zo laat in de winter en bij mooi weer werden verreden, werden ze ook wel Voorjaarstochten genoemd. Door de relatief hoge temperatuur werd, vooral in de middaguren, het ijs zacht. Maar het mooie weer vergoedde veel.
Op de medaille zijn drie Schermermolens en het Accijnshuis en de Waagtoren in Alkmaar afgebeeld.
11e Dorpentocht
Op 22 december 1946 reden 4600 schaatsers de 11e Dorpentocht als toertocht. 83 schaatsers schreven zich in voor de prestatietocht. In de 11e Dorpentocht kon men starten in Purmerend, Zaandam, Uitgeest, Hoorn of Alkmaar. Er waren tochten mogelijk van 30 tot 120 kilometer.
De Dorpentocht op 22 december werd met recht een Dwaaltocht genoemd. De IJHN had maar liefst 9 routes uitgezet. Er woei een ijzige wind.
De 100-kilometertocht was tevens prestatietocht. T. Segers (Purmerend) kwam als eerste binnen. Segers was in de Elfstedentocht van 1941 39e en zou in 1954 13e worden.
Overgebleven stempelkaarten van de 11e Dorpentocht op 22 december 1946 zijn ook gebruikt voor de 12e Dorpentocht op 2 februari 1947. Het kwam regelmatig voor dat overgebleven stempelkaarten van een Dorpentocht in de eerstvolgende Dorpentocht werden opgemaakt.
12e Dorpentocht
In 1947 zijn er 4 Dorpentochten verreden. Ze kregen alle het predicaat 12e Dorpentocht.
Startplaats(en) | Afstanden | Aaantal deelnemers Toertocht |
Aantal deelnemers Prestatietocht |
|
2 febr. 1947 | Zaandam, Purmerend | 35-75 km | 2700 | n.v.t. |
16 febr. 1947 | Uithoorn | 30 km | 1500 | 96 |
23 febr. 1947 | Assendelft | 40 km | 500 | 50 |
2 mrt. 1947 | Assendelft | 45 km | 1100 | 81 |
Bijgaande kaart werd gedrukt voor een tocht op 26 december 1946, maar gebruikt voor de Dorpentocht op 2 februari 1947. Dooi gooide de 26e roet in het eten. Voor de tocht op 2 februari werden óók nog overgebleven stempelkaarten van de 11e Dorpentocht op 22 december 1946 gebruikt.
13e Dorpentocht
Op 29 januari 1950 gingen 4500 schaatsers op pad voor de 13e Dorpentocht.
De startplaatsen waren Purmerend, Hoorn en Zaandam. Er waren routes van 40 tot 90 kilometer.
De vele deelnemers aan de 13e Dorpentocht moesten een harde oostenwind trotseren, maar het prachtige ijs vergoedde veel.
De 13e Dorpentocht werd Jubileumtocht genoemd omdat de NVBHS, de Nederlandsche Vereniging tot Bevordering van het Hardrijden op de Schaats, 20 jaar bestond.
Het nummer van de Dorpentocht (“13e”) ontbreekt op de stempelkaart uit bijgelovigheid.
14e Dorpentocht
Op 31 december 1950 reden 5000 schaatsers de 14e Dorpentocht, de Oudejaarstocht (medaille) of Ouwejaarstocht (stempelkaart).
De startplaatsen waren Alkmaar, Purmerend, Hoorn en Zaandam. Er waren routes uitgezet van 30 tot 115 kilometer.
Het was erg koud op de laatste dag van het jaar 1950 en het ijs was verre van ideaal. Bovendien waren alle trajecten langer dan aangekondigd.
15e Dorpentocht
Op 31 januari 1954 reden 7100 schaatsers de 15e Dorpentocht.
Evenals de 14e Dorpentocht waren de startplaatsen Alkmaar, Purmerend, Hoorn en Zaandam. Er waren routes uitgezet van 30 tot 100 kilometer.
Nevenstaande routekaart laat duidelijk de vele mogelijkheden zien.
Er was veel wind. Ook kampten de rijders op een aantal plaatsen met zand op het ijs.
16e Dorpentocht
Op 7 februari 1954 reden 5000 schaatsers de 16e Dorpentocht. De deelnemers konden zelf hun route bepalen. De stempelkaart van de 16e Dorpentocht geeft als startplaatsen: Alkmaar, Purmerend, Hoorn en Zaandam. In werkelijkheid echter kon men op veel meer plaatsen starten. Ten noorden van de lijn Alkmaar-Hoorn alleen al waren er 13 startplaatsen.
Zelfs in plaatsen zoals De Kooy, De Haukes, Kleine Sluis en Middenmeer kon men starten. Er deden tientallen ijsclubs mee aan deze tocht. Samen hadden deze ijsclubs in een groot deel van de provincie Noord-Holland ruim 250 kilometer aan banen uitgezet en rijklaar gemaakt.
Opvallend is het stempel van Middenmeer op de achterkant van de stempelkaart van de 16e Dorpentocht op 7 februari 1954. De enige keer dat de Wieringermeer was opgenomen in de route van een Dorpentocht was op deze dag.
17e Dorpentocht
Op 5 februari 1956 reden 2200 schaatsers de 17e Dorpentocht. De startplaatsen waren Alkmaar, Purmerend, Hoorn en Zaandam. Er waren routes van 30 tot 90 kilometer.
In de vroege ochtend van de dag van de tocht begon het te dooien. Sneeuw ging in de loop van de morgen over in regen. Het ijs werd papperig en er moest veel worden gekluund. Het was al met al geen pretje. 15% van de starters haalde de eindstreep niet. Op de medaille wordt de 17e Dorpentocht Sneeuwtocht op de schaats genoemd.
18e Dorpentocht
Op 12 februari 1956 reden 5500 schaatsers de 18e Dorpentocht. De startplaatsen waren Stompetoren, Purmerend, Hoorn en Zaandam. Er waren routes van 30 tot 100 kilometer.
Het was ideaal schaatsweer. Het zonnetje op de medaille getuigt hiervan.
Voor de 18e Dorpentocht op 12 februari 1956 werden dezelfde stempelkaarten gebruikt als voor de 17e Dorpentocht op 5 februari 1956. Vaak zijn met potlood, pen of een stempel correcties aangebracht.
Van de 18e Dorpentocht werd de tocht van 100 kilometer tevens als prestatietocht verreden.
19e Dorpentocht
Op 26 december 1962 reden 3500 schaatsers de 19e Dorpentocht. De startplaatsen waren Zaandam, Avenhorn, Alkmaar, Graft en Stompetoren. Er waren routes van 45 tot 90 kilometer.
Voor het laatst - naar later zou blijken - waren de polders, plassen en vaarten van Noord-Holland en Utrecht het strijdtoneel van een Dorpentocht door de IJsbond Hollands Noorderkwartier.
In Zaandam startten 2000 van de 3500 deelnemers, Stompetoren moest het doen met 200 starters.