Noord-Westhoekrit
De Noordwesthoek rit is de oudste en langste klassieke toertocht van de provincie Overijssel en gaat door zowel de Weerribben als de Wieden.
Organisatie:
- 1941 Ad hoc Comité, bestaande uit de Vereniging voor Steenwijker Belangen met medewerking van de VVV, en adviseur J.D. Roeles (bestuurslid Steenwijker IJsclub).
- 1942 Comité van enkele ijsliefhebbers die hun sporen op dit gebied al verdiend hadden
- 1946 IJswegencentrale Zwolle – Noord-Westhoek
- 1954 Comité Noord-Westhoek
- 1956 Federatie Toertochten Noordwesthoek
- 1961 Federatie Toertochten Noordwesthoekrit
Route (bij benadering): Steenwijk, Eind van ‘t Diep, Blokzijl, Jonen, Ronduite Zwartsluis, Schutsloot, Wanneperveen, Giethoorn, Steenwijk. Vanaf de 2e tocht werd Ossenzijl in de route opgenomen. In 1963 werd de route drastisch ingekort vanwege de slechte kwaliteit van het ijs op de grote meeren.
Op de volgende data is de Noord-Westhoukrit gereden.
Winter |
Aantal verreden |
Verreden op |
Afstand in km |
Aantal deelnemers |
1942 | 2 | 16 januari | 58 | 901 |
22 januari | 67 | 1.500 | ||
1946 | 1 | 23 december | 75 | 749 |
1954 | 1 | 4 februari | 75 | 2.550 |
1956 | 1 | 11 februari | 70 | 3.000 |
1961 | 1 | 29 december | 70 | 2.500 |
1963 | 2 | 16 januari | 45 | 3.500 |
26 januari | 60 | 2.000 | ||
1982 | 1 | 15 januari | 70 | 16.312 |
1985 | 1 | 19 februari | 75 | 3.500 |
1986 | 2 | 18 februari | 85 | 3.087 |
4 maart | 85 | 1.478 | ||
1987 | 1 | 20 januari | 85 | 4.000 |
1991 | 1 | 14 februari | 83 | 6.300 |
1996 | 1 | 10 februari | 85 | 3.019 |
1997 | 1 | 3 januari | 85 | 3.500 |
De volgende medailles werden uitgereikt na het voltooien van de Noord-Westhoekrit.
16 jan.1942 |
22 jan.1942 |
23 dec. 1946 |
|
|
|
4 febr. 1954 |
11 febr.1956 |
29 dec.1961, 70km |
|
|
|
16 jan. 1963, 45km |
1985, 75km |
14 febr.1991 |
|
|
|
De toertochten
1. De eerste tocht was uitgeschreven voor donderdag 16 januari 1941. Maar het weer zat niet mee, er kwam dooi. Dus werd de tocht uitgesteld tot dinsdag 21 januari. Ook dat lukte niet. Men verschoof de tocht naar donderdag 23 januari. Maar ook toen uitstel ‘tot de weersomstandigheden hem zullen toelaten’. De organisatie dacht begin februari dat ijscondities op 10 februari wel gunstig zouden zijn, maar opnieuw moest de tocht worden uitgesteld. Het zat er in 1941 helemaal niet meer in. Het jaar daarop werd de tocht uitgeschreven voor vrijdag 16 januari en zo waar de tocht ging door. Inschrijving vond plaats in zaal Vos in Oosterstraat, na afloop afstempeling bij zaal Van der Woude aan de Oosterpoort. Sommige deelnemers kwamen van ver: Hazerswoude, Kampen, Deventer en oud-Steenwijker P.W. Pasman uit DenHaag. 54 Leerlingen van de Ambachtsschool reden onder leiding van de heer Peet ‘en bloc’ de hele route van 58 km. Alle deelnemers droegen een oranje deelnemerskaart (passief verzet?) en liepen eerst door de stad en gingen vervolgens bij Hotel Osse het ijs op. Van de 901 deelnemers waren 897 op tijd (voor 5 uur ‘s middags) terug. Deze eerste tocht was een pure toertocht.
2. Direct na het succes van de eerste Noordwesthoekrit werd de tweede al uitgeschreven voor donderdag 22 januari 1942. De route was verlengd met een lus naar Ossenzijl. Van de 1500 deelnemers haalden 10 schaatsers de eindstreep niet. Ook nu weer kwman de deelnemers uit het hele land: Drunen, Vlaardingen, Utrecht, Ellerkom, Middenveer, diverse plaatsen in Friesland, Kampen en Ommen. De inschrijving is opnieuw bij zaal Vos. De jongste deelnemer was 8 jaar. Hij werd begeleid door zijn vader. Drie broertjes Ter Schure van 9, 10 en 12 jaar uit Steenwijkerwold volbrachten de tocht met z’n drieën.
Een dag later wordt in Steenwijk de IJswegencentrale Noordwesthoek opgericht, die toekomstige versie van de tocht zal gaan organiseren. Later wordt de naam IJswegencentrale Zwolle – Noord-Westhoek, ter onderscheiding van de IJswegencentrale Zwoole – Salland en Zwolle – Twente. Het dagelijks bestuur bestaat uit A.H. Thesingh, voorzitter, J. Th. Rijkmans, secretaris en L. Kornelis, penningmeester.
3. De derde Noord-Westhoek-Rit vond plaats in 1946. Inschrijving in zaal Roxy aan de Oosterpoort. Er melden zich 749 toerrijders.
Bij de tochtrijders waren de eerste drie T. v.d. Molen (Munnekeburen), H. de Boer (Ossenzijl) en T.H. Scholten (Giethoorn).
4. Bij de vierde tocht moet worden ingeschreven bij hotel Van der Woude aan de Oosterpoort en tevens bij de andere startplaatsen Ossenzijl, Blokzijl, Belt-Schutsloot, Wanneperveen en Giethoorn.
Voor de toerrijders had het organisatiecomité een route van ongeveer 60 km uitgezet, maar bij nader inzien achtte het comité het niet verantwoord om over de Beulakerwijde te rijden. Zij moesten nu een stuk omrijden, zodat ze geen 60 maar 75 km moesten rijden. Er waren geen klachten, want het was mooi weer en men reed door een prachtig landschap.
5. De vijfde tocht zou aanvankelijk op woensdag 8 februari 1956 worden gereden, maar door plotselinge dooi moest de tocht worden uitgesteld tot zaterdag 11 februari.
Bij de vijfde tocht kon worden ingeschreven bij de controleposten in Steenwijk, Ossenzijl, Kalenberg, Wetering, Blokzijl Belt-Schutsloot, Wanneperveen en Giethoorn. Wedstrijdrjders konden alleen inschrijven bij Café Ebbelink aan het Diep.
6. De zesde Noord-Westhoek-Rit vond plaats op vrijdag 29 december 1961. Tijdens de tocht zette de dooi in, maar het ijs bleef goed berijdbaar.
7. Door de slechte weersomstandigheden in de eerste weken van 1963 was het ijs niet overal van goede schaatskwaliteit. De organisatie liet de grote meren uit de route zodat een afstand van ongeveer 45 km moest worden afgelegd. De start was ditmaal ook niet in Steenwijk, maar in Scheerwolde. De rijders werden met bussen vervoerd naar Scheerwolde. In Ossenzijl moesten de schaatsers afbinden om in een café een stempel te halen. Dit gaf de nodige ergernis. Ook liep iemand in Ossenzijl een diepe snijwond op toen hij tegen een brug botste. Het slachtoffer werd naar Emmeloord naar het ziekenhuis gebracht voor behandeling. Nadat hij was verbonden stond hij er op weer naar Ossenzijl teruggebracht te worden. Bij de bewuste brug in Ossenzijl aangekomen bond hij zijn schaatsen weer onder en lukte het hem net voor sluitingstijd om half zes in Steenwijk aan te komen. Op medisch advies moest hij zich na afloop nog een keer in het ziekenhuis in Heerenveen laten behandelen. Het grote aantal van 3.500 deelnemers, het hoogste aantal tot nu toe, werd verklaard uit het feit dat de geplande Elfmerentocht was afgelast. Een van de rijders was Reinier Paping. Het was zijn derde langere tocht na de Ronde van Spannenburg (72 km) en de marathon van Veenoord (75 km). Het was niet zo zeer de lengte van deze toertocht editie van de Noordwesthoektocht waar hij training aan had, nee het waren vooral de sneeuwomstandigheden waar hij mee kennismaakte. En die ervaring kwam hem goed van pas bij de Elfstedenwedstrijd, die hij twee dagen later won en hem eeuwige roem bracht.
8. Was de tocht op 16 januari 1963 nog heel aangenaam geweest, de tocht die tien dagen later was uitgeschreven was vanwege invallende dooi bijzonder zwaar. Voor de toerrijders was het een barre tocht. Naarmate de dag vorderde werd het ijs slechter en slechter door water en scheuren. Een van de deelnemende Friesen die zijn medaille kwam halen in Hotal Osse merkte op: “Toen ik de Elfstedentocht bij Harlingen de strijd moest staken, was ik zo moe niet als nu”. Toch overheerste bij de meesten voldoening over de eigen prestatie en de mooie route.
Eind 1963 pakt de vorst stevig uit en schrijft de Federatie een nieuwe tocht uit voor zaterdag 28 december. Helaas treedt de dooi in en wordt de tocht afgelast.
In januari 1964 keert de vorst terug en wordt de Noordwesthoek rit uitgeschreven voor woensdag 22 januari 1964 als toertocht, nu met twee afstanden: de klassieke afstand over 70 km en een verkorte versie over 40 km. Maar de tocht moest wederom worden afgelast.
Een derde Noordwesthoekrit die niet doorging was door het Federatie bestuur bepaald op woensdag 18 december 1968 en zou een lengte hebben van ca. 70 km. Nog voordat de tocht was aangemeld bij de KNSB werd hij al afgelast wegens invallende dooi.
9. Na 19 jaar kon op vrijdag 15 januari 1982 weer een Noord- worden verreden. De toerrijders kregen dezelfde medaille als die op 26 januari 1963 was uitgereikt.
10. Op dinsdag 19 februari 1985 werd de tocht wederom gereden. De toerrijders kregen nu een grote rechthoekige medaille waarop de route is afgebeeld.
11. De volgende tocht was op 18 februari 1986.
12. Op 4 maart 1986 werd voor de tweede keer in hetzelfde seizoen een Noordwesthoekrit uitgeschreven, nu alleen een toertocht. Start in Steenwijk, Ossenzijl, Kalenberg, Scheerwolde, Blokzijl, Sint Jansklooster, Belt-Schutsloot, Wanneperveen en Gierhoorn.
13. De volgende tocht was op 20 januari 1987.
14. Met 6.300 deelnemers bereikte de Noordwesthoekrit van 14 februari 1991 een nieuw deelnemersrecord. Twee schaatsers kwamen tijdens de tocht ongelukkig ten val; de een liep een gebroken enkel op, de ander een gebroken pols. Muggenbeet wordt weer als startplaats toegevoegd De deelnemers kregen een nieuwe vier vleugelige medaille met daar op de wapens van de gemeenten Steenwijk, IJsselham en Brederwiede. Aangezien er meer deelnemers waren dan verwacht wordt daarnaast ook de oude vierkant medaille weer uitgereikt.
15. De volgende tocht was op 10 februari 1996.
16. De laatste tot nu toe verreden Noord-Westhoekrit is enkel als toertocht verreden op vrijdag 3 januari 1997. Het had geen zin om één dag voor de Elfstedentocht wedstrijdrijders op te roepen om nog een wedstrijd te rijden.
De wedstrijden
1. Aan de derde Noord-Westhoek-Rit in 1946 was ook een wedstrijd verbonden. Inschrijving in zaal Roxy aan de Oosterpoort. Er melden zich 60 wedstrijdrijders.
Uitslag wedstrijd:
1. Klaas Schipper, Steenwijkerwold. Op zaterdag 8 februari 1947 werd Schipper tweede in de Elfstedentocht. Bij aankomst op station Steenwijk werd hij direct gehuldigd.
2. G. Weerman, Nijeholtwolde
3. J. Bos, Steenwijkerwold (16 jaar, ook werd wel 13 jaar genoemd)
4. 14-jarige zoon van Abe de Vries (oud-11-stedenwinnar), Giethoorn
2. Bij de vierde tocht moet voor de wedstrijd worden ingeschreven bij hotel Osse, direct gelegen aan het Steenwijkerdiep. Aan de wedstrijd werd nu deelgenomen door 81 rijders, waaronder twee dames.
De wedstrijd verliep enigszins chaotisch, omdat een deel van de kopgroep bij Belt-Schutsloot de weg kwijt raakte. De winnaars Teunes Scholten en Jan Knol, beiden uit Giethoorn, kwam hand in hand over de streep. Zij hadden het voordeel dat zij het gebied rond Belt-Schutsloot goed kenden. Na hen kwam H. Heymerink Boekelo) als derde aan, en A. Lok (Blankenham) en A. Broer (Giethoorn) als vierde en vijfde. Mej. J . van der Loo uit Zwolle werd knap 29e bij de wedstrijdrijders.
3. De vijfde tocht werd op 11 februari 1956 gereden.
Wedstrijdrijders konden alleen inschrijven bij Café Ebbelink aan het Diep.
De wedstrijd werd in een sprint gewonnen door dragline-machinist Jan Vossegat (24 jaar) uit Barneveld. Tweede werd Klaas Leffertstra (36 jaar) uit Stobbegat (nu: Vegelinsoord) en derde Henk Lamberts (35 jaar) uit Wageningen. Op de vierde plaats bleef Gerrit Weerman uit Nijeholtwolde net de vijfde man Wim van den Berg uit Haarsteeg. De inmiddels 45-jarige Klaas Schipper uit Steenwijkerwold eindigde op de zesde plaats. Een opmerkelijke prestatie leverde de 86-jarige Gerrit Brouwer uit De Blesse door de tocht in zes te volbrengen ondanks de harde noordoostenwind die het schaatsen op de grote meren zwaar maakte.
4. Aan de wedstrijd van de zesde Noord-Westhoek-Rit namen 60 rijders deel. De uitslag was:
1. G. Eising (Borne)
2. Wim de Berk (Haarsteeg)
3. Bertus Poeisz (Steenwijk)
4. Van Bladel (Haarsteeg)
5. Heeswijk (Haarsteeg)
Tijdens de wedstrijd en de toertocht zette de dooi in, maar het ijs bleef goed berijdbaar.
5. Door de slechte weersomstandigheden in de eerste weken van 1963 was het ijs niet overal van goede schaatskwaliteit. De organisatie zag af van de wedstrijd.
6. Was de tocht op 16 januari 1963 nog heel aangenaam geweest, de tocht die tien dagen later weer met wedstrijd was uitgeschreven was vanwege invallende dooi bijzonder zwaar. De wedstrijd met 115 deelnemers werd gewonnen door Johannes Wondergem uit Ens. Hij won de sprint van de 17-jarige Bennie Groen uit Steenwijk. De derde plaats werd ingenomen door Jan van Dalen uit Kallenkote en de vierde plaats was voor Albert Weys die in de Elstedentocht ook al vierde was geworden.
7. Na 19 jaar kon op vrijdag 15 januari 1982 weer een Noord-Westhoektocht met wedstrijd worden verreden. De uitslag was: 1. Jan Visser uit Bovenkarspel, 2. H. Fokker uit Kockengen, 3. Jan Roelof Kruithof uit Havelte.
8. De wedstrijd op dinsdag 19 februari 1985 werd gewonnen door Jan Roelof Kruihof die in 1982 nog derde was geworden. Evert van Benthem uit St. Jansklooster, die twee dagen later de Elfstedentocht zou winnen, werd tweede. Piet Manden uit Wapserveen werd derde.
9. De wedstrijd op 18 februari 1986 werd gewonnen door Evert van Benthem (Sint Jansklooster, tweede op enkele centimeters werd Jan Kooiman. Daarna volgende Frank Wagenmakers en Bert Koopmans (Norg) als derde en vierde. De 17-jarige Henk van Benthem, broer van Evert, kwam als B-rijder als 12e binnen.
10. Op 4 maart 1986 werd geen wedstrijd uitgeschreven.
11. In 1987 werd de wedstrijd gewonnen door Frits Schalij (Weesp), gevolgd door Piet Manden ((Wanneperveen) en Jan Eise Krompkamp (Oldeholtpade).
12. De volgende Noordwesthoekrit was op 14 februari 1991. De wedstrijd telde ruim 120 deelnemers. Start en finish vond plaats in Scheerwolde.
De organisatie kreeg achteraf nogal wat kritiek te verduren. Voor de start werden de rijders verrast met de mededeling dat zij te maken kregen met veertien kluunplaatsen over een totale lengte van 800 meter. Kort na de start vloog Piet Kleine uit Kerkenveld op een smalle sloot uit de bocht en kwam met een ‘tarzansprong’ in een boom terecht onder grote hilariteit van het toen nog compacte peloton. Vijftien kilometer verderop reed hij samen met Jan van Berkum uit Jirnsum in een wak. Ook nu weer gelach in het peloton, maar Kleine was woedend. De Leeuwarder Courant tekende uit de mond van Piet Kleine op: ‘Wie laat nu zo’n w3edstrijd doorgaan. Er zijn ook andere manieren om je gebied op televisie te krijgen. Want dat zit er natuurlijk allemaal achter. Het peloton laat zich gewoon misbruiken’.
13. Bij de wedstrijd op nogal slecht ijs van 10 februari 1996 won Jan Bakker (Wijnjewoude) in de eindsprint van Bertjan van der Veen (Sneek) en Henk Elzinga (Westergeest) en Evert van Benthem (Sint Jansklooster). Bij de dames zegevierde Boukje Bron (Hoornsterzwaag).
14. De laatste tot nu toe verreden Noord-Westhoekrit is enkel als toertocht verreden op vrijdag 3 januari 1997. Het had geen zin om één dag voor de Elfstedentocht wedstrijdrijders op te roepen om nog een wedstrijd te rijden.
Noord-Westhoekrit lied
Noordwesthoekritlied
(geschreven door Egbert Huisman uit Kalenberg, vermoedelijk jaren vijftig vorige eeuw)
1.
Wij zijn er een clubje uit Overijssels kop
Wij houden van schaatsen, wij zwieren daar op
Wij zwieren weer lustig en houden de wijs
Wij maken de tochten als sterren van 't ijs.
Refrein
Zweven op de schaatsen moet je kunnen zweven
Dan pas begint er ons bloed weer te leven
Wij oefenen te samen al is 't ijs wel wat slecht
En maken er streken zo lang en zo recht.
2.
De Steenwijker Sterrit is ons ideaal
Die tocht is een ijsfeest door sloot en kanaal
Overijssel, Overijssel wat zijt gij toch mooi
Al stooft ons de winter een ijskoude kool.
Refrein
3.
De brug bij de Pikbroek dwars over 't kanaal
Wij nemen die hinder zo glad als een aal
Wij duiken
Vast onder wij zetten ons schrap
Zo'n brug langs te duiken is ons maar een grap.
Refrein
4.
Wij zwieren dus verder met lak aan de brug
Wij steunen het vrouwvolk de hand op de rug
En zien wij een wak soms met bruisend geweld
Wij slingeren een bochtje en zijn weer de held.
Refrein
5.
In Ossenzijls huizen staat alles voor 't glas
Maar wij houden streek nog op reden gaat ras
Want Kalenberg wacht ons met zand in de baan
De mensen die schreeuwen: zie daar toch eens aan.
Refrein
6.
De bochten zijn grillig maar wij houden stand
Wie niet voor ons knibbelt blijft wel aan de kant
Geen een is meer rustig als men ons daar ziet
Ze roepen elkaar toe…en zo maar uit 't riet.
Refrein
7.
De Wetering rustig de wind grijpt ons aan
maar 't Eind van diep ziet ons de benen uitslaan
en Muggenbeet zegt nog dat is lang niet slecht
want zie toch die streken zo lang en zo recht.
Refrein
8.
Ons clubje in Blokzijl Oranje in top
Men zag daar de Sterren uit Overijssels kop
Wij namen de Kolk met en sierlijke boog
En stoven het meer op de koppen omhoog.
Refrein
9.
Want dat is pas rijden in 't merengebied
De wind om de oren en 't eind in 't verschiet
En dan nog de finish ons clubje voorop
Dat is nog eens leven in Overijssels Kop.
Refrein
Opnieuw opgetekend door mevrouw K. de Boer-Braad, Ossenzijl, 2004