Artikel 'Cloisonnétegels met winterlandschappen'
Kouwe Drukte nummer 11, april 2001, bladzijde 29 en 30
Auteur Minne Nieuwhof
De tegels, die in mijn vorige artikeltjes behandeld werden, waren meestal tegels die volgens de zogenaamde majolicatechniek gemaakt waren. Dus tegels die, na vormen in een houten raampje en na drogen, op maat gesneden werden en daarna gebakken tot een zogenaamde biscuittegel. Vervolgens werden deze met witbakkende tinglazuur geglazuurd en na decoratie een tweede keer gebakken. Het betroffen gewoonlijk tegels van voor 1900. Deze techniek wordt tot vandaag aan de dag nog toegepast, zoals in Harlingen en Makkum.
Vanaf het begin van de 20ste eeuw werd in plaatsen als Delft bij De Porceleyne Fles en later ook in Utrecht bij Westraven ook de zogenaamde cloisonnétechniek toegepast. Daarbij wordt een nog niet gebakken kleitegel in een mal van gips of metaal gedrukt. In deze mal is de afbeelding in reliëf aangebracht. Deze afbeelding wordt door het drukken spiegelbeeldig op de tegel overgebracht. Vervolgens worden de tegels bij een temperatuur van 900 graden gebakken. Daarna worden de tegels geglazuurd en wordt de voorstelling met diverse gekleurde glazuren ingekleurd en opnieuw gebakken. Het in elkaar overlopen van de verschillende glazuren wordt voorkomen door opstaande randjes tussen de verschillende ingekleurde vlakjes. Deze techniek wordt al vele eeuwen bij het decoreren van porseleinen voorwerpen toegepast. Voor het persen van deze tegels is veel gebruik gemaakt van tegelpersen. In het tegelmuseum in Otterlo staat een pers die vroeger in Utrecht is gebruikt. Perstegels herken je vaak door het voorkomen van ribbels aan de achterzijde. Bij de cloisonnétegels, ook wel reliëftegels genoemd, is op de achterzijde vaak ook het merk van De Porseleyne Fles of van Westraven aangebracht, wat het herkennen vergemakkelijkt. Siertegels, die volgens dit procédé worden gemaakt, zijn verder gekenmerkt door een bruine opstaande rand. Tot zover dit wat ruim uitgevallen technische exposé, dat nog maar zeer globaal is.
Er komen diverse varianten voor. Zo worden de tegels soms maar eenmaal gebakken. Sommige details zijn misschien dienstig om dergelijke tegels te onderkennen. Over de bij De Porceleyne Fles gemaakte cloisonnétegels werd door de heer Pols in 1995 een studie geschreven. Hij geeft een overzicht van de vele sieren herinneringstegels die van het begin, in 1913, tot 1977, toen de productie van dit type tegels bij dit bedrijf werd beëindigd. Door dit bedrijf zijn tegels met talrijke thema’s gemaakt, zoals met dieren en vogels, gebouwen en schepen, en klederdrachten en wapens. Verder tegels over oorlog en vrede en ook veel tegels die gemaakt werden bij een jubileum. Door Pols worden 48 rubrieken onderscheiden. Al deze tegels zijn in bovengenoemde studie afgebeeld. Natuurlijk ging ik in bovengenoemde studie zoeken naar afbeeldingen met tegels met winterlandschappen en schaatsers. Al gauw stuitte ik op drie tegeltjes van 11.5 x 11.5 cm met leuke winterlandschapjes. Onder de rubriek sporten trof ik verder een tegeltje van 12.0 x12.0 cm aan met een schaatser.
De hierbij gaande afbeelding laat een kerstlandschap met besneeuwde daken zien. De tegel met schaatser was na een verhuizing van de heer Pols onvindbaar. Misschien dat die nog eens boven water komt en dan zullen wij die zeker nog eens afbeelden. Van een goede kennis kreeg ik een tegel met een kraai in de sneeuw, die hierbij ook wordt afgebeeld. De oogst is wat schraal. Het is natuurlijk mogelijk dat er nog meer tegels met schaatsers voorkomen. Voor tips houden mijn persoon en ook de heer Pols zich natuurlijk aanbevolen. Voor de cloisonnétegels die door Westraven zijn gemaakt heb ik twee verzamelaars van tegels van dit fabrikaat benaderd. De één had alleen een eenvoudig winterlandschapje en de ander, de grootste verzamelaar met meer dan 300 van dit soort tegels, kon mij helaas helemaal niet helpen. De kans dat er nog eens een mooie schaatser uit Westraven op zal duiken lijkt mij wel erg klein. Maar je weet maar nooit.