Notulen IJsbond Hollands Noorderkwartier 1895-1897

  1. Transcriptie van de originele notulen van de bestuursvergaderingen en de algemene vergaderingen
  2. Notulen 3 Maart 1895
  3. Notulen 5 Mei 1895
  4. Notulen 8 December 1896
  5. Notulen 22 December 1895
  6. Notulen 28 Juni 1896
  7. Notulen 22 November 1896
  8. Notulen 20 December 1896
  9. Notulen 17 Januari 1897
  10. Notulen 20 juni 1897
  11. Notulen 17 oktober 1897
  12. Notulen 21 November 1897

Transcriptie van de originele notulen van de bestuursvergaderingen en de algemene vergaderingen

De IJsbond Holland Noorderkwartier zette zich in voor het onderhouden van 'ijsverkeerswegen'  met als doel in de winter bij voldoende vorst de steden en dorpen in de provincie met elkaar te verbinden door de aanleg en het onderhoud van geveegde ijsbanen. In 1948 werd de naam van de bond gewijzigd in het gewest Noord-Holland/Utrecht van de KNSB.

Fragment van de ijswegenkaart, die ijsvereeniging Haarlem en Omstreken in 1910 uitgaf.
Theeuwis Schouten uit Oudendijk was in 1895 initiatiefnemer tot de oprichting van de IJsbond Hollands Noorderkwartier.

Aanvankelijk was de bond uitsluitend actief in Noord-Holland boven het Noordzeekanaal, maar al rond 1910 volgde uitbreiding naar de hele provincie. De bond groeide snel uit tot een omvangrijke vereniging met ruim honderd leden. De commissaris van de Koningin in de provincie Noord-Holland trad altijd als beschermheer op.

De notulen van de vergaderingen geven een goed inzicht in de werkzaamheden van de bond en de inspanningen die werden gedaan om de ijswegen tot stand te brengen.

Opmerkingen over de notulen:

De teksten zijn letterlijk (inclusief schrijffouten) overgenomen uit de handgeschreven notulenboeken van de IJsbond.

De getallen tussen haakjes geven de pagina's in het notulenboek aan.

De tussenkoppen zijn door de redactie ingevoegd om de stukken eenvoudiger leesbaar te maken.

Redaktioneel commentaar is ter verduidelijking soms cursief en tussenhaakjes ingevoegd.

De inhoudsopgave per vergadering en de index op personen en plaatsnamen zijn eveneens door de redactie toegevoegd.

Notulen 3 Maart 1895

1e ALGEMENE VERGADERING

              Vergadering gehouden op 3 Maart 1895 door afgevaardigden van verschillende ijsclub besturen ten huize van mej. de Wed. Bos te Oosthuizen.

De oprichters

              Deze vergadering, uitgeschreven door het bestuur van de ijsclub Oudendijk, werd bezocht door de volgende Heeren:

De H.H. H. van Lienen en K. Valentijn, afgevaardigden van den ijsclub Oosthuizen.

De H.H. P. Bark, H. Nooy en D. Haan, afgevaardigden van den ijsclub Warder.

De H.H. M. Bark, J. Hooyberg en J. Groot, afgevaardigden van den ijsclub Middelie.

De H.H. Velthuys, Switzer en Grandadam, afgevaardigden van den ijsbaanclub Purmerend.

De H.H. Mannum, Houwing en de Boei, afgevaardigden van de ijsclub Edam.

De H.H. J.C.L. van der Ley en G.A. Boldingh, afgevaardigden van de ijsclub Hoorn.

De H.H. A. Weerhoff en de A. Niehoff, afgevaardigden van de ijsclub Schermerhorn.

De H.H. Le Clercq, Bakker en Zijp, afgevaardigden van de ijsclub Avenhorn.

De H.H. T. Schouten, S. Th. Minnema en P. Hoek Spaans, afgevaardigden van de ijsclub Oudendijk.

De H.H. Gleinis en de Jong uit de Schermeer (waar wel geen ijsclub bestaat maar toch eene comissie die de ijsbaan in orde laat maken en dan aan het werkvolk overgeeft) en

de H.H. Goedhart, Graftdijk en de Vries, donateurs der Hoornsche ijsclub.

 

(de donateurs van de Hoornsche ijsclub waren afgevaardigden van de Westfriesche IJsclub uit Hoorn. Dit was een andere vereniging dan de ijsclub Hoorn).

Doel en activiteiten der ijsbond

              De ijsclubbesturen Monnickendam en Kwadijk hebben aan de uitnoodiging, deze vergadering bij te wonen, geen gevolg gegeven.

De Heer Minnema heet de aanwezige H.H. welkom en stelt aan de vergadering voor een voorzitter te benoemen.

De Heer Van Lienen stelt daarop voor den Heer Minnema bij acclamatie tot voorzitter te benoemen waarmee alle aanwezige Heeren instemden. Vervolgens bespreekt de Heer Minnema het doel dezer vergadering n.l. of het niet gewenscht is, in Noord Holland benoorden het IJ een ijsbond op te richten. Spreker was van meening dat door samenwerking en aansluiting veel goeds tot stand gebracht kan worden. Door samenwerking kon verkregen worden dat:

1e           de vischbijten niet in of bij de banen gemaakt worden

2e           dat waar de breedte van het ijsvlak het toelaat, arbanen naast de schaatsenrijdersbaan worden gemaakt

3e           dat langs de banen bordjes worden geplaatst waarop het verzoek van rechts houden

4e           dat de ijsclubbesturen rechtspersoonlijkheid verkregen en

noodigt vervolgens de H.H. uit hunne meening dienaangaande te zeggen.

De Heer Bark van Warder acht het bepaald wenschelijk dat de ijsbond wordt opgericht.

De Heer van Lienen deelt mede, dat de ijsclub Oosthuizen bordjes van rechtshouden plaatst, vergunning heeft van de waterschapsbesturen om banen op de ijsvlakten te maken en hoewel geen mandaat te hebben om tot den Bond toe te treden, meent ook spreker dat het wenschelijk is dat er een ijsbond wordt opgericht.

De Heer Velthuys stelt voor den Bond op te richten, en dan bondskaarten af te geven, geldig voor alle banen der ijsclubs die tot den bond zijn aangesloten en zoodoende een bondskas te vormen.

De Heer Mannum stelt voor wanneer de bond wordt opgericht, de gemeentebesturen te verzoeken voor de gelegenheid tot vervoer langs en de berijdbaarheid van het ijs te zorgen en 2e een verordening te maken op vischbijten.

IJsbond Hunsinge in Groningen

              Vervolgens deelt spreker nog mede dat er in Groningen een ijsbond genaamd Hunsinge bestaat, en dat in Groningen, de gemeente besturen voor de verkeerswegen op het ijs zorgdragen.

De Heer Grandadam stelt voor dat de Bond subsidie zal aanvragen aan de gemeenten desnoods aan de Provinciale Staten.

              De Heer Switzer is van meening dat ieder ijsclub voor zijn eigen finantien moet zorgen.

De Heer Hooyberg deelt mede dat de ijsclub Middelie steeds moeite zal hebben de banen goed in orde te hebben om reden dat zij een zeer lang traject hebben, zoodat spreker gaarne wilde dat zij eenigzins ontlast worden waarop de Heer Bark op zich neemt een gedeelte voor Warder over te nemen wanneer Edam dit ook wil doen. De Heer Clercq deelt mede dat Avenhorn haare banen voor zoover die gemeente strekt in orde zal houden.

Samenstelling eerste bestuur

              Na nog eenige besprekingen stelt de Heer Minnema voor voorlopige den Bond op te richten, eene commissie uit de aanwezige H.H. te benoemen tot het vast stellen van een reglement, welk voorstel met algemeene stemmen wordt aangenomen.

Deze commissie zal bestaan uit de navolgende H.H. S.Th. Minnema, Mannum, van Lienen, A.C. Boldingh, Velthuys, P. Hoek Spaans, Bakker, J. Hooyberg, P. Bark en Weeshoff.

 

Er wordt bepaald dat deze commissie vergadering zal houden den 5den Mei te Oosthuizen tot het vaststellen van het reglement.

Dit reglement zal na goedkeuring door de commissie aan iedere ijsclub worden aangeboden, waarop deze van zijne al of niet toetreding bericht zend aan de secretaris dezer voorlopige commissie. Tot secretaris van de voorlopige commissie werd benoemd P. Hoek Spaans.

 

De H.H. van Purmerend nemen op zich Ilpendam tot de volgende vergadering uit te nodigen, terwijl de H.H. van Schermerhorn zorg zullen dragen dat Alkmaar, Ursem en de Rijp uitgenoodigd worden.

Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering.

 

Goedgekeurd, Oosthuizen 5 Mei.

 

Het voorlopig bestuur.

 

S. Th. Minnema, voorzitter

P. Hoek Spaans, secretaris

Notulen 5 Mei 1895

2e ALGEMENE VERGADERING

Vergadering gehouden 5 Mei 1895 ten huize van Mej. de Wed. Bos te Oosthuizen.

Vertegenwoordigd alle ijsclubbesturen, die aan de vorige vergadering hadden deelgenomen met Ursem.

De notulen der vorige vergadering worden gelezen, goegekeurd en geteekend.

Afzegging Ilpendam

              Ingekomen een brief van de ijsclub Ilpendam, waaruit blijkt dat Ilpendam een tweeledig doel voor ogen stelt, n.l. het organiseeren van feesten op het ijs en daarna het maken van ijsbanen, zoodat zij voorlopig nog niet tot den Bond kan toetreden.

Vaststelling 1e reglement

              Daarna behandeling van het concept reglement door den Heer Minnema opgemaakt. Na eenige discussie, waaruit enkele kleine wijzigingen voortvloeiden, werd het reglement goedgekeurd. Vervolgens wordt besloten eenige reglementen te laten drukken en ze aan de verschillende ijsclubbesturen te zenden.

Verder wordt nog bepaald dat iedere ijsclub vóór 1 Augustus bericht aan den Secretaris moet zenden van hare al of niet otetreding.

Daarna sluit de Voorzitter de vergadering.

Goedgekeurd ter vergadering 8 Dec. 95

 

De Voorzitter    S.Th. Minnema

De Secretaris    P. Hoek Spaans

Notulen 8 December 1896

Vergadering gehouden 8 Dec. 1896 ten huize van Mej. de Wed. Bloem te Oudendijk.

Tegenwoordig de Afgevaardigden van Oosthuizen, Warder, Middelie en Oudendijk. Afwezig de afgevaardigden van Avenhorn, Schermerhorn en Ursem.

De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd.

Ingekomen stukken.

1e           een schrijven van Edam inhoudende dat de ijsclub Edam nog niet gereed is tot den Bond toe te treden.

2e           een schrijven van Purmerend van den zelfden inhoud als no. 1.

3,4,5,6 en 7          brieven van de ijsclubs Middelie, Ursem, Warder, Schermerhorn en Oosthuizen inhoudende het bericht van toetreding tot den Bond.

8            een schrijven van Hoorn inhoudende dat de ijsclub Hoorn zich niet aansluit.

9            een schrijven van Ilpendam, inhoudende dat de ijsclub aldaar niet tot den Bond toetreedt.

Alle voor kennisgeving aangenomen.

10          een schrijven van den Heer G. Honijk, secretaris der ijsbaanclub Purmerend inhoudende of er nog gelegenheid bestaat tot den Bond toe te treden, welk schrijven door den Secretaris zal worden beantwoord en meteen het bestuur der ijsbaanclub Purmerend te verzoeken twee afgevaardigden naar de volgende vergadering te zenden.

11          een schrijven van den Heer C. Graftdijk te Hoorn om inlichtingen aangaande den toestand van den IJsbond. De Heer S. Th. Minnema heeft dit schrijven reeds beantwoord.

Eerste leden

              De Heer Minnema deelt nog mede dat de ijsclub te Avenhorn en die te Oudendijk zich ook aansluiten, alzoo zijn toegetreden: Warder, Middelie, Oosthuizen, Oudendijk, Avenhorn, Ursem en Schermerhorn.

De H.H. Nooij en de Haan hebben bezwaren tegen hunnen toetreding om reden dat Edam zich niet aangesloten heeft.

De H.H. van Lienen en Minnema achten dit bezwaar niet overwegend omdat men niet kan verwachten dat alles in zoo een korten tijd in orde kan wezen en dat Edam wellicht nog wel komt.

De heer Hooijberg maakt zich sterk dat Edam bepaald zal komen en neemt op zich om er te Edam met eenigen nog eens over te spreken.         De voorzitter stelt voor het benoemen van een bestuur uit te stellen wegens afwezigheid der afgevaardigden van Avenhorn, Ursem en Schermerhorn en over 14 dagen weder eene vergadering te houden. Dit voorstel wordt algemeen goed gevonden en de volgende vergadering alzee bepaald op Zondag 22 Dec. 's namiddags 2 ure ten huize van Mej. Wed. Bloem, aan het tolhek te Oudendijk.

 

Oudendijk, 22 Dec. 1895

De voorzitter: S.Th. Minnema

De Secretaris: P. Hoek Spaans

Notulen 22 December 1895

Vergadering gehouden 22 December 1895 ten huize van Mej. de Wed. Bloem te Oudendijk.

              Tegenwoordig den Heer Niehoff van Schermerhorn, de Heer Hooijberg van Middelie, de H.H. Velthuis en Oldenburg van Purmerend, de H.H. Minnema en P. Hoek Spaans van Oudendijk en de H.H. Clercq en Bakker van Avenhorn.

De notulen der vorige vergadering worden gelezen, goedgekeurd en geteekend.

Afbericht Warder

              Ingekomen een schrijven van Oosthuizen meldende dat beide afgevaardigden verhinderd waren deze vergadering bij te wonen.

En nog een schrijven van Warder, inhoudende dat de ijsclub Warder zich terugtrok en niet wilde toetreden voor en aleer Purmerend en Edam waren aangesloten.

Bestuursverkiezing

              Thans was aan de orde het benoemen van een bestuur t.w. een Voorzitter, een Vice Voorzitter, twee Secretarissen en één Penningmeester.

De uitslag der stemming was: uitgebracht vijf stemmen.

Voorzitter. Minnema 4 en Velthuis 1

Vice Voorzitter. Roodenburg 3 Velthuis 1 en van Lienen 1

1e Secretaris Bakker 3 Van Lienen 1 en Hooijberg 1

2e Secretaris Velthuis 3 Hooijberg1 en van Lienen 1

Penningmeester Hooijberg 3 en van Lienen 2

Alzoo benoemd:

Tot Voorzitter                    S. Th. Minema

,,  Vice Voorzitter              Roodenburg

,,  1e Secretaris    W. Bakker

,,  2e Secretaris    Velthuis

,,  Penningmeester             J. Hooijberg

De eerstgenoemde en drie laatst genoemde Heeren, ter vergadering aanwezig verklaren deze benoeming aan te nemen, terwijl de Heer Niehoff van Schermerhorn op zich neemt den Heer Roodenburg van zijne benoeming te verwittigen.

Eerste besluiten

Vervolgens wordt besloten:

1e           de noodige kaartjes en quitanties te laten drukken

2e           20 medailles te laten slaan voor eereleden

3e           300 bondskaarten te laten drukken

4e           de ijsbanen 4 meter te maken

5e           gevaarlijke plaatsen af te bakenen

6e           op de ijsborden de letters IJ.H.N. te plaatsen

7e           borden te plaatsen tot wegwijzer

8e           bordjes te plaatsen met het verzoek van rechtshouden

9e           arbanen naast de schaatsenrijdersbaan te maken waar dit van de breedte van het ijsvlak mogelijk is.

Kenteken werklieden

              Wat het kenteeken der werklieden op het ijs betreft wordt besloten dit iedere vereeniging te laten doen zooals zij goedvindt, eveneens wat de vischbijten aangaat.

Op de vraag van den Voorzitter, waar voortaan de vergaderingen zullen gehouden worden wordt besloten dit zoo hier en daar te doen.

Daarna sluit de Voorzitter de vergadering.

 

Purmerend 28 Juni 1896

 

De Voorzitter

S. Th. Minnema

 

Secretaris

W. Bakker

 

(De nieuwe secretaris W. Bakker was bepaald geen neerlandicus. In verband met de authenticiteit van de geschreven tekst zijn de taalfouten in deze transcriptie opgenomen - red.)

 

Notulen 28 Juni 1896

Vergadering gehouden 28 Juni 1896 ten Huize van Den Heer Roghier te Purmerend.

              Tegenwoordig de Heer S. Th. Minnema van Oudendijk, W. Bakker van Avenhorn, de Heeren J. Nooij en P. Bark van Warder, den Heere Zandwijk, Dk. Kwantes van Kwadijk, de Heere A. Weeshof en Jb. Groot van Schermerhorn, den Heer S. de Heer en Jb. Hille van Ursem, den Heer W. Velthuizen (bedoeld wordt: Velthuis) en Oldenburg van Purmerend. Afwezig de Heere van Edam en Oosthuizen.

De notulen van de vorige vergadering gelezen, worden goedgekeurd en geteekend.

Aansluiting Kwadijk

              Ingekomen schrijven van Edam, dat zij steeken op een punt en wel tussen bestuur der ijsclub en Gemeentebestuur, waarop volgden de aansluiting van Kwadijk dat met algemeen aplaus begroet werd, behandeld werden de Quitantie, insignes en drukwerken.

              Daarna kwam aan de orde betreffende inleggelden, waar de heer Weeshof van Schermerhorn antwoordde deze met postwissel over te maken en Oosthuizen niet tegenwoordig was, besloten werd daaromtrent een schrijven over te doen.

              Verder werd behandeld de volgende punten, welke op de Agenda voorkwamen:

ten 1e     inning van achtergebleven contributie

2e           Rechtserkenning

3e           wijziging van het Regelement

4e           Huishoudelijk Regelement

 

de Heer Hille vraagt wanneer de vergadering, waarop de Voorzitter antwoord 1 November.

Bepaald werd de bondskaarten te verkoopen aan leden en niet particulieren, en de kaarten te deponeeren bij den Heer Velthuis te Purmerend.

de Voorzitter drinkt er op aan om de koninklijke goedkeuring, omreden de vereeniging niet de statuten v/d bond kunnen teekenen.

Alle artic van het Regelement zooals bestu, met algemeene stemmen goedgekeurd.

de Heer Weeshof doet eene vraag. Wat de IJsbond doet om afdeelingen te werfen. bijboorbeeld Rijp en Schermer. war de heer Voorzitter meende bijden afdeelingen daarvan kennis hebben gegeven. Scheen niet zo te wezen.

en is besloten dat de Heere Weeshof en Hille met die Corporaties eens zouden overleggen.

den Heer Oldenburg vraagt of alle vereenigen aan de bond deel kunnen nemen waar door de voorzitter toestemmend word beantwoord.

niets meer aan de orde sluit de voorzitter de vergadering met een woord van dank voor hunnen trouwe opkomst.

 

Schermerhorn, 22 Novemb. 1896

 

De Voorzitter

S. Th. Minnema

 

Secretaris

W. Bakker

Notulen 22 November 1896

Vergadering gehouden 22 November 1896 ten Locale v/d Heer J. Wester te Schermerhorn.

 

Tegenwoordig Den Heer S. Th. Minnema, P. Hoek Spaans van Oudendijk, de Heere P. Bark en J. Nooij van Warder, de Heere van Lienen en Dekker van Oosthuizen, de Heer Roodenburg, Niehoff en Weeshof van Schermerhorn, de Heer W. Bakker van Avenhorn, de Heere Sanders en Kwantes van Kwadijk. De Heer Groot van Middelie.

 

Apsent de Heere van Ursem, Edam en Purmerend.

 

              de Voorzitter opend de vergadering met een dank a/d Heer Roodenburg voor zijn tegenwoordigheid in ons midden.

de Notulen der vorige vergadering worden gelezen en op een punt door Weeshoff van Schermerhorn aanmerking gemaakt.

dat Weeshoff niet meende op zich hebben genomen met de vereeninging Rijp en Schermer te overleggen tot aansluiting v/d Bond.

daar Voorzitter en Secretaris het de vorige vergadering van Weeshoff en Hille hadden begrepen, daarna werden van eenige woorden wisseling de Notulen goedgekeurd en geteekend.

Oprichting ijsclub Oterleek problematisch

              ingekomen schrijven van Oterleek, behelzende de volgende inhoud, dat het oprichten eene club niet gunstig staat, wat verder door den voorzitter werd voorgelezen.

Een schrijven van Hoorn was ingekomen dat wanneer zij de toestemming v/d zes steden en de Koninklijke bewilging hare statuten hebben ontvangen tot onze bond zouden toe treden.

              intussen zijn de Heere Melenbrink, voorzitter v.d Alkmaarsche ijsclub en de Heer Wigman, Secretaris van genoemde Club, binnen gekomen, door een uitnoodiging van de voorzitter Minnema te hebben ontvangen en steld de voorzitter genoemde Heere met het een en ander op de Hoogte hoever wij met de Bond gevorderd zijn, een schrijven is ingekomen van Den Heer Velthuis 2de secretaris v/d Bond dat hij bedankte voor bestuurslid v/d bond en had Den Heer Oldenburg met de vergadering in kennis gesteld.

Batig saldo: f 2,94

              daarna werd rekening gedaan van de Penningmeester, daar die niet tegenwoordig kon zijn werd besloten het nazien der rekening aan de Heer van Lienen en Niehoff over te laten waar genoemde Rekening sloot met een batig saldo van f 2,94 maar kon nog niet worden onderteekend, omdat het op geene officieele rekening geschreven was is besloten dat bij de volgende vergadering te doen.

              de Heer Roodenburg vraagt welke verplichting heeft een vereeniging aan de Bond en welke eischen kan de Bond stellen a/d vereeniging.

Waardoor den Voorzitter eenige arti. van het Regelement word voorgelezen, en den Heer Roodenburg met een en ander in kennis steld, word het genoemde Heer iets duidelijker, meent ook de toegetreeden vereeniging van Schermerhorn zoo veel mogelijk te steunen.

Financië.ele problemen Schermerhorn

maar wijst op de financieele toestand der vereeniging dat zelfs de kasteleins het eerste jaar hunne contributie niet hebben betaald, meende de Heer Roodenburg dat dit in de eerste plaats geen belangen waren omtrent de ijsvereeniging Schermerhorn.

waar door de voorzitter werd geantwoord indien men ziet dat eene vereeniging zijn best doet en alle krachten in spand, om het zoo juist mogelijk te krijgen en mocht dan door overhoopte sneeuw niet a/d verplichting kunnen worden voldaan zal de Bond indien de kas het toelaat zoo eene vereeniging bij stand bieden.

de Heer weeshoff zegt het zal wel gaan als wij maar eens een goede winter krijgen, maar zijn tot nog toe daar onvertuin (bedoeld wordt: onfortuinlijk) in geweest.

Spreker meent hoe meer ijs des te meer leden hunne vereenigin zal werven dat met aller opinie der vergadering in steund.

Bondskaarten

              daarna worden aan iedere vereeniging Bondskaarten uitgereikt en de voorzitter vraagt hoeveel Exemplare er gedrukt moeten worden voor het huishoudelijk Regelement. de Heer van Lienen steld voor van 100 stuks waarna eenige duscutie bij het voorgestelde van van Lienen blijft.

              de Voorzitter steld voor een benoeming van een 5de dagelijks bestuurslid maar bij inzien van het Regelement bleek het dat dit de eerst volgende vergadering moest gebeuren.

Werkzaamheden op het ijs

              de voorzitter vraagt zou het ook wenschelijk zijn dat wij, indien er ijs is en met de werkzaamheden begonnen zijn, eene vergadering intussen te beleggen, waar de Heer Nooij van Warder het wenschelijk achte als er 4 a 5 dagen gewerkt waren dan eens te vergaderen.

              de Heere Groot van Middelie vind het beter 14 dagen na de werkzaamheden zijn aangevangen en de voorzitter meend dat dit bij voorkomende werkzaamheden zijn eigen wel zal Regelen.

- behandeling v/n huish. regelement word uitgesteld tot de volgende vergadering -

Circulaire van Alkmaarse IJsclub

              De Heere Melenbrink van Alkmaar vraagd het woord en wijst op de serculere (circulaire) van hunne zijde rond gestuurd, het hem zoo vreemd voorkwam daar geen antwoord op te ontvangen, maar hij niet wist dat er zoo een danige bond was opgericht, en zo een vlucht genomen had. de Heer Weeshoff had de eerste serculere ontvangen en daar op geantwoord dat de vereeniging Schermerhorn niet aan de vergadering deel kon nemen om rede zij hier als Bond van Holland Noorderkwartier zijn aangesloten, nu scheen het geschreven door den Heer Weeshoff niet recht overeen te komen met de compir die daar van genomen was. na eenige woordewisseling tussen Weeshoff en Melenbrink werd dit hersteld, ook wijst de voorzitter de Heer Melenbrink er op dat het in de couranten vermeld is de oprichting v/d Bond.

de Heer Melenbrink verzoekt de voorzitter ten zijne vergadering op zondag 29 Novemb. te Alkmaar om hen in deze omstandigheden eens te helpen, en wielden ook gaarne aan de Bond toetreden, met de voorzitter zijn voor deze vergadering bij te wonen gekozen de Heer Rodenburg van Schermerhorn waar de Heer Niehoff, Weeshoff en Van Lienen als plaatsvervanger werden gekozen.

Rondvraag

              de voorzitter doet eene rondvraag aan alle tegenwoordigen, waarp de Heer Melenbrink verzoekt de statuten nog even op te houden tot een besluit van hunnen afdeeling.

niets meer aan de orde sluit de voorzitter de vergadering met de wensch dat het een matige winter moogt worden dat de Bond en alle vereenigen hun verdienstelijk mogen maken omtrend de werkzaamheden en een woord van dank aan allen die tegenwoordig waren.

 

Alkmaar, 20 Decemb 96

 

De voorzitter

S. Th. Minnema

 

Secretaris

W. Bakker

Notulen 20 December 1896

Vergadering gehouden op 20 Decemb. 1896 's voormiddgas ter half twaalf ure in het Café Centraal bovenzaal te Alkmaar.

 

Tegenwoordig

van Alkmaar de Heere Melenbrink, Wigman, Coster en Lind

van Zuid Scharwoude. de Heere G. Zomer en P. Berkhout

van Oudendijk de Heere P. Hoek Spaans en Jn. Stapel

van Kwadijk de Heere D. Sanders en D. Kwantes

van Middelie den Heer Groot

van Warmenhuizen de Heere P. Sevenhuizen en Th. Sandegaard

van Schagen J.H. Ressing

van Uitgeest de Heere J. Nienes

van Wormerveer de Heer Göbel

van Krommenie de Heere P. Preijer en P. Groot

van Koog a/d Zaan S. Lammers en G. Honing

van Avenhorn de Heere J.C. van Hoorn en P. Kempen

van Oosthuizen den Heer A. van Lienen

van Purmerend den Heer Joh. J. Maats

van Ursem den Heer Joh. Hille

van Warder de Heere Nooij en P. Bark

van Hoorn de Heere H.S. de Vries, J. Reek Pz en H.W. Hetteschij

van Schermerhorn de Heer Niehoff, Roodenburg en A. Weeshoff

van Oudkarspel de Heere J.W. Bussen en J. van Zalingen

van Schagerbrug den Heer P. Stadt

van het Hoofdbestuur S.Th. Minnema, W.Bakker en J. Hooijschuur

 

              de voorzitter opend de vergadering met een toespraak aan alle tegenwoordige en dat wij zints 3 weken geleden hier zamen waren de ijsbond Holland Noorderkwartier al met eene blijde juigtoon moogen toe roepen, omtrend de berichten die ingekomen waren van menigen afdeeling die aan de Bond zijn toegetreden en dat het gepaste spreekwoord ook er aan toegevoegd moogt worden: Eendracht maakt macht, en met de wensch dat wij in 1897-97 een goed resultaat vna de genoemde Bond mogen vernemen.

              daarna word de presentielijst van voorneoemde Heeren onderteekend, de notulen van de vergadering te Schermerhorn en vergadering gehouden te Alkmaar worden bijden voorgelezen. laatstgenoemde notulen worden op verzoek van den Voorzitter gelezen door den Her Wigman van Alkmaar en eerstgenoemde door den secretaris v/d Bond waar bijden werden goedgekeurd en geteekend en zijn wij genaderd volgens de Agenda tot punt 5.

Politieverordening

              de Voorzitter wijst elke aangesloten vereeniging erop van de Politieverordening te krijgen op het ijs daar zulks hoog noodzakelijk is om rede de vereeniging dan in rechten kan optreden omtrend het hakken van bijten in de schaatsenrijdersbanen of andere hinderpalen, die daar in voor kunnen komen. de Heer van Nienen van Uitgeest meend dat dit niet doenlijk is om rede hij een paar Artikelen uit hunnen politieverordening heeft opgenomen en de zelve in het midden voorleest dankt de Heer voorzitter genoemde Heer voor zijn belangrijke opmerking en verzoekt om die Arti later eens in te zien, waar dat door den Heer van Nienen den voorzitter terstond wordt ter hand gesteld.

Barsten in het ijs

              daarna komen aan de orde de Barsten in het ijs. de Voorzitter wijst ook op die grote hinderpalen. dat daar ook wel wat aan te doen is. want de rijs die de heer voorzitter voor 2 a 3 jaar geleden gemaakt heeft naar Amsterdam hem juist de aanleinde gedachte gaf, omdat zooveel mogelijk te doen voor komen maar hoe dat het beste te doen vraagd de voorzitter aan de vereeniging Oudendijk en Warder, omdat de voorzitter daar bij de vereenigingen een goed uitslag van dat voorstel heb ondervonden.

waarop de Heer P. Hoek Spaans van Oudendijk en den Heer J. Nooij van Warder antwoorden van met een gietpot of emmers des avonds dicht te gieten, waar de Heer v/d Bussen van Oudkarspel meend als dat opgegoten water bevriest en daar gereeden  word het slegter zal worden in plaats van beter.

de Heer van Lienen van Oosthuizen zegt dat dit ondoenlijk is, omrede de geheele banen van ijsclub Oosthuizen in de ringsloot leggen en te veel hebben te doen met het rijzen en dalen van het water in de Beemsterringsloot.

Bestuursleden verenigingen

              de Voorzitter zegt dat iedere vereeniging zijn best daar aan moet bij dragen en zoo veel mogelijk ieder zijn eigen afdeeling goed in elkander zetten, dat wanneer er iemand aan het hoofd staat van zulk eene vereeniging en het niet aanstaat door een of andere reden zijn ontslag neemt dat daar dan weer een geschikt persoon daar voor in de plaats kan treden. en met het oog op de Bond dat er van zoo een danige soms tussen gelegen vereeniging geen schade aan de hond kunnen brengen daar de afhankelijk heden soms van één persoon.

              de Voorzitter verzoekt de Heer Niehoff de ingekomen stukken voor te lezen.

punt 6 komt in behandeling.

Nieuwe leden

              Broek in Waterland is in beginsel aangenomen als lid van de Bond door een schrijven a/d Heer Melenbrink te Alkmaar.

Monnickendam blijft bij de herhaalde uitnoodiging nog onzeidig

Edam. Nooij van Warder zou het wenshelijk dat ook die vereeniging toetreed als lid v/d bond omrede er tussen Edam en Monnickendam de Banen er altijd lang niet behoorlijk te berijden zijn, waar het bestuur zal trachten eens met Edam daar in onderhandeling treden

Krommenie is toegetreden tot de Bond.

ingekomen een telegram van Winkel behelzende om de vergadering ten 2 uur bij te wonen waar op door het bstuur te laat werd van terug te antwoorden.

Voorts zijn toegetreden a/d Bond:

Alkmaar, Zuid Scharwoude Warmenhuizen, Schagen, Uitgeest, Wormerveer, Krommenie, Koog a/d Zaan ijsclub Voorwaarts, Hoorn, Schagerbrug, Winkel en Oudkarspel is in beginsel aangesloten.

              bij iedere toetreding doet de voorzitter een vraag aan de vorige toegetreden vereenigingen of er niemand tegen was. werden alle toegetreden vereenigins met een daverend aplaus begroet.

 

de heer Voorzitter steld voor om eenige arti. van de Agenda te laten passeeren tot aanstonds om rede er Heeren zijn die noodzakelijk de vergadering moeten verlaten.

Prijs van de bondskaarten

              en komt het eerst aan Art. 10 op de Agenda betreffende Bondskaarten. de Heer Stad van Schagerbrug meend dat die betaaling van 2 gulden voor een bondskaart te veel is voor zijne afdeeling en wenscht dat aan iedere afdeeling vrijwillig over te laten om de prijs niet te verplichten op 2 gulden want genoemde Heer Stad zegt dat een gulden voor lidmaatschap der vereeniging en 2 gulden voor een bondskaart 3 gudlen zou zijn en dat hij dan de verzekering gaf daar door contribuerende leden te verliezen.

de Heer Coster van Alkmaar is het niet met den Heer Stad eens en wijst hem op de nadelen die daar voor de Bond tot nadeel kunnen zijn dat dan een ieder bijvoorbaat voor een kwartier of iets minder of meer dan het geheele trieekt (trajekt) wat de Bond beslaat vrij kan passeeren, zonder verdere onkosten om ook de aangrenzende Afdeelingen daar een schadepost van zouden krijgen legt zeer zeker in de rede.

de Heer de Vries van Hoorn zou dat ook wel wat lager willen stellen dan 2 gulden om rede die eischen voor de Bondskaart hem te hoog voorkwamen.

de Heer G. Zomer van Zuid-Scharwoude meende dat ieder lid der afdeeling een Bondskaart gratis zou kunnen krijgen wat spreeker niet in de statuten had begrepen.

de voorzitter meend na verloop van tijd de Bussen op het ijs te kunnen afdoen door eene post te plaatsen. een iedere vereeniging daar de rijders bepaald iets moeten offeren 't zij voor onderhoud der banen, bruggen of posten.

daarna vraagd de Heer van Lienen het woord en is het ook niet met den Heer Stad eens maar vind toch ook de heffing van 2 gulden voor een bondskaart wel wat boog.

eveneens de Heer Preijer van Krommenie wenschte daar ook verandering in te zien zoo kwam a/d orde Arti 11 van de Agenda Regelement herziening. waardoor den Heer Voorzitter men werd besloten iedere afdeeling dat eens in ene vergadering na te gaan en te herzien en de (de) punten welke zij mede in strijd komen die schriftelijk op te geven aan het Bestuur van de Bond van alle bezwaaren van iedere afdeeling te laten drukken en circulereeren.

daarna drinkt de voorzitter er op aan tot de aangesloten vereenigings om zoo spoedig mogelijk rechts erkenning te verkrijgen om de zaken op goede voet te kunnen regelen.

in tussen worden door verschillende vereengingen de contributie en ledengelden aan secretaris en penningmeester betaald.

Een schrijven is ingekomen van de Heer Roodenburg van Schermerhorn visse voorzitter v/d Bond dat hij zijn ontslag wenschte als v voorzitter omrede er nu in de steden dat die aangesloten zijn wel andere heeren die fungsie waar kunnen nemen. Vice-voorzitter Roodenburg treedt af

              Nadat verhandeld te hebben. had er eene verkiezing plaats voor een vice-voorzitter en 1e secretaris, waar eerst een voorstel van de voorzitter werd gedaan om eenige kandidaten voor die betrekking te kiezen. Waar op de lijst kwamen van kandidaaten de Heeren Melenbrink van Alkmaar, Stadt van Schagerbrug Van Lienen van Oosthuizen, H. de Vries van Hoorn, Maats van Purmerend, Niehoff van Schermerhorn, van Vliet van Krommenie

daar werden uitgebracht 19 stemmen

De Heer Melenbrink verkreeg er 14

,,  ,,  Stadt                  12

,,  ,,  de Vries                2

De Heer van Vliet 4 stemmen

,,  ,,  van Liene 3 stemmen

,,  ,,  Maats     3 stemmen

aldus gekozen de Heer Melenbrink en de Heer Stadt. Waar de heer Melenbrink zich in de benoeming laat welgevallen, en de Heer Stadt bedankt vanwege zijne werkzaamheden, volgt eene nieuwe Stemming op genoemde Heeren

Van Vliet 12 stemmen

de Vries   1 stem

P. Preijer van onwaarde, omdat de Heer Preijer niet op de lijst der kandidaten voorkwam.

Maats 4 stemmen

van Liene 1 stem

              Aldus gekozen de Heer van Vliet met 12 stemmen. Daar genoemde Heer niet tegenwoordig was, werd verozcht door den Voorzitter aan de Heer Preijer de Heer Van Vliet daarmede in kennis te stellen. Waar de heer Preijer dit met genoegen op zich nam, zou de voorzitter daar ook nog per brief de Heer van Vliet kennis van geven.

              De heer voorzitter wijst er op om niet te veel veranderingen in eht reglement te brengen om rede men dan met het één en ander in strijd komt. De heer Coster komt terug op de Bondskaarten, die te laten teekenen door den Algemeene Penningmeester der Afdeeling, en ook maakt genoemde Heer aanmerking, op Art. 25 dat alle bestuursleden herkiebaar zijn, uitgenomen de voorzittet. Dat hij het wenschelijk zou achten dit te doen herstellen om rede den heer Coster al het vertrouwen en waardeering van den Haar Minnema, voorzitter, schonk en er aan twijfelde zulk een ijverig en bekwaam voorzitter als deze weer in ons midden te krijgen. Dat nog te meer met een daverend applaus der algemeene vergadering begroet werd.

              De voorzitter vindt de eer hem aangedaan dankenswaardig, maar kan nog geen directe uitleg geven omtrent dat Art.

Bondskaarten

De heer Preijer van Krommenie vraagt het woord omtrent de bondskaarten en was van mening dat de kaarten verkocht moeten worden en dan procentsgewijze aan de Bondskas ook een kleine vergoeding doen toe komen.

De voorzitter eene rondvraag en brengt zijn dank aan de heeren van Alkmaar voor hunne zovele moeite, opoffering en medewerking die tot steun van de Bond zijn geworden en voegt daaraan toe, dat het niet lang meer zal duren of wij zullen tonen dat de IJsbond Hollands Noorderkwartier op de sympathie van het publiek kan rekenen en hiermede werd de vergadering gesloten.

 

De voorzitter

de Secretaris

get. I.W. Ibink Melenbrink

Notulen 17 Januari 1897

Bestuursvergadering gehouden te Schermerhorn ten huize van J. Koster

 

Tegenwoordiger de heren Minnema, Ibink Melenbrink, Bakker en Hooyberg.

 

              De voorzitter opent de vergadering meet een woord van dank voor hunne tegenwoordigheid en brengt vervolgens in het midden dat het jammer is dat ons bestuur nog zoo weinig in getal is en verzoekt de heer Melenbrink de functie van eerste Secretaris waar te nemen. Waarop de heer Melenbrink toestemmend antwoord.

De stukken van 1895m 1896, 1897 worden door den voorzitter aan den nieuw benoemde secretaris, den heer Melenbrink, overhandigd.

Nieuwe leden

              De voorzitter leest een schrijven voor van Wieringerwaard, dat die vereeniging nog niet als lid aan de bond kon toe treden omrede zij nog in konden stemmen met de reglementen, omtrent de Bond. Waar de heer Melenbrink op zich neemt om met die Afdeeling daar eens over te spreken en belooft de volgende vergadering daar een uitslag vna te zullen vermelden.

              Ook was een schrijven ingekomen van Zuid Zijpe aan den heer Melenbrink om de statuten van de bond eens in te zien en toe te zenden. Wat ook aan de heer Melenbrink wordt overgelaten.

              Een schrijven is ingekomen van de afgevaardigden van Warder, omtrent de ijsclub Purmerland dat die misschien wel genegen zou zijn tot de Bond toe te treden. Dat daar overleg van de bestuursleden aan de heer Hooyberg wordt overgelaten en hij belooft daar de volgende vergadering verslag van in te dienen.

Nederlandsche Schaatsenrijdersbond

              Een ingekomen schrijven is ingekomen van de Nederlandsche Schaatsenrijdersbond welke door den voorzitter wordt voorgelezen. En gevraagd dat nu of later te beantwoorden, waarop door de heer Melenbrink wordt geantwoord.

Wat ook Hooyberg en Bakker instemmen omdat later maar te beantwoorden, om reden dat wij nu nog al wat werk hebben met onze eigen zaken.

Benoeming Van Vliet

              Ook deelt de voorzitter mede een schrijven van de heer Van Vliet, dat hij vanwege zijn drukke werkzaamheden de benoeming als bestuurslid niet kan aannemen. Daarop wordt besloten de benoeming van nieuwe bestuursleden nog eenigen tijd uit te stellen. Wat aller goedkeuring wegdraagt.

Aansluiting Edam

              Een telegram van Edam wordt aan de voorzitter voorgelezen, dat in Alkmaar is aangekomen, maar niet behandeld is. De inhoud van deze is dat Edam niet aansluit. Daarna vraagt Hooyberg het woord, dat hij er met de heer Mannen over had gesproken en dat genoemde heer Mannen er zijn best er voor zou doen om daar voor een andere afdeeling in het leven te doen roepen.

Circulaires

              Verder wordt besproken circulaires te laten rond gaan met de voornaamste punten er in, behandeld op de vergadering in Alkmaar, zoals ijsberichten van de afgevaardigden; politie-verordening, reglementswijzigingen, enz.

              De heer Melenbrink vraagt naar de bondskaarten en lidmaatschapskaarten, waarop wordt besloten die te laten drukken.

              Waarop de heer Melenbrink een vraag stelt om de namen der afgevaardigden en Afdeelingen van de toegetreden vereenigingen te ontvangen. Om rede deaanstaande circulaires aan de juiste adressen te verzenenden. De inhoud van de aanstaande circulaires worden besproken en daaor de voorzitter in rondvraagd gebracht, omtrent de herziening van het reglement.

              Waar Bakker meent door die herziening nog al in verschillende moeilijkheden te zullen komen. Dat de overige bestuursleden dat van die zijde niet inzien, waar besloten dat de voorstellen van dien aard, voor 15 April zullen worden ingewacht. En de volgende bestuursvergadering bepaald ongeveer in 't laatst van Mei '97. Door verbonden vertrek van de heer Melenbrink per tram naar Alkmaar sluit de voorzitter de vergadering.

 

Schermerhorn, 27 Mei 1897.

 

De voorzitter

S.Th. Minnema

De secretaris

W. Bakker

Notulen 20 juni 1897

Algemene vergadering v.m. 11.30 uur in het café Peperkamp te Alkmaar.

 

              Tegenwoordig zijn: Hoorn, Uitgeest, Krommenie, Zuid-Scharwoude, Oudkarspel, Winkel, Oudendijk, Oosthuizen, Schermerhorn, Middelie, Koog aan de Zaan, Alkmaar. Leden van het DB de heeren Minnema, Hooyberg en Ibink Melenbrink.

              De heer Minnema opent de vergadering en zegt dat hoewel vrezende een slechte opkomst te zien, men toch deze vergadering houden moest. Hij hoopte dat bij de beraadslagingen van de statuten niet te veel op kleinigheden moet blijven staan, bij de hoofdschotel mede gelieve men ernstig te discussiëren.

Notulen

              De notulen worden voorgelezen. Uitgeest verklaart dat deze niet geheel juist zijn, omtrent bijten. De heer Rodenburg verklaart ontslag uit het bestuur genomen te hebben in het belang van de bond.

Nieuwe leden

              Winkel en Edam worden officieel verbonden aan den Bond.

IJsberichten

              De voorzitter zegt dat ijsberichten slecht zijn opgezonden. De heer Reek uit Hoorn wijst op een tegenstrijdig iets dat Horn is overkomen, terwijl Hoorn opsomt het bericht "IJs goed", stond door een vergissing daarbij gevoegd 'IJs slecht, afgevaardigde van Hoorn'. (Dit laatste bericht kwam uit Avenhorn van de Avenhornse afgevaardigde, aldus de heren van Hoorn).

Oosthuizen zegt: "'t Was dezen winter ook niet doenbaar goede berichten te zenden. 't Eene uur was de baan goed, 't andere uur slecht."

Statutenwijziging

              Als nu komt aan de orden de verandering der statuten. De voorzitter zegt, dat enkel voorstellen beschreven op de oproepingscirculaire kunnen behandeld worden.

Oosthuizen wil vooral hebben dat het heden te nemen besluit beslist bindend is, en op de te ontwerpen statuten zo spoedig mogelijk de Koninklijke bewilliging zal worden aangevraagd.

              Bij artikel 6 is men enigszins verschillend van opvatting. Uitgeest en Middelie willen telkens f. 2,50 laten betalen, laat eene afdeeling, zoo ze bedankt heeft en weer toe wil treden, wederom betalen. 't Besluit is dat slechts eens de contributie van f. 2,50 zal geheven worden.

              Omtrent art. 13 de jaarlijksche contributie of bijdragen wordt mede levendig gediscussieerd.

Hoorn wil 5% betalen, Oudkarspel 10%. Uitgeest 5 ct. per lid. Koog aan de Zasan wil gaarne veel geld gegeven zien worden, dan kan het DB vereenigingen steunen. Het voorstel van Alkmaar om het te heffen cijfer niet in de statuten te laten wordt met algemeene stemmen aangenomen. Met 2 stemmen tegen wordt besloten voor 1897 te heffen 5%.

              art. 18. Wormerveer merkt op dat het voorstel (zie beschrijvingsbrief) is ingezonden door Krommenie.

De voorzitter brengt in stemming het voorstel Alkmaar om de bondskaarten uit de statuten te nemen, dit wordt met algemene stemmen aangenomen.

Ibinnk Melenbrink vraagt opheldering van het woord "posten". Hierop wordt meegedeeld, dat posten zijn overloopen of losse bruggen onder sluizen of vaste bruggen.

Ibink Melenbrink kan zich dan geen baan stellen zonder posten, zoodat het vrije rijden zonder verplichtend baancenten geven, zal niet bestaan.

Hoorn zegt zich aan te sluiten bij het vorostel Oudendijk - Zuid-scharwoude.

Nu ontstaat eene bespreking over recht van banen. De voorzitter licht de verschillende sprekers in dat men aan de eigenaar van het water, hetzij waterschap of gemeente, hoe ook, vergunning moet hebben om ijsbanen aan te leggen.

Schermerhorn is beslist tegen het behoud van bondskaarten, 't is veel te schadelijk voor kleine gemeenten. Oudkarspel wil ze behouden doch tegen kleine prijs. Ibink Melenbrink vindt dat men elke vereeniging vrij moet laten of men bondskaarten hebben wil of niet, doch de daarvoor te heffen som  niet boven f. 2,- te stellen.

Kleinere plaatsen schijnen mede tot behoud der kaarten te willen besluiten, b.v. Oudkarspel, Oudendijk en Zuid-Scharwoude. M iddelie, die geen enkele post heeft, zal zijns inziens mede tot behoud der bondskaarten stemmen. 't D.B. heeft zijn advies genomen met het oog om 't slechts één winter te proberen.

Oudendijk vraagt voor zijn voorstel prioriteit, dat wordt met 2 tegen 13 stemmen verworpen.

De voorzitter zegt dat dit artikel van alle kanten is bekeken en gaat tot stemming over, met 9 tegen 6 stemmen worden de bondskaarten veroordeeld.

              De voorzitter is van meening dat door dit genomen besluit het voorstel Oudendijk - Zuid-Scharwoude niet is vervallen.

              Ibink Melenbrink stelt voor bondskaarten te laten drukken, die van voren bondskaarten zijn en van achteren zijn de gewone plaatselijke kaarten, als die kaarten tegen den kostendede prijs worden geleverd zal elke vereeniging, die goedkoop krijgen en dan is 't dragen een goede reclame voor den bond. Dit voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen.

              De voorzitter zegt dat we nu toch weer bondskaarten hebben, maar dat hij dezen liever ziet, als die bedoeld waren in art. 14. We zullen van dezen kaarten goede voorraad hebben, want Hoorn en ook andere afdeelingen zullen wel groote voorraad aanvragen.

Baancenten

              Oosthuizen had gaarne willen zien dat leden van de bond niet verplicht zouden zijn om baancenten te geven.

Hierover begint men weder van over en weer te praten. De voorzitter beëindigt die bespreking met laat dan verder over aan elke afdeeling of men heffen wil baancenten Ja of Neen.

              art. 20. aangenomen volgens beschrijvingsbrief

              art. 23. idem

              art. 24. Hoorn vraagt om in mei te stemmen. aangenomen,

Alle volgende artikelen worden goedgekeurd.

              Aangaande punt 5. Verslag der Afdeelings afgevaardigden heeft geen discussie plaats.

Benoeming bestuurslid

              Punt 6. Benoeming van een lid in het Dagelijks Bestuur. Hoorn stelt voor H. de Vries en C. Graftdijk.

Koog aan de Zaan vraagt of nu al de statuten van kracht zijn, waarop de voorzitter antwoordt dat de benoeming enkel tot November a.s. is.

De heer H.S. de Vries wordt benoemd.

Rondvraag

              Winkel vraagt om de oproeping te doen 3 of 4 weken voor den datum.

Te behandelen bij Huishoudelijk reglement.

              Koog aan de Zaan geeft adressen uit Zaandijk op namelijk de ijsclubs Thialf en Willem Barentsz. Uit Zaandam zal door Koog aan de Zaan adressen worden opgegeven.

              Oosthuizen vraagt of Warder zich heeft afgescheiden. De voorzitter antwoordt dat daar niets van bekend is, doch daar 't in die gemeente kermis is, zoo zal dat de oorzaak zijn dat de afgevaardigden niet tegenwoordig zijn.

              Oudkakrspel drint aan om toch vooral hoofdverkeersbanen te verkrijgen. Hij verzocht de burgemeester van Nieuwe Niedorp te schrijven.

              Zuid-Scharwoude verzoekt Koedijk nog eens te schrijven.

              Hoorn stelt voor het aanplakken van ijsberichten.

              Oosthuizen dankt den voorzitter voor de uitstekende leiding. Daarna de vergadering met een woord van dank door den voorzitter wordt gesloten.

 

Goedgekeurd: Zaandam 21 Nov. 1897

De voorzitter S. Th. Minnema

de 2de Secretaris Ibink Melenbrink

Notulen 17 oktober 1897

Bestuursvergadering gehouden te Purmerend in het lokaal van de heer Roghaer.

 

Aanwezig de heere Minnema, Melenbrink, Bakker, Hooyberg en de Vries.

 

              De voorzitter opend de vergadering met een woord van dank aan het nieuwe bestuurslid de heer De Vries en hoopt op steun en medewerking wat de ijsbond Hollands Noorderkwartier betreft.

Statuten

              De voorzitter brengt in het mdiden dat de statuen zijn terug gekomen met 2 aanmerkingen en wel bewilliging, moest zijn goedkeuring en de domicilie, mocht niet ten huize van de voorzitter zijn, maar wel ten gemeente gekozen worden, zoodat dit door de vergadering werd besloten om in de Geemente Oudendijk het domicilie van de IJ.H.N. te kiezen.

Agenda algemene vergadering

              Voorts wordt de agenda vastgesteld voor de algemene vergadering in Octboer 1897. 

Warder bedankt

              Een schrijven van Warder is in gekomen, dat de ijsclub Warder voor zijn lidmaatschap bedankt.

              De heer Melenbrink stelt voor om uniform bondskaarten yte laten maken. Aan de voorkant bondskaart en de achaterkant de naamen van de aangesloten afdeelingen.

Begroting

              Besproken werd om de begrooting voor het volgende jaar op te maken, waar de heer voorzitter de heer de Vries en Hooyberg verzoekt dat zamen in orde te brengen en wordt aan genoemde heeren overgelaaten. Met dien bespreking geen post op de begroting te plaatsen voor steun aan hulpbehoevende afdeelingen.

              De heer de Vries moet de vergadering verlaten om persoonlijke zaken en verder wordt behandeld om de eerstvolgende algemene vergadering te Zaandam te houden dan 21 November 1897.

              Voorlopig wordt de ledencontributie gesteld op 5%. Wat aller goedkeuring wegdraagt.

              De voorzitter sluit de vergadering met een woord van dank aan alle tegenwoordige leden.

 

Goedgekeurd:

Hoorn 16 October 1898

de voorzitter S.Th. Minnema

de secretaris W. Bakker

Notulen 21 November 1897

ALGEMEENE VERGADERING, gehouden te Zaandam in 't café Neuf.

 

Aanwezig de afdeelingen Alkmaar, Avenhorn, Oudendijk, Hoorn, Scharwoude, Kwadijk, Purmerend, Middelie, Ursem, Zuid-Scharwoude, Oudkarspel, Winkel, Wormerveer, Koog aan de Zaan, Krommenie, Oosthuizen, Uitgeest, Schagerbrug, Warmenhuizen.

Van 't hoofdbestuur de heere Minnema, Melenbrink, de Vries, Hooyberg en Bakker.

 

              De voorzitter opend de vergadering met een woord dat het hem een genoegen is zoveel afdeelingen tegenwoordig te zien en brengt de verontschuldiging in, omdat de vergadering wat laat is. Dat één  en andere omstandigheden ons daar heeft toe genoodzaakt om het niet eerder te kunnen doen.

Notulen

              De notulen worden gelezen en goedgekeurd.

Ingekomen stukken

              Een ingekomen schrijven wordt meegedeeld van Minister van Justitie, dat de statuten Koninklijk zijn goedgekeurd.

Scharwoude sluit zich aan

              Van Scharwoude wordt een ingekomen schrijven medegedeeld, dat de afdeeling Scharwoude zich wenscht aan te sluiten. Dat met een applaus begroet wordt.

              De voorzitter deelt mede dat ook nog van 2 afdeelingen gasten in ons midden zijn. Namelijk van Zaandam en Burgerbrug en verzoekt de Heere, dat zij spoedig Scharwoude zullen volgen.

              Ook werd een schrijven voorgelezen van De Rijp, dat aansluiting nog onmogelijk was met een tekst van allerlei bezwaren.

Doelmatige redmiddelen

              Daarna komt aan de orde de vraag van Oudkarspel voorkomende op de agenda, 0h doelmatigste redmiddel voor een schaatsenrijder.

Waar van die redmiddels 2 tegenwoordig waren. En van de voorzitter en een van de heer De Vries van Hoorn, welke door alle afdeelingen onderzocht wroden en ook zegt de voorzitter, waar zij verkrijgbaar zijn en dat de Politie in Amsterdam dezelfde redmiddelen gebruikt. De eerstgenoemde zijn verkrijgbaar bij A.J. Petiet, mr. smid Lindengracht No. 57, Amsterdam, de 2de bij Ockhuizen, Rotterdam.

              De heer van der Busken toont een verbindingslat, ingeval de drenkeling op een afstand is, de dreg of lijn toe te steken. Waar de heer voorziter meedeelt dat bij hunne afdeeling (Oudendijk) daar haken voor langs de bruggen leggen.

Politie-verordening

              De voorzitter dringt er op aan om de politie-verordening op het ijs te krijgen, dat daar nog maar zo enkele mee klaar zijn. Het verslag dat op de agenda staat, komt voor, maarde 2 secretarissen ahdden daar niet aan voldaan. De voorzitter wijst er op dat dit ook nog niet zoveel zoude betekenen om reden wij nog niet veel ijs hebben gehad.

Financieel verslag

              De rekening van vorig jaar wordt door de Penningmeester vorogelezen.

eene ontvangst van            f. 144,99 cent

eene uitgaaf van                f. 108,96

                                                         ---------

                            Saldo     f.  36,03

waarvoor de voorzitter 3 Heeren verzoekt de rekenig na te zien, wordt deze goedgekeurd en wordt door den heer Kok de cijfers nog eens herhaald voorgelezen.

Bestuursverkiezing

Nu wordt gestemd over 7 bestuursleden.

Waarvan de voorzitter de candidaten gaarne had opgegeven gezien, door de Afdeelingen maar dat was niet gebeurd en had het Bestuur de candidaten gesteld.

De Heer Minnema steld voro om een stembureau uit te maken van de Afdeeling Warmenhuizen, Schagerbrug en Krommenie, welke Heeren dat met genoegen aannemen. De uitslag der stemming is (24 uitgebrachte stemmen):

de heer Minnema               23

,,  ,,  de Vries                     23

,,  ,,  Melenbrink  22

,,  ,,  W. Bakker   20

,,  ,,  Hooyberg                   22

,,  ,,  Lammers                    16

,,  ,,  v.d. Stadt    22

Dus alzoo gekozen de heeren Minnema, de Vries, Melenbrink, Bakker, Hooyberg, Lammers en van der Stadt.

              De voorzitter doet de rondvraag aan alle gekozen bestuursleden voor dien taak op zich te nemen, waar bij van allen een toestemmingd antwoord hoord. De voorzitter feliciteerde de herkozen en gekozen bestuursleden en bedankt de heere van het stembureau voor hunnen moeite daaraan gedaan.

Begroting

              De penningmeester leest de begroting voro voor het jaar 1898 f. 121,53 cent.

Huishoudelijk reglement

              de heer Reek van Horn vraagt of het niet goed is om die ijsberichten genoemd in artikel 4 driemaal per weken worden verzonden. De voorzitter antwoordt: "Hoe meer hoe beter. Als iedereen dat doet, wordt het een reclame voor de bond."

De heer van Liene wijst op de uitdruking van Minstens eenmaal per week, dat dit ook genoeg is om rede het nog al moeilijk is om daar een juist verslag van over te zenden. Den heer de Vries stelt: "Zou het niet wenschelijk zijn daar vaste dagen voor te stellen." De voorzitter meent dat iedereen dat wel zal regelen naar de omstandigheden.

              Uitgeest komt op de Breedte der banen terug, dat het haast niet doenlijk is die zoo breet te maken, dat ook met de Heer van Liene van Oosthuizen mening overeenkomst. Zoo wordt dat in rondvraag gebracht en met algemene stemmen aangenomen om de banen zoo het doenlijk is op 4 meter te houden

              De heer Jurgens van Purmerend vraagt hoever de steun van de bondskas strekt, om rede zij nog al vrij wat uit hadden te keren en als het streng winterde de kas gauw leeg zou zijn. Waar de heer Voorzitter het antwoord gaf om dan zoo veel mogelijk steun bij de Gemeente te zoeken.

              De heer Reek van Hoorn vraagd of het niet wenschelijk is voorjaars de contributie te betaalen om reden dat door bedanken van leden, daat de kas schade van zou leiden. De voorzitter zegd om orde te houden zulen wij het maar houden als in de statuten vermeld is, voor of 1 December. Winkel meent dat het beter is als er ijs is contributie te hebben. De voorzitter laat dit aan de afdelinge over. De heer van Liene begrijpt niet daar kwestie van te maken om rede hetgeen zaak van belang is.

Bondskaarten

              Nu komen de bondskaarten aan de orde. De heer van Herinkhuizen (Haringhuizen), Winkel, meend dat men overal vrij mooge rijden met de bondskaarten, waar de heeree van Herinkhuizen van vele kanten gesteund wordt. En ook van veel kanten bestreden wordt.

De heer voorzitter zegd dat die kaarten in hunne eigen afdeeling geldig waren, maar in eene andere afdeeling moeten zij evengoed betaalen. Waar de meeste tegen stemden.

Is het tenslotte door den voorzitter besproken om met de bondskaarten vrij op alle bondsbanen te rijden, mits bij de Post betalen, en waar zij geen post kunnen maken, daar op de banen in de bussen betalen.

              Zaandam verzoekt de voorzitter om de statuen, waar de voorzitter ze niet voor de hand heeft, beloofd Zaandam toezending daarvan en hoopt op een spoedige aansluiting.

              De voorzitter doet rondvraag. Niet meer aan de orde, sluit de voorzitter de vergadering met een woord van dank aan alle tegenwoordige leden.

 

Goedgekeurd: Purmerend 19 mei 1898

De voorzitter: S. Th. Minnema

De secretaris: W. Bakker

Bovenkant van de pagina