KD32

IJswegenkaarten - Waterland

Auteur Matthy van Klaveren

Een van de eerste schaatstochten die in Noord-Holland werd georganiseerd vond plaats in 1917. Op initiatief van het Algemeen Handelsblad kwam de 20 plaatsentocht tot stand. Er werd een ijskaart door M.F. Visser ontworpen die de titel droeg: “IJskaart voor Waterland en Omgeving”. De kaart was te koop voor 15 cent en was een uitgave van Drukkerij “Jacob van Campen” uit Amsterdam.

In het verleden zijn een aantal Poolsterleden eens samengekomen in Purmerend voor een eerste inventarisatie van ijswegenkaarten. Wij hebben toen ook een definitie samengesteld, waaraan een ijswegenkaart moet voldoen en zoals zo vaak bevestigen de uitzonderingen de regel. Ook deze kaart voldoet misschien niet helemaal aan de definitie dat een ijswegenkaart meer moet zijn dan een routekaart voor een toertocht. In rood staat namelijk de 20 plaatsentocht (waarover later meer) ingetekend en zelfs op de kaart wordt deze tocht genoemd.

De kaart inclusief marge heeft het formaat van 44,5 x 44 cm en heeft de kleuren rood, licht blauw en zwart op een grauw/witte ondergrond. De kaart stond ook opgenomen in de ochtendeditie van het Algemeen Handelsblad van zaterdag 3 februari 1917, weliswaar in een iets kleiner formaat (39,5 x 39 cm excl. marge) maar eveneens in een driekleurendruk. Dus zelfs in die tijd kwam de krant soms al in meerdere kleuren uit.

Onder de kaart in de courant stond een artikel van de hand van de ontwerper. Hij begint eerst met de beschrijving van de tocht. Waarbij hij alle 20 plaatsen langsgaat en aangeeft waar er overgestapt moet worden, waar handwijzers zijn geplaatst en waar de controleposten zijn. Het laatste stukje uit het artikel van M.F. Visser wil ik u niet onthouden en heb ik letterlijk overgenomen:

Het is de bedoeling, dat diegene die aan de wedstrijd deelnemen, om 9 uur gestart worden, terwijl de liefhebbers voor den tocht eerst half tien zullen afrijden. Deze laatsten kunnen, behoudens zekere beperking, aangezien de contrôleposten toch een sluitingstijd moeten hebben, den rit geheel naar hun eigen zienswijze regelen. Een voorrijder is er niet, aan hardrijden wordt bij den tocht niet gehecht;  juist daarom hebben ook zoovelen paren ingeschreven. De bedoeling is op deze wijze den lust in het maken van ijstochten op de schaats te bevorderen. En hiertoe kan de in den aanvang genoemde tweede bedoeling van bovenstaande kaart, n.l. voor een ieder de mogelijkheid te openen om zelf kleinere of grootere schaatsentochten  te ontwerpen, in sterke mate medewerken. Juist het zelf opmaken en daarna uitvoeren van een tocht, is op zichzelf een genot.  Dit nu maakt deze kaart mogelijk, doordat in blauw de meeste gewone ijswegen aangegeven zijn, en de roode natuurlijk uit den aard der zaak berijdbaar zijn. Behalve deze banen zijn in zwart de wegen en dijken aangegeven, benevens de dorpen met hunne kerktorens.

Voor- en achterzijde van de medaille van de
20 plaatsentocht op 3 februari 1917,
doorsnede 25 mm.

Dit is gedaan eenerzijds om daardoor een betere oriëntering mogelijk te maken, tweedens echter omdat juist daardoor de rijder veel meer geniet en zeker ook leert van de omgeving! Het groote verschil bijv. tusschen het “oude land” van Waterland en de droogmakerijen als Broeker-, Buiksloter-, Belmermeer, Purmer, Wormer enz. in verkaveling , diepteligging enz., moet dan dadelijk opvallen. Juist op schaatsen kan men van ons polderland zoveel zien. De rijders van den tocht gelieven bijv. eens nu en dan er aan te denken, dat het overstroomingswater in Februari 1916 voor al het land ten Noorden van Amsterdam en ten Zuiden van Wormer en Purmer een hoogte bereikt heeft van 2 meter op het ijs! Hij, die iets van het Kinselmeer of van de dijkbreuken wil zien, of de boeren op hunne terpwoningen bij Zuiderwoude, dus vlak bij de doorbraak, wil spreken, of daar tusschen de uitgespoelde veenklompen wil rijden, binde nu de ijzers onder en volge de blauw-gekleurde banen.

Nu had ik nooit gehoord van een overstroming in 1916, dus maar eens snel in het boek van Drs. J. Buisman getiteld “Bar en Boos” gekeken. Dit boek is bij veel verzamelaars bekend omdat daarin karakteristieken over zeven eeuwen winterweer in de Lage Landen staat opgetekend. Op blz. 237 en blz 238. staat de volgende passage:
Begin 1916 is de Zuiderzee door dagenlang stormachtig weer overvol en na de storm van 13 jan. is het water dan ook op veel plaatsen over de dijken heen gestroomd. Waterland wordt het zwaarst getroffen (honderden koeien staan na de ramp gestald in de kerken van Monnickendam en Edam), verder moet het eiland Marken het ontgelden …

Dat de kaart afgedrukt stond in de courant is wat minder verbazend als je weet dat Jacob van Campen de huisdrukker was van het Algemeen Handelsblad.  Als detail dit keer een stukje van de kaart waarbij Broek in Waterland en Amsterdam-Noord staan opgenomen. Dit stukje doet je direct terugdenken aan het boek Hans Brinker en de zilveren schaatsen. Hierin wordt op een bepaald moment een tocht beschreven van Broek naar Amsterdam.

Nog even naar de wedstrijd en tocht van 3 februari. Dit was een van de eerste toertochten die in Nederland werd gehouden zoals ik reeds eerder opmerkte. Op 27 januari was de derde Elfstedentocht verreden en dat is misschien wel van invloed geweest op het ontstaan van deze tocht. Volgens de krant was deze tocht een groot succes, maar een vervolg is er niet gekomen. Ook van de ontwerper en de drukker zijn bij mij geen verdere ontwikkelingen met betrekking tot schaatsen of ijskaarten bekend.

Bronnen

1. Persoonlijke archieven van Aad v.d. Ouweelen en Matthy van Klaveren

2. Drs J.Buisman - Bar en Boos - 1984 - Bosch en Keuning

3. Algemeen Handelsblad van zaterdag 3 februari 1917

Bovenkant van de pagina