Artikel KD38
IJswegenkaarten - De IJskaarten van de Krimpenerwaard (deel 3)
Auteur Matthy van Klaveren
De derde kaart van de Krimpenerwaard uit 1934
Uit onderstaande passages uit het notulenboek over de jaren 1933 en 1934 blijkt dat er in 1934 nog een kaart is geweest. Waarschijnlijk heeft de kaart uit 1925 daar model voor gestaan, maar zijn er een aantal wijzigingen op aangebracht. Interessant gegeven is natuurlijk dat je uit de financiële verhandeling in het verslag van 1934 zou kunnen opmaken dat de heer Mohr zonder toestemming van de voorzitter toch doorgedrukt heeft om de bondswegen met een rode lijn aan te geven. De oplage is echter beperkt tot 88 stuks en dat verklaart gelijk waarom ik tot op heden deze kaart nog niet ben tegengekomen. Vreemd is wel dat er van de kaart uit 1925 toen 1000 zijn gemaakt en dat die binnen 8 jaar van de hand zijn gegaan, terwijl men nu maar een aantal van 100 wil laten maken. Tenzij er nog voldoende op voorraad waren, maar men een beperkt aantal kaarten wilde bezitten die geheel waren bijgewerkt naar de laatste situatie. Indien dat laatste het geval zou zijn, dan zou je verwachten dat juist de ijsclubs de laatste versie zouden bewaren, maar zowel ijsclub Stolwijk als ijsclub Lekkerkerk heeft alleen een exemplaar uit 1925. Hieronder de twee stukken letterlijk uit het notulenboek.
Vergadering IJsbond “Krimpenerwaard” op woensdag 25 oktober 1933
Als punt 8 der agenda, over de bijwerking en verbetering van de bondskaart, ontspint zich een uitvoerige discussie. De voorzitter brengt in herinnering, dat in de vorige vergadering was afgesproken, dat
elke ijsclub hun bondswegen kaart, eventueel gewijzigd, zouden opsturen aan den heer Mohr, afgevaardigde voor Ouderkerk a/d IJssel, die dan de kaart in zijn geheel zou uitwerken. De heer Mohr deelt daarop mede dat Lekkerkerk en Berkenwoude hieraan voldaan hebben. Krimpen a/d Lek dient staande de vergadering zijn gewijzigde kaart in, en dus het plan nog in het zelfde stadium verkeert, als vorig jaar. Ouderkerk a/d IJssel vraagt een nadere verkeersweg van hun gemeente naar Lekkerkerk, over de Lekkerkerkschen boezem, want thans moeten de Ouderkerkers over Krimpen a/d IJssel en Krimpen a/d Lek naar Lekkerkerk trots dat hun gemeente aan elkander grenzen. Doch de vraag rijst: wie maakt het pad daarvoor? Het is op Lekkerkerks grondgebied, doch Ouderkerks belang. De voorzitter zegt, dat in de jaarvergadering der ijsclub Lekkerkerk verleden jaar uitdrukkelijk is besloten, dat ze de verantwoording van een pad op gemelde boezem niet op zich neemt. Als het zoo uitkomt, wil die club daarop wel eens een pad maken, doch niet verplichtend. Die kwestie blijft daardoor nog onopgelost. De afgevaardigde van beide clubs spreken af, elk in hun vereeniging deze kwestie nog eens te bespreken en als het niet anders kan voor gezamenlijke rekening het bewuste pad te banen en te beveiligen. Er wordt besloten, als die kwestie Lekkerkerk – Ouderkerk is opgelost, den heer Mohr op te dragen 100 stuks nieuwe kaarten te laten maken, die naar schatting f 25 à f 30 zullen kosten, nadat hij zich te voren met verschillende clubs zal hebben vergewist van de juiste weg.
Vergadering IJsbond “Krimpenerwaard” op woensdag 7 november 1934
Naar aanleiding van het voorlezen van de notulen zegt Krimpen a/d IJssel dat zij meende dat er 50 ex. zouden worden besteld van de bondskaarten van de Krimpenerwaard in plaats van 100 zoals in de notulen is voorgelezen. De voorzitter deelt daarop de geschiedenis mede, hoe het gegaan is met die kaarten. Volgens opgaaf van den heer Mohr van Ouderkerk a/d IJssel, die voor wijziging en drukken der kaarten zou zorgen, zouden die 100 kaarten f 25 à 30 kosten. Later heeft hij de voorzitter schriftelijk gevraagd om daarop de bondswegen met een rooden lijn aan te geven, hetgeen f 17,00 meer zou kosten. De voorzitter heeft daarop geen toestemming gegeven, aangezien hij voor zoon extra uitgaaf zich niet verantwoord achtte. Thans blijkt dat den Heer Mohr toch is doorgegaan, en zijn de kaarten ter vergadering aanwezig, evenwel geen 100 stuks er schijnen er zoon stuk of 12 te ontbreken. Door den Heer Mohr is de nota à f 47 al ontvangen van den penningmeester, bovendien is hij vertrokken van Ouderkerk a/d IJssel, dus kunnen wij moeilijk anders doen dan ’t zaakje maar goed te keuren.
De vierde kaart uit 1943?
Op de vergadering van november 1942 wordt besloten tot het aanschaffen van een nieuwe kaart van de ijswegen der Krimpenerwaard. De kaarten zullen gedeeltelijk bij den heer Stuurman en gedeeltelijk bij drukkers in Stolwijk (de
Graaf en de Groot) gedrukt worden. Twee maanden later in januari 1943 wordt bij de rondvraag medegedeeld dat de toeristenkaartjes voor de Krimpenerwaard niet meer mogen worden gedrukt. Dit was zonder twijfel in opdracht van de bezetter. Echter de laatste zin in de notulen van november 1943 werpt ineens een ander licht op de zaak: ‘Nadat nog was medegedeeld dat de volgende vergadering volgens rooster te Bergambacht gehouden zal worden, en op de valreep nieuwe kaarten van de ijswegen in den Krimpenerwaard werden uitgedeeld, sluit de voorzitter de vergadering onder dankzegging.’
Wie het weet mag het zeggen, maar het lijkt er op dat er dus in 1943 nog een kaart is geweest. Alle gegevens blijven in duister gehuld, zoals de prijs, de oplage en of de kaart was gewijzigd. Bovendien wordt de kaart bij twee drukkers gedrukt en gevoelsmatig denk ik dan, dat het een rechtoverkopie is geweest van de kaart van 1925. De drukkerij van Stuurman heb ik nog niet weten te lokaliseren; wel komt deze naam nu nog veel voor in Schoonhoven. De bezetter zal in eerste instantie geen toestemming hebben gegeven en waarom daar later dan toch weer op terug is gekomen blijft ook in nevelen gehuld. Misschien zijn er verzamelaars in de Krimpenerwaard die hier nog nadere gegevens over kunnen achterhalen. Ook ik zal verder blijven speuren. Mochten er nieuwe gegevens beschikbaar komen dan laat ik dat zeker weten.
Schaatstochten in de Krimpenerwaard
In 1912 wordt in de vergadering ter sprake gebracht om een tocht of wedstrijd te organiseren door de Krimpenerwaard naar aanleiding van het 20-jarig bestaan. Uiteindelijk na enige discussie wordt eerst het voorstel voor een wedstrijd in stemming gebracht en verworpen. Vervolgens komt het voorstel van Krimpen aan de Lek voor een tocht in stemming en wordt besloten het bestuur te machtigen om met ijsgelegenheid dit punt af te werken. Waarschijnlijk door het ontbreken van ijs komt hier niets van, in ieder geval wordt er niets meer over gemeld.
In 1928 wordt er opnieuw gesproken over het houden van een tocht. De ijsclub uit Krimpen aan de Lek wil een Elfstedentocht gaan organiseren en krijgt daarvoor de laatste bondsmedaille. Hiervoor was namelijk nogal wat commotie ontstaan over de bondswedstrijd, een hardrijderij, waarbij het in het begin zo was dat de andere clubs binnen de bond op die dag geen wedstrijden mochten houden. Inmiddels had Stolwijk de knuppel in het hoenderhok gegooid door te verklaren dat als de wedstrijd op donderdag was, zij ook een wedstrijd zouden houden, want zij hadden de donderdag zich toegeëigend. Inmiddels waren er clubs binnen de Krimpenerwaard die geen lid (meer) waren van de bond, zoals Haastrecht, Vlist, Achterbroek en ’t Beiersche en ook een tweede club uit Lekkerkerk. De vergadering kon zich dus wel vinden in een nieuwe uitdaging van een tocht, want met de bondswedstrijd zou het nooit meer goed komen. Deze Elfstedentocht Krimpenerwaard verdwijnt net zo snel als hij gekomen is en in 1936 komt Stolwijk met een voorstel voor een Negen Dorpentocht. Nu wordt er direct een commissie gevormd en bovendien een aardig startbedrag vanuit de bond beschikbaar gesteld.
In 1938 is het dan zover, de eerste Negen Dorpentocht kan worden verreden. Zowel een wedstrijd- als een prestatietocht wordt er gehouden. Op 24 december 1938 is Stolwijker Arie Berkouwer de eerste winnaar. Ook in de jaren 1940, 1941, 1942, 1947 en 1954 was de tocht zowel open voor wedstrijdrijders als tochtrijders. Start en finish vonden plaats in Stolwijk. De tocht van 1954 was de laatste die als wedstrijd werd gereden.
Daarvoor was er binnen de bond nogal wat discussie of de wedstrijd wel moest worden gehouden. Er waren afgevaardigden die vonden dat er nogal veel extra inspanning nodig was, terwijl het deelnemeraantal terugliep, maar juist bij de tocht de deelname groeide. Bij de latere versies van 1986, 1996 en 1997 was er alleen een toertocht. In totaal zijn er nu dus negen Negen-dorpentochten verreden. De afstand van de tocht kan nogal verschillen. De tocht uit 1938 zou 75 km hebben gemeten, de tocht uit 1996 had een lengte van 100 km, maar er komen ook tochten voor met een lengte van 85 km en 65 km.
De Stolwijkse Lansingtocht is een tocht die al snel op de agenda staat. Een groot gedeelte gaat over het parcours van de Negen-dorpentocht dat ligt in de driehoek Stolwijk, Gouda en Berkenwoude. Als men één keer rond gaat dan heb je een afstand van 25 km achter de gekromde rug. Er is namelijk een aantal lage bruggen waar je op de knieën onderdoor gaat. Zo moet je bij Stolwijk over een plankier onder de provinciale weg door. Bij de Kromme, Geer en Zijde- tocht dacht ik eerst dat de Kromme Geer een watertje was, maar dat is onjuist. Vroeger bestonden drie afzonderlijke polders: de Kromme polder, de Geerpolder en de Zijdepolder. Deze werden samengevoegd, waarna de nieuwe polder de naam Kromme-, Geer- en Zijdepolder kreeg. De tocht gaat dus door deze polder en heeft een afstand van 25 km. Poldertocht Bergambacht heeft twee verschillende rondjes, één van 25 km en één van 35 km. Beide rondjes kan men naar hartenlust combineren. Hierdoor ontstaat een groot aantal mogelijke afstanden. Naast Bergambacht doet men ook Berkenwoude aan.
Op de grens van de Krimpenerwaard en de Lopikerwaard wordt de Tweeprovinciëntocht verreden. Ook deze tocht vind je al snel op de schaatskalender. Men heeft de keuze uit een afstand van 20 of 40 km en ook nu kan men het traject natuurlijk meermalen afleggen. Bij het scheiden van de markt in 1963 werd op 2 maart de 1e Boezemtocht Lekkerkerk verreden over een afstand van 20 km. Hoewel de aanduiding 1e aangeeft dat men van plan was hiervan een zo mogelijk jaarlijks terugkerend gebruik te maken, heeft de 2e editie tot op heden nog niet plaatsgevonden. De Lekkerkerksche Boezem is een boezemwater tussen Lekkerkerk en Ouderkerk a/d IJssel en kwam al in de beginjaren van de IJsbond Krimpenerwaard ter sprake. Het raakte namelijk een ander probleem binnen de ijsbond: wie houdt welk stuk schoon? In de notulen van 1933 werd gemeld dat het Lekkerkerks grondgebied was, maar Ouderkerks belang. Of er in beide plaatsen gestempeld werd bij die tocht is mij niet bekend.
Het zou erg leuk zijn indien er nog weer eens een nieuwe ijskaart komt van de Krimpenerwaard, want dan kan je thuis nog eens in alle rust nakijken waar je die dag zo lekker gereden hebt.
Bronnen
Archief van de IJsbond Krimpenerwaard
Foto’s: Wim van Herk