Artikel KD56

IJskaart van Zuid-Holland uit 1909

Auteur Matthy van Klaveren

In het Nieuws van de Dag van 18 september 1909 is een verslag opgenomen van de jaarvergadering van de Zuid-Hollandsche IJsvereeniging. Er wordt gemeld dat er een nieuwe kaart gemaakt gaat worden in een oplage van 4000 stuks en dat deze niet los in de handel komt, maar alleen bij de ‘afdeelingen’ (ijsclubs) te verkrijgen zal zijn. De derde druk van de drie kaarten met bijbehorend gidsje uit 1902 is dan waarschijnlijk uitverkocht. Ik heb niet kunnen achterhalen hoe groot die oplage is geweest, maar dat ze op zijn is opmerkelijk, want na 1902 gaven de winters wel wat vorst maar overdadig was het niet. Nu na de laatste winter die ons ook de eerste officiële Elfstedentocht bracht moet er een nieuwe kaart komen. Of zijn er andere factoren in het spel geweest? De kaarten uit 1902 konden worden aangeschaft voor een gulden; de kaart die in 1909 verschijnt kost f 0,25 (papier) en f 0,75 (linnen). Speelden de kosten en/of de uitgave op linnen ook een rol? We moeten hierna wachten tot 1934 voordat er weer een nieuwe kaart komt, tenzij er een kaart is geweest waar we het bestaan nog niet van weten. Dat laatste is niet echt waarschijnlijk, want ook in de kranten en bladen is hierover niets terug te vinden.
 
 

IJsvereniging wordt IJsbond

Na 1909 volgen er een lange reeks slappe winters tot de winter 1921-1922, met uitzondering van winter 1916-1917. In 1923 wordt de Zuid-Hollandsche IJsvereeniging omgedoopt naar IJsbond. De kaarten die bij de bond en het ijsbureau in Warmond nog voorradig zijn worden aangepast. Het woord ‘vereeniging’ wordt doorgehaald en daarachter wordt BOND gestempeld, of er wordt een dunne strook geplakt over de oude naam en op de strook staat de nieuwe naam gedrukt. Zo zijn er dus drie varianten van de kaart: model a met de naam ZUID-HOLLANDSCHE IJSVEREENIGING; model b met ZUID-HOLLANDSCHE IJSVEREENIGING BOND (gestempeld) en model c met ZUID-HOLLANDSCHEN IJSBOND (op een strook gedrukt die over de oorspronkelijke tekst is geplakt). Heb je een kaart in bezit met een van de laatste twee teksten dan mag je aannemen dat de kaart pas na 1922 in omloop is gekomen.
De kaarten b en c zijn verder geheel gelijk aan model a en waren dus al die tijd in voorraad. Zoals reeds opgemerkt waren er nogal wat zachte winters geweest en dan is de verkoop van ijskaarten ook minimaal.

Archief Koninklijk Huis
In mijn bezit heb ik een exemplaar van de kaart die ooit heeft toebehoord aan de Afdeeling Sassenheim, tenminste dat staat links op de kaart geschreven. Daaronder staat geschreven voor welk deel zij verantwoordelijk waren; dit staat ook op de kaart ingetekend.
Toen Niko Mulder op zijn zoektocht naar de reddingsklos van Ubel Wierda (zie Kouwe Drukte 55) bij het Koninklijk Huis Archief terecht kwam, kreeg hij nadien nog een reactie dat men er ook een ijskaart had en wel deze zelfde kaart met links boven de geschreven tekst ‘IJsclub Voorhout’. Zij waren verantwoordelijk voor 9 km ijswegen en ook die waren ingetekend.

Revue der Sporten 13 oktober 1909
Collectie Harry Karssies

Het lijkt er dus op dat er in een vergadering de ijswegen tussen de afdeelingen (ijsclubs) is verdeeld en dat alle clubs een ijskaart hebben meegekregen. Hoe de kaart uiteindelijk in het archief is beland weet ik nu nog niet, misschien toch nog eens een afspraak maken.

Omniplexschaatssysteem
De reddingsklos is dus aanwezig in het Koninklijk Huis Archief, maar in een verzameling van een van onze leden ben ik de klos nog niet tegengekomen. Dat betekent dat er niet veel bewaard zijn gebleven. Komt dat omdat er weinig van zijn verkocht of dat de houdbaarheidsdatum is overschreden voor veel oud-bezitters en ze in de kliko of haardvuur in rook zijn op gegaan? Naast reclame voor deze klos aan weerszijde van de kaart wordt er ook reclame gemaakt voor het Omniplexschaatssysteem. Beide waren een vinding van Ubel Wierda. In het boek Van glis tot klapschaats van Wiebe Blauw kunt op blz 210 e.v. nalezen hoe de mallen uiteindelijk in 1906 bij firma G.S. Ruiter terechtkomen. Waren het eerst Multiplex schaatsen nu heten ze Omniplexschaatsen. De eerste heeft nagenoeg elke schaatsverzamelaar wel in zijn bezit, maar van de tweede zijn er maar erg weinig teruggevonden. Ligt ook hiervoor de oorzaak in de zachte winters die volgen na de winter van 1908/1909 en dus na de uitgave van deze kaart? In De revue Der Sporten van 13 oktober 1909 staat een uitgebreid en lovend artikel over deze schaatsen met een hele serie foto’s. Het systeem bestond uit meerdere ijzers die je in deze schaats kon plaatsen.
Jan Gores bezit een exemplaar van deze G.S. Ruiter schaatsen, maar slechts met één ijzer. René Diekstra heeft in 2001 nog een boekje geschreven en getekend getiteld Ubel Wierda Schaatsontwerper. Dit boekje uitgegeven door het Eerste Friese Schaatsmuseum verhaalt o.a. ook over het Omniplex systeem.

Collectie Jan Gores
Foto’s Hans van der Donck

 

 

 

 

 

 

De kaart
Nog even terug naar de kaart, deze is minder bruikbaar dan zijn voorgangers. Dit komt onder andere door de toegepaste schaal van 1:155.000 en grote hoeveelheid informatie die er op gedrukt staat. Misschien handig als je thuis in de stoel zit, maar minder als je op een kruispunt van ijswegen staat en je wilt zien of je nu rechts- of linksaf moet slaan. Rechtsonder in de hoek is nog een detailkaartje opgenomen van de Vijvers in het Haagsche Bosch. Hier is een schaal toegepast van 1:4000 en tevens worden de waterdiepten aangegeven in decimeters. Dan wordt alles gelijk weer veel duidelijker. Als de opvolger in 1934 verschijnt, die in samenwerking met de ANWB wordt uitgegeven, is de schaal 1:50.000. Het zou mij niet verbazen dat men zelf ook de conclusie had getrokken dat de toegepaste schaal op de kaart van 1909 niet voor herhaling vatbaar was.

Detailkaartje opgenomen van de Vijvers in het Haagsche Bosch

Verantwoording
Met dank aan Aad v.d. Ouweelen, Harry Karssies, Jan Gores, Niko Mulder en Hans van der Donck voor foto’s en informatie. Overige geraadpleegde bronnen Van Glis tot Klapschaats en Weerstation Losser.

 

Bovenkant van de pagina