Schaatsenfabriek E.Vonk
- De fabriek 1924 - 1960
- Algemene informatie
- Plattegrond van de fabriek
- Rondgang door de fabriek
- Tentoonstellingen
De fabriek 1924 - 1960
Het begrip schaatsenfabriek is rekbaar. Na de voorzichtige introductie van de industrialisatie in Nederland in de loop van de 19de eeuw gingen ook schaatsenmakers er toe over zich schaatsenfabrikant te noemen. In de praktijk betekende het in veel gevallen niet veel meer dan dat een plaatselijke smid met een of twee knechten zich toelegde op het maken van schaatsen. De schaatsenfabriek was in feite gewoon een smederij of timmerwerkplaats. Het verschil met andere smederijen of timmerwerkplaatsen was dat er meer schaatsen werden gemaakt. Aan het einde van de 19de eeuw maakte de toepassing van de stoommachine en de elektromotor het mogelijk de productie van schaatsen op te voeren en kon in een aantal gevallen gesproken worden van een fabriek waarin ambachtslieden in een productielijn werkten. Eerder is al opgemerkt dat schaatsen voor vrijwel alle schaatsenmakers een bijproduct is gebleven. Dat betekende dat de fabriek niet enkel was ingericht voor het maken van schaatsen. Een uitzondering daarop vormde de schaatsenfabriek van Egbert Vonk (1890-1971) uit Oudeschoot, die zich tussen 1919 en 1960 volledig toelegde op de fabricage van schaatsen. Nadat hij tussen 1905 en 1914 bij Ruiter in Akkrum het schaatsenmaken had geleerd, richtte hij na de Eerste Wereldoorlog een eigen schaatsenfabriek op in Oudeschoot. Aanvankelijk in de vorm van enkele schuurtjes, maar nadat de verkoop van zijn schaatsen zich gunstig ontwikkelde, liet hij in 1925 een echte fabriek bouwen. Aan de hand van bewaard gebleven fotomateriaal maken we een rondgang door de fabriek.
De fabriek is zeer waarschijnlijk ontworpen door Vonk zelf, waarbij de situatie van de Ruiterfabriek in Akkrum waarschijnlijk als voorbeeld heeft gediend. De fabriek is gebouwd door zijn zwager Jochem Brandsma die in Oudeschoot een aannemersbedrijf had.
De fabriek en het woonhuis zijn in 1925 gebouwd. Aanvankelijk bestond de fabriek alleen uit het lange gedeelte waarin zowel op de begane grond als op de eerste verdieping negen ramen waren geplaatst.
Er was een directe verbinding tussen het woonhuis en de fabriek, zowel op de begane grond als op de eerste verdieping. Het dwarsgedeelte aan de achterzijde is enkele jaren later gebouwd.
Op de foto zijn te herkennen van links naar rechts: houtzetter Siebe Stoelwinder (1907-1969) uit Wolvega, de smid, een medewerker uit St. Nicolaasga, directeur Egbert Vonk, een onderwijzer die even langs komt, twee onbekende bezoekers, twee onbekende medewerkers, houtzetter Albert Kuiper uit Nijehorne en tot slot nog twee onbekende medewerkers.
De drie bezoekers dragen allen een hoed, de medewerkers een pet of alpinomuts
Dit kubusachtige achterste gedeelte is in 1930 gebouwd toen de oorspronkelijke fabriek te klein werd. Het gebouw is circa 6 meter hoog.
In hoofdlijn werd het grove werk op de begane grond uitgevoerd terwijl de afwerking en de opslag op de eerste verdieping plaatsvonden. Onder het grove werk vielen de metaalbewerking (het smeden en slijpen) en het verzagen van de houtposten. Voor het grove werk werden verschillende machines en zwaar materiaal gebruikt waardoor een solide ondergrond noodzakelijk was. Nieuwe slijpstenen waren twee meter in doorsnee met een breedte van 40 cm.
Onder het afwerken werden begrepen: het verder afsteken en schuren van de houten, het lakken van de houten, het monteren van de complete schaatsen en het inpakken.
Algemene informatie
Andere pagina's over Egbert Vonk
Overzichtspagina met alle informatie over o.a de geschiedenis, geproduceerde modellen en merktekens van deze schaatsenmaker.
In de Reclame Galerij van Egbert Vonk kunt u reclamemateriaal zoals posters en etiketten van deze schaatsenmaker bekijken.
Plattegrond van de fabriek
Hieronder wordt een schematische weergave van de inrichting van de begane grond en de eerste verdieping gegeven:
Rondgang door de fabriek
Van het maken van schaatsen in de fabriek van Vonk is een filmpje (ca.1940) gemaakt.
De rondgang door de fabriek is ook te zien aan de hand van 10 foto’s. De foto’s 1 tot en met 5 geven de situatie op de begane grond weer. De foto’s 6 tot en met 10 zijn genomen op de eerste verdieping.
1: Het verhitten van het ijzer
Nadat het bandstaal met de staalschaar op maat geknipt is, wordt het staal door de smid in het vuur verhit zodat het bewerkbaar wordt.
2. Bewerken van het verhitte ijzer
De smid bewerkt het verhitte ijzer met een smeedhamer om de verschillende modellen te verkrijgen. Daarna wordt het ijzer kort in olie of water gedompeld om af te koelen, waardoor de juiste hardheid van het staal wordt verkregen: het laten ‘schrikken’ van het staal.
3: Richten en slijpen van het ijzer
Vervolgens wordt het ijzer gericht en slepen. Met name de achterkant van het ijzer en de punt met de toon moeten van fijn geslepen worden.
4: Controle door de heer E.Vonk van het ijzer
De klaargemaakte ijzers worden nu opgehangen. Vonk controleert zelf de kwaliteit van het halfproduct.
5: Uitzagen van het schaatsmodel
Met de lintzaag worden de ingekochte posten op maat gezaagd, nadat eerst met behulp van een mal de vorm van het houtje op de post is afgetekend. In termen van de schaatsenmaker hebben we nu te maken met ‘ongeschulpte houtjes’.
6: Bewerken van het hout
Het ruwe houtje wordt door een schaatsenhoutmaker in vorm gebracht. De onderkant gaat over een freesmachines, maar met name de hals moet handmatig met trekbeitel en schaaf worden bewerkt; geschulpt in vaktermen. De riemgaten worden met een boor aangebracht, evenals het gat voor de hakschroef.
7: In elkaar zetten van het hout en het ijzer
Zodra het hout en het ijzer als losse onderdelen gereed zijn, worden beide onderdelen in elkaar gezet. Er mag geen ruimte zitten tussen het ijzer en de houtgleuf, zodat het ijzer met een korte hamertik in de gleuf wordt geplaatst. Vervolgens wordt de hakschroef aangedraaid.
8: Lakken
De houten worden gelakt. Meestal werd een eerste laag met lijnolie aangebracht. Daarna werd de schaats nog twee of drie keer voorzien van schaatsenlak. Het lakken gebeurt hier nog handmatig, later wordt een lakbad gebruikt waardoor enkele tientallen schaatsen tegelijkertijd gelakt kunnen worden.
9: Laatste controle door de heer E.Vonk
Nadat de lak gedroogd is, is de schaats af. Dat is het moment dat Vonk zijn finale inspectie pleegt om te voorkomen dat er ondeugdelijke producten de deur uitgaan.
10: Klaar voor aflevering
De schaatsen worden van een Vonksticker voorzien. In principe kunnen de schaatsen nu in speciale dozen worden ingepakt en vervolgens worden opgestuurd naar de verschillende wederverkopers in het land. Afhankelijk van de bestelling worden de schaatsen voorzien van het leerwerk.
De schaatsfabriek Vonk had een gedetailleerd werkbriefje voor het maken van de schaatsen.
Tentoonstellingen
De volgende foto is van een tentoonstellingspiramide waarop de verschillende schaatsmodellen worden getoond. Een dergelijke piramideopstelling werd ook door Ruiter in Akkrum toegepast in de tijd dat Vonk voor Ruiter werkte. Tegen de punt van de piramide hangen schoonrijschaatsen, daaronder een paar Waddinxveense schaatsen die vooral bedoeld waren voor de verkoop in Zuid-Holland. Daar weer onder hangen verschillende modellen Friese schaatsen en doorlopers. Op het plateau liggen links en rechts koninginneschaatsen.
Op een andere foto van een tentoonstelling is een schaatspoppetje te zien dat een cirkel kon beschrijven en vanonder de tafel elektrisch werd aangedreven. De firma Nooitgedagt had ook reclamepoppen, maar die kwamen niet in beweging. Het laat zich raden dat zo’n ‘rijdende’ pop het publiek naar de Vonkstand trok.
De pop rijdt voor een Vonkposter langs die ook op de foto’s 8 en 9 van de fabriek is te zien. De pop zelf is het evenbeeld van de man op de schaatsposter die op foto 6 is te zien. Alle posters en het doek dat onder de tentoonstellingspiramide hangt werden speciaal voor Vonk vervaardigd door de Meppeler kunstschilder Jo Alting.