Categorie | Schaatsenmaker |
Naam | Jaarsma, Everhardus Mennes |
Geboren | ∗ Hommerts / 7-2-1845 |
Overleden | † Amsterdam / 12-12-1917 |
Everhardus Jaarsma is de zoon van Heije Jans Jaarsma, rijksopzichter bij de Waterstaat. Vader is onder andere betrokken bij de bouw van het weeshuis in Sneek. Everhardus wil schilder worden, maar zijn vader heeft een ‘nuttiger’ beroep voor hem in gedachten. Na een opleiding verwerft hij al op achttienjarige leeftijd lesbevoegdheid in wiskunde. Everhardus gaat als volontair naar België, waar hij stage loopt in de wapenfabriek van John Cockerill en lessen volgt aan de Ecôle Industrielle in Luik.
In 1868 begint hij met financiële steun van zijn vader een stoomfabriek van ijzerwerken aan de Geeuw in Sneek. Hij woont dan op het Grootzand. Het bedrijf, ‘De Nijverheid’ geheten, heeft het karakter van een smederij, met een knecht en een leerjongen als personeel. Van 1870 tot 1890 verricht hij smidswerk en maakt hij tal van ijzeren gebruiksvoorwerpen. In de winterperiode maakt hij in klein aantal schaatsen, getuige een advertentie in de Nieuwe Sneeker Courant van 30 december 1874: ‘Schaatsen, eigen fabrikaat bij E.M. Jaarsma, Op ’t Grootzand.’
Vanaf 1880 gaat hij zich meer toeleggen op het maken van kachels, haarden en brandkasten. Schaatsen worden er dan vermoedelijk niet meer gemaakt. Het gezin Jaarsma vestigt zich in juni 1890 in Amsterdam aan de Keizersgracht, waar tevens een expositieruimte voor de kachels wordt ingericht. Twee zoons blijven het bedrijf in Sneek leiden. In 1895 wordt in Amsterdam de Wereldtentoonstelling gehouden, waar Jaarsma in stand 294 zijn haarden toont. Vlakbij is een Friese schaatsenfabrikant een plaats toegewezen. Deze vreest dat wanneer koningin-moeder Emma en prinses Wilhelmina de tentoonstelling bezoeken, ze zijn stand zullen overslaan, omdat deze ongunstig is gesitueerd. Jaarsma is bereid met hem van plaats te ruilen. Als het hoge bezoek arriveert stapt Jaarsma naar voren en biedt de dan veertienjarige prinses Wilhelmina een paar Friese schaatsen aan. Hij maakt dan meteen van de gelegenheid gebruik en leidt het gezelschap vervolgens langs zijn eigen stand met haarden. In 1904 verhuist het bedrijf van Sneek naar Hilversum. E.M. Jaarsma blijft evenwel in Amsterdam wonen. Hij verhuist naar de Herengracht en de showroom gaat naar het Damrak onder het beheer van de Firma Meyes en Höweler, een groothandel in ijzerwaren die overigens ook schaatsen met een eigen naamstempel verkopen.
De bedrijfsgeschiedenis is verhuld beschreven in de romantrilogie ‘De Porceleinboom’ door Olaf J. de Landell (pseudoniem voor Jan Wemmerslager van Sparwoude), kleinzoon van E.M. Jaarsma.
Van Glis tot Klapschaats (Wiebe Blauw), 2001
Type schaats | Friese schaats |
Vestigingsplaats |
Grootzand Sneek |
Periode | 1870 - 1880 |
Heeft u aanvullingen en/of wijzigingen in de op deze pagina geboden informatie? Of heeft u misschien foto’s of ander beeldmateriaal over dit onderwerp? Gebruik dan ons reactieformulier om ons uw informatie toe te sturen. We horen graag van u!
Informatie toesturenDo you have additions and/or changes to the information provided on this page? Or do you perhaps have photos or other images about this subject? Then use our response form to send us your information. We would like to hear from you!
Send information