J. Schoemaker

 

Jan Schoemaker (geboren: Almelo, 15-8-1871; overleden: Den Haag, 20-9-1940)

Hij was de zoon van een arts. Hij ging in Kampen naar het gymnasium, maar maakte het af in Leiden, waar hij daarna geneeskunde ging studeren. In 1896 promoveerde hij en na stages in Heidelberg en Zürich en een assistentschap in Haarlem werd hij chirurg in Nijmegen en vanaf 1902 in Den Haag. Hij werd in korte tijd een internationaal gerespecteerd chirurg. Hij zou een belangrijk aandeel hebben gehad in de ontwikkeling van de chirurgische wetenschap. In 1936 krijgt hij internationale erkenning als hij als president van het Chirurgencongres in Cairo door koning Foead van Egypte wordt benoemd tot commandeur in de orde van Ismael.

In 1907 behandelt hij sportpionier Pim Mulier aan een geperforeerde blindedarm. Men had hem al opgegeven, tot dat dr Schoemaker binnenkwam. In 1928 krijgt Schoemaker dr. Hans Tetzner als assistent, die op sportgebied (als schaatser reed hij het NK en als voetballer haalde hij meerdere keren het Nederlands Elftal) een grootheid is geweest.

Hij schrijft zich als 16 jarige wielerliefhebber in bij de ANWB. Hij is dan net in Leiden gearriveerd.

Als schaatser zou hij zijn eerste wedstrijd hebben gereden in 1890. In januari 1891 wint hij een hardrijderij van de Leidsche Studentenijsclub.  Deelnemer aan het WK van 1893. Volgens een verslaggever van het Nieuws van den Dag reed hij op Vissering-toerschaatsen, wat er op zou duiden dat hij sneller zou kunnen.

Woonplaats: Leiden

Bovenkant van de pagina