P. Zwanenburg
Piet Zwanenburg (geboren: Rotterdam, 26-07-1913; overleden: 14-3-2004)
Voluit: Pieter Johannes Zwanenburg. Hij was een oom van Wim de Graaff, die in 1956 Nederlands kampioen werd.
Deelnemer aan het NK van 1940, 1941, 1942, 1947, 1950 en 1951. Hij reed zijn beste klassement in 1940, toen hij 5e werd. Reed in 1939 op het EK. Actief als langebaan schaatser van 1938 tot 1956.
Midden jaren ’30 was hij één van de betere wielrenners van Nederland. In 1935 haalde hij net niet het WK op de weg, en in 1936 bleek hij net niet goed genoeg voor de ploeg die werd uitgezonden naar de Olympische Spelen in Berlijn voor de ploegenachtervolging. Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft hij een tijd ondergedoken gezeten. Na de oorlog ging hij studeren aan het CIOS in Overveen. Daarna werd hij coach. Zijn eerste succes als coach behaalde hij met Henk van der Grift. Daarna werd hij coach van Gewest Zuid Holland en van de net opgerichte dames-kernploeg van de KNSB. Na de Olympische Spelen van 1968, met goud voor Carry Geijssen en Ans Schut, stapte hij op. Daarna is hij nog lang trainer geweest op clubniveau en van gewestelijke selecties. “ome Piet”, zoals hij door vele schaatsers werd genoemd, had een neusje voor schaatstalent. Hij geldt als ontdekker van Rudie Liebrechts, Jorrit Jorritsma, Kees Verkerk, en Stien Kaiser.
Woonplaats: Rotterdam
Beroep: Stratenmaker, schaatscoach.