Dagboek winterweer
Het jaar 2010
Auteur Ron Couwenhoven
Nederland beleefde een lange, merkwaardige winter. De vlam sloeg in december al in de pan, toen het kwik vooral in het oosten van het land diep onder de vorstgrens dook. Onmiddellijk verspreidde de schaatskoorts zich als een epidemie over het land. In Friesland, Zuid-Holland, de kop van Overijssel en in Amsterdam werden vaarverboden afgekondigd om het ijs te beschermen. In Haaksbergen wonnen Kurt Wubben en Elma de Vries al op 18 december de eerste natuurijsmarathon, maar het was allemaal nog maar een begin van een ouderwetse winter bomvol sneeuw.
Begin januari verschenen er ijsbrekers op het IJsselmeer om de vaarroutes open te houden en voor het eerst sinds 1997 werden er weer ijswandelingen op de Waddenzee aangekondigd. Zondag 3 januari schaatsten de eerste waaghalzen van Monnickendam naar Marken en flitsten er weer sierlijke ijszeilers over de Gouwzee.
Voor Pro Skating hield Ron Couwenhoven het Dagboek van de Winter bij.
Maandag 4 januari
Alle weermannen kondigen langdurige vorst aan. ’s Nachts matig tot soms streng. Overdag rond het vriespunt. De RTL-nieuwslezers slaan onmiddellijk op tilt en informeren bij hun eigen weergoeroe of er al een Elfstedentocht in zit. In hotel ’t Anker in Leeuwarden worden de eerste kamers gereserveerd voor het geval het zover komt. De baas van het hotel wrijft zich in zijn handen en rekent een tientje reserveringskosten. Mooi meegenomen in deze economisch moeilijke tijden! ’t Anker kan zich in plotselinge belangstelling verheugen dankzij de film ‘De hel van ‘63’, waarin de hoofdrolspelers in het hotel bivakkeerden.
Dinsdag 5 januari
De VVD eist een onderzoek naar de opwarming van de aarde. De weermannen kondigen voor de komende week alleen maar vorst aan en de politici willen weten of er door de wetenschappers niet is geknoeid met de cijfers over de klimaatverandering.
In Hindeloopen ontvangt Gauke Bootsma, directeur van het Eerste Friese Schaatsmuseum, de ene na de andere cameraploeg. “Allemaal willen ze weten wanneer de Elfstedentocht wordt gehouden,” zegt hij verbouwereerd. “Maar hier vielen de gaten zo in het ijs. Zondag is er een wedstrijdje op priksleeën gehouden, maar nu is de hele baan afgezet, omdat het ijs door de sneeuwval is gaan broeien en sneller verdwijnt dan aangroeit.”
Woensdag 6 januari
Drie helicopters en een legertje hulpverleners zwerven uren lang over de Gouwzee bij Marken, omdat er twee schaatsenrijders door het ijs zouden zijn gezakt. Twee getuigen hadden er onafhankelijk van elkaar melding van gemaakt, maar de politie vond uitsluitend sporen in de sneeuw van twee langlaufers, die gewoon naar de dijk leiden. Hevige sneeuwbuien veroorzaken in het hele land verkeerschaos met als treurig dieptepunt Amsterdam, waar de automobilisten tot kwart voor twee ’s nachts muurvast in de file staan.
In Ankeveen houdt David Pos, voorzitter van de stichting Natuurijsklassiekers, een inspectie in de omgeving. Sinds 1997 kon alleen zijn eigen club in het wintertje van 2009 een wedstrijd organiseren. Hij meldt hoopvol: “Loosdrecht heeft al voldoende ijs. Elburg kan ook rijden en bij ons kan het na het weekeinde ook. Ik verwacht dat vanaf maandag de klassiekers en het 100 kilometerkampioenschap op de kalender komen.”
Zijn stichting, waarin de twaalf schaatsklassiekers samenwerken, heeft voor elf wedstrijden 5550 euro per dag gereed liggen en voor de Driedaagse van Ankeveen ruim 30.000 euro. Bovendien is ook het Unox-klassement over deze races gedoteerd met 16.000 euro, zodat er in totaal 107.000 euro gereed ligt voor de schaatskampioenen, terwijl er voor de vrouwen 34.000 euro te verdelen valt.
Op het Henschotermeer bij Woudenberg schrijven 5000 schaatsers in voor de eerste toertocht van het seizoen. Ook in Drachten melden zich 2000 liefhebbers voor een tocht.
Donderdag 7 januari
Op ijsbaan De Graafstroom in het Zuidhollandse Molenaarsgraaf wordt de eerste kortebaanwedstrijd van het seizoen gehouden. Coen Wesselman uit Amsterdam ging er met de eerste prijs van 150 euro vandoor. De Friese ijswatcher Albert van Keimpema stelt zijn geplande reis naar het trainingskamp van voetbalclub Heerenveen in Turkije uit, want een echte Fries vertrekt natuurlijk niet naar het buitenland als er geschaatst kan worden. Albert schaatste al een paar keer op een ijsbaan. Dat viel niet mee. “Overal sneeuwijs waar je zo doortrapt,” zegt de ijsdeskundige uit Tjerkwerd. “Op het open water is de situatie daardoor rampzalig. Doodzonde, want zo’n vorstperiode hebben we lang niet gehad. Vooral de sneeuwval na de vorstperiode van december heeft er geen goed aan gedaan. Er wordt hier nauwelijks geschaatst, want er ligt overal te veel sneeuw op het ijs en de ijsvloer is bijzonder onbetrouwbaar.”
Overal in Nederland is gebrek aan stooizout voor de wegen. Etten Leur lost het probleem op door 18 ton badzout op te kopen en minister Van der Hoeven geeft opdracht om meer zout uit de bodem van Friesland te halen.
Vrijdag 8 januari
Lelystad ’s nachts – 14,3.; Leeuwarden overdag – 10 Celsius. Tijd voor zangeres Anneke Douma om de studio in te duiken. Ze kwam er weer uit met een nieuw Elfstedenlied. De stamper, die de opvolger moet worden van haar hit ‘Bonkefeart’ uit 1996, werd geschreven door Baukje Wytsma en heet ‘It giet oan’:
Bij twintig graden onder nul dan gaan Friezen dooien.
Ze raken regelrecht van slag, finaal over de rooie.
Ze hossen, springen op en neer en dansen van de pret.
Want Koning Winter is er weer. Hij zorgt voor vorstverlet.
Kom op, kom op, kom op we gaan er voor.
(refrein)
Jonges it sil heve. Minsken it giet oan.
Hjoed sil wy 't beleve. Nee, 't is net gewoan.
Pake stiet op redens. Beppe dy sil los.
Sy ride tsien kear better, as dy hele Olav Koss!
Nu maar hopen dat het niet zo gaat als in 1996. Toen was het nummer kant en klaar, maar viel tegelijk de dooi in. Op de treurige avond, waarop Henk Kroes aankondigde dat ‘het niet kon’, verdronk Anneke met een paar achter gebleven verslaggevers haar verdriet in de bar van het Oranje Hotel in Leeuwarden. Aan het eind van de avond konden de heren de “Bonkefeart’ vlekkeloos zingen. Een jaar later kwam het allemaal nog goed: 4 januari 1997 won Henk Angenent de Tocht der Tochten en had Anneke een onverbiddelijk hit. In elk geval werd op deze ijselijke vrijdag van 8 januari 2010 een vaarverbod voor het IJsselmeer afgekondigd. De ijsgang was te gevaarlijk geworden.
Zaterdag 9 januari
Een sneeuwstorm loeide over het land en in Breukelen werd de eerste toertocht over open water gehouden, waarbij de deelnemers een ronde van 12,5 kilometer moesten afleggen. Ook in Zwartemeer konden toerrijders aan de slag. Er lag een mooi rondje door het fraaie natuurgebied, maar het moest nog beperkt worden tot 5 kilometer. In de rest van het land moesten de ijsmeester van de talloze clubs machteloos gaatjes prikken om dan te constateren ‘dat het nog niet kon.’ Zo bleven sloten en vaarten we bevroren maar maagedelijk leeg. Maar in de populaire tv-show van Pauw en Witteman discussieerden nationaal natuurijskampioen Sjoerd Huisman en Erik Hulzebosch vol overtuiging mee over de mogelijkheid van een Elfstedentocht en in Bartlehiem spetterden honderden eenden in een wak, waarin met gemak een waterpolowedstrijd kon worden gehouden …
Zondag 10 januari
Zware sneeuwval verlamde Europa. In Noord-Duitsland kwamen honderden automobilisten vast te zitten op een snelweg. In Polen vroren daklozen dood op straat en in Friesland en Groningen werd het openbaar vervoer zwaar gehinderd. Net als in de kop van Noord-Holland, maar op de plassen van Ankeveen schaatsten zo’n 10.000 liefhebbers, terwijl bij elke toegang tot het dorp door de gemeente Wijde Meren waarschuwingsborden waren geplaatst: IJs onbetrouwbaar.
“Maar ja, daar hebben de mensen geen boodschap aan,” zei David Pos, bestuurslid van de plaatselijke ijsclub, die nog steeds zijn banen niet had uitgezet, omdat op sommige plaatsen niet voldoende ijs lag.
Maandag 11 januari
Voor het eerst in veertien jaar kon de Ronde van Loosdrecht weer gereden worden. Liefst 144 mannen gingen van start in deze oude klassieker, die in 1947 ontstond en nu voor de tiende keer werd gereden. Ralf Zwitser uit Haarlem won na een prachtige solo. Bij de vrouwen domineerde nationaal kampioene Carla Zielman.
De kreet van de dag kwam van Angelo Damo, die in 1963 als enige Loosdrechter de Ronde won. Hij woont nog steeds in het dorp, maar toen hij ’s ochtends door zijn vriend Roef Pos werd opgehaald zei hij: “Ik ga niet kijken naar een wedstrijd in een soepkom…” Want voor het eerst werd de Ronde gereden op het kleine Vuntusmeer, terwijl in het verleden altijd gebruik gemaakt werd van de plassen aan de westkant van het dorp.
Uit Elburg kwam het sombere bericht dat de ijsvloer daar door onderstroming was afgenomen, zodat de Veluwemeertocht van dinsdag moest worden afgelast. In de loop van de dag werd ook duidelijk dat het 100 kilometer kampioenschap van Nederland, waarvoor Ankeveen kandidaat was, moest worden uitgesteld. Ook hier was door de geringe vorst en het enorme aantal toerschaatsers de ijsvloer met twee centimeter geslonken.
“We kunnen geen risico nemen met een toeloop van zo’n 8000 toeschouwers,” zei marathoncoördinator Teun Breedijk van de KNSB tot de verzamelde top van de gemeente Wijde Meren, die ’s middags in de kantine van de Ankeveense IJsclub wel alle noodzakelijke voorbereidingen afrondde. Het wachten was op nieuwe vorst.
In Dalfsen nam Erben Wennemars afscheid van het langebaanschaatsen. Tweeduizend toeschouwers uit het hele land kwamen naar zijn woonplaats Dalfsen, waar het NK kortebaan werd gehouden. Erben was snel uitgeschakeld en werd lid van verdienste van de KNSB. Jan Hospes veroverde de titel en TV Oost zorgde voor een live-uitzending, die meer dan een miljoen kijkers trok! Daar konden zelfs de Hilversumse omroepen deze dag niet tegen op. Erben’s laatste wedstrijd was het niet. Hij vroeg een marathonlicentie aan en kreeg een B-licentie toegewezen met de verzekering van een wildcard in geval het NK natuurijs wordt gehouden.
Dinsdag 12 januari
Elfstedenwinnaar Henk Angenent kondigt een 200 kilometerwedstrijd aan op de Wijde Aa bij Hoogmade in Zuid-Holland. Hij heeft zijn eigen naam aan de wedstrijd verbonden: de Henk Angenent Classic. Zo is voor het eerst in twee eeuwen een schaatswedstrijd op Hollands natuurijs uitgerust met een engelse naam, maar een klassieker is het evenement nog lang niet. Daarvoor moet een wedstrijd minstens vier keer gehouden zijn. De animo bij de rijders is niet erg groot. Temeer daar zondag het Kampioenschap van Nederland op kunstijs op het programma staat.
Woensdag 13 januari
Op de ijsbaan van de Zuider IJsclub in Asendelft melden zich 32 vrouwen voor de strijd om het Kampioenschap van Nederland kortebaan. Ze strijden op perfect geprepareerd ijs. In de finale wint Leslie Koen al haar ritten en de titel. Anice Das werd tweede voor Jorien Kranenborg en Esmeralda Nieuwendorp. De temperatuur zat dik beneden nul, maar de voorspelling voor de komende dagen zijn minder fraai: lichte dooi en ’s nachts maar een beetje vorst.
In Surhuisterveen beleeft Rob Bovenhuis een gloriedag, Hij wint de plaatselijke marathon op de splinternieuwe natuurijsbaan. Bob de Vries wordt tweede voor Arjan Stroetinga.
Donderdag 14 januari
Op het Veluwemeer bij Elburg wordt de tweede klassieker van het seizoen verreden. René Ruitenberg, die in 1996 de laatste Veluwemeertocht won, is één van de animatoren van de race. Daar kunnen heel wat marathonschaatsers nog een puntje aan zuigen. De 39-jarige Wezeper komt als negende over de streep. Van de 135 gestarte rijders finishen er maar 11 (!) na 101 kilometer. Het slopende en buitengewoon boeiende gevecht met de elementen wordt gewonnen door Geert Jan van der Wal uit Urk, die gelijk leider in het Unox Natuurijsklassement wordt. Bij de vrouwen deklasseert Mireille Reitsma het peloton.
Erben Wennemars maakte een opmerkelijk debuut op natuurijs. Na slechts twee ronden zag hij een vrijwel compleet peloton aan de horizon verdwijnen, terwijl verbijsterd naar zijn pijnlijke rug greep. Dapper ploeterde hij verder tot een zware val hem uitschakelde. Erben sloeg keihard met zijn hoofd tegen het ijs, maar liet later vanaf de rustbank bij de dokter weten, dat hij het ‘allemachtig prachtig’ had gevonden. Drie hechtingen in zijn kin verhinderden niet dat de schaatsliefhebber uit Dalfsen vrolijk lachend over zoveel ijspret de pers te woord stond. Hij had in elk geval veel geleerd. Zoals het feit dat zijn schaatsen veel meer aan natuurijs moeten worden aangepast. De punten waren niet goed afgeslepen, zodat zij niet perfect over de talloze oneffenheden van het ijs heen gleden.
Vrijdag 15 januari
De Angenent Classic gaat om acht uur ’s ochtends van start met maar 27 deelnemers, waarvan er half koers nog maar tien op het ijs staan. Alle toppers zijn weggebleven. “De rest heeft geen winstkansen en dan komen ze niet. De mannen die het aan kunnen zijn er wel,” sneerde de laatste Elfstedenwinnaar. Foekens-rijder Peter van der Pol (25) uit Utrecht wint uiteindelijk de mislukte Angenent Classic. Op 20 kilometer van de streep lost hij samen met werelduurrecordhouder Casper Helling Lars Hoogeboom. Helling wordt tweede in de sprint. Ruud Aerts arriveerde op grote achterstand als derde. Van der Pol stond 5 uur 49 minuten en 11 seconden op de schaats wat ook gelijk de vraag oproept of de afstand wel klopte, want dat betekende over 200 kilometer een moyenne van 34 km 366 per uur. Wel wat snel op dooi-ijs, waar de top van Nederland een dag eerder bij Elburg slechts een gemiddelde van 31,2 per uur haalde. Nog trager dan vrouwen in de vroege ochtenduren daar reden op beter ijs. Deze eerste ‘200 kilometerwedstrijd ‘ op Nederlands ijs sinds de Elfstedentocht van 1997 was het zoveelste bewijs dat voor een goede wedstrijd kortere afstanden noodzakelijk zijn, zodat er een representatief deelnemersveld komt. De Stichting Natuurijsklassiekers stuurde er daarom al in de winter van 1996 op aan de race in Zevenhuizen en op het Veluwemeer in te korten. In de 200 kilometerwedstrijden kwamen daar nooit meer dan 15 A-rijders aan de start. Toen die koersen werden ingekort verscheen het complete peloton met als gevolg veel betere wedstrijden.
Angenent zal trouwens nog wel even de laatste Elfstedenwinnaar blijven, want de winter van 2010 heeft ondanks vijf weken vorst slechts een Hellman-koudegetal 56,9 opgeleverd, maar liep daarna nog op tot 94,7 in de metingen van het KNMI in De Bilt. Het Hellman-koudegetal wordt berekend over de maanden november tot en met maart. In het Overijsselse Losser kwam het eindgetal op 147,1 uit, omdat het daar wat harder en vaker vroor. Dit getal wordt verkregen door optelling van de gemiddelde temperatuur per dag beneden het vriespunt. Tot 15 januari werd er 1 dag met zeer strenge vorst (- 15), 2 dagen met strenge vorst (-10), 12 dagen met matige vorst (-5) en 17 dagen met lichte vorst (-0) gemeten sinds 1 november. Daarmee stond de winter van 2010 op dat moment op een schamele gedeelde 48ste plaats in de ranglijst van strengste winters die wordt aangevoerd door de wonderwinters van 1947(koudegetal Hellmann in De Bilt 348,3) en 1963 (koudegetal 337,2)! Eind maart was de winter van 2010 nog opgeklommen tot plek 32 dankzij een aantal vorst-en ijsdagen in februari die geen schaatsijs meer opleverden.
Die 48ste plaats wordt overigens wel gedeeld met de winter van 1912. En toen werd er wel een Elfstedentocht gereden. Er is dus nog hoop!
PS: Wie Hellman nader wil bestuderen klik hier.