1929. Per fiets naar Schiermonnikoog

 

De derde maart 1929 was de voorlaatste dag dat de oversteek Schiermonnikoog – vaste wal gemaakt kon worden. Op de lange lijst van personen, die over het ijs naar het eiland kwamen of die van het eiland naar Groningen wandelden, staan die dag niet minder dan negentig namen. Hotelier S. van der Werff registreerde echter niet die van J.H.A. Boersema, die met drie vrienden besloot per fiets naar het eiland te gaan. Jos Boersema werd in het Groningse Bedum geboren en opende en opende in 1956 een schoenenzaak in Amersfoort. Zestig jaar na de historische overtocht, toen hij inmiddels 84 jaar oud was, schreef hij zijn eigen verslag.

Velen zullen zich ongetwijfeld de zeer strenge winter van 1929 herinneren. Het vroor zo erg, dat de Waddenzee met een dikke laag ijs was bedekt. Het 3 maart, toen ik ’s zondagsmorgens met mijn vrienden in restaurant De Unie te Groningen was gaan biljarten. Daar hoorden we van een ober dat er die morgen een twaalftal Groningers per fiets naar Schiermonnikoog was vertrokken.

Dat was natuurlijk ook een uitdaging voor ons. Het spel werd onmiddellijk gestaakt en zo togen wij met zijn vieren bij mooi helder weer via Wierum – Mensingeweer – Wehe – Den Hoorn – Leens – Ulrum – Virehuizen naar de dijk van de Waddenzee.
Vandaar begon de tocht over de wadden. Waar men in de zomermaanden zeehonden en vele soorten vogels aantreft, was nu één grote onafzienbare ijsvlakte. Het ijs was goed, soms wel veel sneeuw en ribbeltjes, maar dat deerde ons niet. Om ongeveer twee uur ’s middags arriveerden wij bij hotel Van der Werff.

In het hotel werden wij natuurlijk met luid gejuich door de andere Groninger avonturiers begroet. Een heerlijk bord erwtenbsoep met kluif smaakte ons toen uitstekend na een vermoeiende fietstocht van vier uur. Er werd dan ook goed gegeten en gedronken en u kunt zich voorstellen, dat de stemming uitstekend was.

Om ongeveer vier uurzouden we de terugreis beginnen, maar ….. O, wee! De dooi was inmiddels ingevallen en het begon ook een weinig te regenen. Blijven logeren zou wel gaan, maar dan zouden we zeker twee à drie wekenop het eiland moeten blijven, eer er weer een boot naar het vaste land vertrok. Het ijs was namelijk wel zo’n 60 centimeter dik.
Uiteindelijk bood de eigenaar van het hotel, de heer Van der Werff, aan ons in een busje (van 10 personen) halverweg het vaste land te brengen. Verder zouden we de tocht per voet moeten voortzetten.

We werden meet z’n allen (16 personen) in het kleine busje gepropt. Als haringen in een ton.

De fietsen bleven natuurlijk achter. Deze werden een maand later per boot naar Groningen gezonden. Na een half uur rijden stapten wij uit om lopend het vaste land te bereiken. Wij hadden een lang touw mee gekregen om in de mist en in het donker bij elkaar te blijven.
Heet begon inmiddels flink te doien, wat motregen en ook nog een dikke mist. Het was inmiddels vijf uur. Een kompas hadden wij niet bij ons, maar we konden de sporen in de sneeuw, die wij ’s morgens hadden achtergelaten goed volgen.

Na een lange vermoeiende en natte voettocht kwamen wij op het vaste land bij Vierhuizen aan. Het water sijpelde uit onze schoenen. In een kleine dorpsherberg, de eenigste in het dorp, zaten we al gauw om de grote kachel onze sokken en voeten te drogen.
Eerst een lekker borreltje om weer wat warm te worden en toen een paar echte dikke spekpannekoeken naar binnen gewerkt.
De stemming was nog steeds goed. Wij hadden veel plezier. Na een paar uur wat te zijn uitgerust, werden wij met een busje naar Zoutkamp gebracht waar we de trein naar de stad konden nemen. Na een heerlijke avontuurlijke reis, waren wij ’s avonds om ongeveer elf uur thuis.

Wel loopt men in de zomermaanden via het Wad naar Schiermonnikoog, waaraan ook vele plezier beleven, maar zo’n avontuurlijke tocht over het ijs komt maar zelden voor.
Ik ben in het bezit van een kaart van 25 x 75 centimer van het eiland, waar het hotel van der Werff nog op staat. De heer Van der Werff heeft het volgende op de kaart geschreven:

‘Ondergetekende verklaart dat J.H.A. Boersema te Groningen den 3-3-29 per rijwiel over het Waddenijs Schiermonnikoog heeft bereikt.’

Getekend S. v.d. Werff sr. , hotelier.
J.H.A. Boersema,
Amersfoort

 

Boersema voegde er zelf nog enkele dichtregels aan zijn verslag toe:

Wat in je jonge jaren
Het leven bloeit en tooit
Dat prent zich diep in ’t harte
En men vergeet het nooit!

Bovenkant van de pagina