912 auto’s rijden in 1963 van kust tot kust

 

Auto-rally op het ijs van het IJsselmeer

Op het 80 centimeter dikke ijs van het IJsselmeer werd op woensdag 20 februari 1963 een wel heel ongebruikelijke rally gehouden. De ijsclubs van Wervershoof, Hindeloopen, Stavoren en Workum organiseerden die dag een unieke autotocht over het ijs, de eerste in de geschiedenis. In totaal 912 auto’s zouden over het ijs van kust tot kust de ongekend boeiende route rijden. Het werd zo’n groot succes, dat nog twee maal die winter een grote auto-karavaan het IJsselmeer over zou trekken.

Nieuw was het niet, met de auto over het IJsselmeer van kust naar kust. In 1929 reden de eerste auto's van Enkhuizen naar Urk en van Kampen via Urk naar Enkhuizen. Ook in enkele winters van de Tweede Wereldoorlog was het ijs dik genoeg om auto’s te dragen.

In 1963 beten twee Kampenaren het bits af. Op zondagavond 13 januari zei de 25-jarige Henk van der Sluis, zoon van een sigarenimporteur uit Kampen, tegen zijn vader dat hij er veel voor voelde om de volgende dag met zijn Volkswagen vanuit Kampen over het ijs via Urk naar Enkhuizen te rijden. Vader Van der Sluis gaf hem hetzelfde antwoord als hij kreeg, toen hij in 1947 over het ijs van Kampen naar Urk wilde rijden: ‘’Mij best, maar dan rij ik achter je aan.’’

En zo gebeurde het, dat op maandag 14 januari een Volkswagen en een Mercedes bij de Roggebotsluizen tussen Kampen en Urk het ijs op schoven om de oversteek naar Enkhuizen te maken. Henk van der Sluis had zijn vriend Jac. Massé meegenomen en vader Van der Sluis nog twee zonen. De bagageruimte van de beide auto’s had men opengelaten. Daarin  lag een autoband met daaraan een stevig stuk touw, waarvan het ene eind was bevestigd aan de kruk van een van de portieren. 'Mochten we onverhoopt in het water verdwijnen, dan is er in elk geval een lijn om de weg naar omhoog te vinden', hadden beide chauffeurs bedacht.
Voorts hadden de pioniers een paar planken meegenomen voor het geval ze geulen moesten passeren.

Het traject Kampen-Urk ging als vanzelf. Naar Enkhuizen was de tocht zwaarder. De twee auto’s moesten een weg zoeken tussen de vele ijsbergjes. De afstand Urk-Enkhuizen werd afgelegd in een uur. Bij aankomst in Noord-Holland werden de beide auto’s in de Enkhuizer haven geparkeerd, waarna de inzittenden de stad inwandelden om een warme maaltijd te nuttigen. Daarna werd de terugreis aanvaard.

Drie dagen later maakte een viertal met de auto een overtocht van Enkhuizen naar Hindeloopen. Die tocht, gemaakt door kapelaan Kluck, P. Zwaag en zijn echtgenote en mejuffrouw Emmy van Westen, bleek aanzienlijk gevaarlijker. ‘’Het was eigenlijk onverantwoord’’, oordeelde het gezelschap later. Na een riskante oversteek kwam men aan bij Mirns aan de Gaasterlandse kust. Vandaar ging het gezelschap om de punt van Stavoren heen naar Hindeloopen. Dat gedeelte van de tocht was zo mogelijk nog gevaarlijker dan de oversteek over het IJsselmeer. Dat werd de vier Noordhollanders duidelijk uit mededelingen die zij bij aankomst in Hindeloopen kregen. De terugtocht werd dan ook over de Afsluitdijk gemaakt.

Het autoverkeer over het IJsselmeer werd daarna met de dag drukker. Op 22 januari werden er in Stavoren niet minder dan honderd personenauto's geteld, die uit verschillende Noord-Hollandse plaatsen vandaan het IJsselmeer waren overgestoken.
Het grote 'avontuur' begon echter pas op woensdag 20 februari. Op die dag werd er een heuse auto-rally op het IJsselmeer georganiseerd. Het initiatief voor deze tocht ging uit van de ijsclub in Wervershoof. De Rijkspolitie wilde er Workum ook in betrekken, omdat men daar al op 8 februari een dergelijke tocht had uitgeschreven, die echter door de politie werd verboden.

Op 20 februari ging de autotocht wel door. Drie dagen hadden de vele vrijwilligers op het ijs of rond de vergadertafel doorgebracht om de organisatie vlekkeloos te laten verlopen. De tocht van 80 kilometer was bij wijze van proef gereden door 3-tons tractoren. Zelfs op de dag van de auto-rally waren 's morgens om zes uur nogmaals zware tractoren vanuit de verschillende startplaatsen de 'zee'  opgegaan om de route aan een laatste inspectie te onderwerpen. Afhankelijk van de startplaats moesten de volgende plaatsen worden aangedaan: Wervershoof, Stavoren, Hindeloopen, Workum, Oude Zeug en Medemblik. De ANWB had routeborden uitgezet, de Rijkspolitie was paraat om verkeersopstoppingen te regelen. Zelfs een vliegtuig werd ingezet om alles In de gaten te houden.

Om kwart over tien liet Wervershoof de kop van de lange stoet auto's los. Aan de overkant van de grote bevroren waterplas ging de eerste auto iets eerder van start. Het werd het begin van een uitzonderlijk gebeuren, dat een éclatant succes werd. Duizenden enthousiaste mensen reden met in totaal 912 auto's de ongekend boeiende route, die bij hen de illusie wekte deel te nemen aan een poolexpeditie. De weg was fraai gebaand. Van het feestende Wervershoof naar het over-gastvrije Friesland was volgens de ANWB een kwestie van 22 kilometer. Maar de bestuurders op Stavoren reden niet op tijd en kilometers. Ze namen de tijd. Voor een escapade in de sneeuw of een uitgebreide fotoreportage van een plotseling overstekende schaatsenrijder, van een brug over een kloof van meer dan dertig centimeter, van een politie-radiostation midden op de ijsvlakte met een heuse verkeersagent, die beurtelings rechts en links voorrang gaf. Om elf uur brak de zon door, waardoor het wonderschone, witte landschap een nog grotere bekoring kreeg.

De voornaamste startplaats was Wervershoof. Zeker 420 auto's doken hier van de dijk het IJsselmeer op. Twee maal moest men met de auto het ijs verlaten om op de controlekaart - de inschrijving bedroeg tien gulden- een stadsstempel te laten zetten. Dat was het geval in Medemblik en Workum. De ’waterpolitie’ toonde zich na afloop tevreden over de wijze waarop de bijna duizend deelnemers zich aan de voorschriften hielden. Zo mocht men niet buiten de route komen, niet passeren, niet sneller dan 40 kilometer per uur rijden of dichter dan veertig meter bij elkaar komen. De mededeling dat all risk-verzekeringen geen waarde hadden op het ijs - iedereen reed voor eigen risico - bleek achteraf dan ook overbodig. Er deed zich geen enkele botsing voor. Sommige deelnemers vonden het duidelijk minder avontuurlijk dan vooraf was ingeschat:

''Dit wordt het grote avontuur, dachten we'', schreef een ijsganger naderhand. ''We hielden bij voorbaat al het kompas in de hand voor het geval dat… Ze hadden wel gezegd dat de vuurtorens dapper zouden werken als het erg mistig zou worden, maar je moet er maar verloren staan midden op het IJsselmeer met rondom enkel sneeuw en ijs.

Het is allemaal heel anders gegaan. Er waren duizend automobilisten die de koele sprong over de voormalige Zuiderzee ook waagden. Er waren keurige routes schoongeveegd waar je niet eens buiten mocht komen, de maximum snelheid bedroeg 40 kilometer per uur en er waren tweehonderd politiemannen op de been met tien mobilofoons en bovendien nog een paar vriendelijke politiemensen die in een vliegtuigje boven de route cirkelden Sensationeel was het daarom niet. In een kalm gangetje reden we de route. In Hindeloopen werd de controlekaart afgestempeld door een gezin in klederdracht. In Workum offreerde een meisje in het rood ons een blokje kaas en Medemblik kwam uitstekend voor de dag met een gevuld suikerzakje. 'Als kleine herinnering aan uw bezoek aan Medemblik', zei de portier van het gemeentehuis bij iedere auto.

Op een summier routekaartje, dat ons bij de inschrijving was overhandigd, stond een keurig stippellijntje van Workum naar Oude Zeug getekend. Maar die lijn bleek verkeerd. De bezienswaardigheden van Oude Zeug zijn ons en de andere automobilisten helaas onbekend gebleven. Heel officieel hoorden we later dat de tocht een vlot verloop had gehad.''

Stempelkaart deelnemers autotocht IJsselmeer 3-3-1963 Medemblik – Workum – Medemblik.

Tot  zes uur 's avonds trokken de auto's diagonalen over het vriendelijk glanzende Ijsselmeer. Later

niet, want de Rijkspolitie had 's middags de deelname bevroren. Rijden in het donker - de tocht duurde op z'n minst vier uur - was niet verantwoord.
Het werd voor iedereen een onvergetelijke ervaring, die als een merkwaardig gebeuren in de geschiedenisboeken werd opgetekend.

Diezelfde winter nog werd de auto-rally nog twee maal herhaald. Op zondag 24 februari, vier dagen na de eerste tocht, en op zondag 3 maart. Bij stralend weer trokken op 24 februari bijna 4000 auto's het IJsselmeer over. Naar schatting zaten er zo'n 15.000 mensen in die auto's. Ongelukken en incidenten deden zich ook nu niet voor. Alleen een bestuurder van een tractor, die de baan in de morgenuren moest schoonmaken, liep een nat pak op toen zijn tractor - buiten de baan - door het ijs zakte.

Op de dag dat op de Gouwzee de 15.000ste auto werd geturfd, zondag 3 maart, trok voor de derde en laatste keer een lange stoet wagens het IJsselmeer over. De deelname viel in vergelijking met de tweede tocht misschien wat tegen. Maar er 'waagden' zich nog altijd ongeveer 1100 auto's aan de bijzondere oversteek. Een Daf-personenauto overleefde de tocht niet. Bij het halen van een stempel in Hoorn, dat voor deze derde tocht ook in de route was opgenomen, waardoor de tocht zo'n tien kilometer langer werd, stak de wagen de rijbaan van de Schellinkhouterdijk over  en reed vervolgens aan landzijde prompt van de steile dijk. Het voertuig werd aardig gehavend. De inzittenden bleven ongedeerd. Dit incident vormde het enige smetje op drie unieke autotochten over het IJsselmeer

Bovenkant van de pagina