1963. Unieke fakkeltocht trekt 40.000 mensen
IJssprookje op verlichte Gouwzee
Kermis op het ijs. Het zijn verhalen uit een ver verleden, die we louter nog in geschiedboeken tegenkomen. Feest op de Amstel en het IJ in Amsterdam; op de Maas en de Kralingse Plas te Rotterdam, bij de Friese kustplaatsen op de toegevroren zee en overal elders waar dat mogelijk was. In de tweede helft van de 19e eeuw verdween deze winterse gewoonte langzamerhand. Tot 1963, want toen vond op de, tot de bodem toe bevroren Gouwzee - dat wil zeggen 1.20 meter dik - een uniek ijsfeest plaats: een nachtelijke, fascinerende fakkeltocht, waarop 40.000 mensen afkwamen.
Voorzitter Herman Steur van de IJsvereniging Olympia uit Monnickendam wilde, als klapstuk van de strengste winter van de 20ste eeuw, een uniek ijsfeest. ‘’Het moet iets worden, waarover ze nog jaren kunnen praten’’, had de preses gepredikt. Welnu, Steur kreeg zijn zin. Op zaterdag 23 februari veranderde de Gouwzee in een sprookje, een verlicht ijssprookje.
Op 19 februari kwam het bestuur van Olympia voor de zoveelste keer in de winter van 1962-1963 bijeen. Ditmaal om plannen te maken voor het organiseren van een nachtfakkeltoertocht. De toertocht werd uitgeschreven voor schaatsers en auto’s. Tevens werd besloten om tijdens de tocht een groot vuurwerk af te steken. Voor auto’s werd vastgesteld om naast de f 1,50 entree, voor deelname aan de tocht f2,50 te vragen. Schaatsers hoefden alleen f 2,50 te betalen. Op een persconferentie werd het unieke ijsfeest wereldkundig gemaakt.
Wat het bestuur van IJsvereniging Olympia nooit had kunnen voorzien, was de geweldige respons op de uitgebreide voorbeschouwingen in de kranten en op radio en televisie. Het werd in en rond Monnickendam op die bewuste zaterdag de 23ste februari namelijk een compleet gekkenhuis. Ver voor acht uur, het begintijdstip van de nachtelijke fakkeltocht, waren alle toegangswegen volledig verstopt. Rijen dik stonden de auto’s tot Broek in Waterland, tot Edam en via de Kloosterdijk tot in de Purmer. Er was geen beweging meer in te krijgen. Bumper aan bumper wachtten duizenden af of ze nog ooit het ijs op de Gouwzee zouden zien. Ze zagen in de verte de eerste vuurpijlen de lucht in gaan.
De rijkspolitie, met versterking van land- en verkeersgroepen, gaf het op om in deze complete chaos nog enige verbetering te brengen. Dat was namelijk onmogelijk. In een extra uitzending op beide Hilversumse radio-zenders werd automobilisten afgeraden om nog naar Monnickendam af te reizen, omdat er geen doorkomen aan was.
In Monnickendam zelf hadden duizenden schaatsliefhebbers zich al vanaf zeven uur verzameld bij de aanmeldingsadressen. Niemand, maar dan ook niemand wilde het ijsfeest aller ijsfeesten missen. Alle café’s zaten stjokvol. Desondanks waren er uiteindelijk 40.000 gelukkigen, die de Gouwzee wel bereikten. Terwijl een deel van de aanwezigen het feeërieke ‘ijssprookje’ vanaf de dijk aanschouwde, reden duizenden per auto of per schaats in een gezapig gangetje van Monnickendam naar Marken, van Marken naar Volendam en van Volendam naar Monnickendam. Eén grote lange flakkerende stoet, twintig kilometer lang.
Op het ijs was alles prima geregeld. Verkeerspolitie was ter plaatse om ‘gestrande’ auto’s weg te slepen. De Gouwzee was breed genoeg om van de ‘banen’ af te wijken. Van afstempelen van de deelnemerskaarten kwam minder terecht. Er was zoveel animo, dat de stempelaars in tijdnood kwamen. Maar dat mocht de feestvreugde niet drukken.
Nadat ruim 5000 auto’s op ‘zee’ waren, kreeg Olympia van de politie het advies geen auto’s meer op het ijs van de Gouwzee toe te laten, omdat het anders te gevaarlijk zou worden. Olympia’s fanfarekorps stond op het ijs te spelen en dat mondde uit in een danspartij. In de Haringhallen op het land was het echter te druk om te dansen.
Maar ach, wat deed het er toe. Die vijfduizend auto’s vervoerden zeker 20.000 mensen, er stonden zeker tienduizend mensen op de schaats en op het ijs, en dan waren er ook zeker 10.000 mensen, die zomaar ergens op de dijk stonden te kijken naar hèt ijsfeest van de 20ste eeuw. Een ijsfeest zonder wanklank, zonder enig ongeluk, zonder enige scheldpartij. Een ijsfeest om nooit te vergeten. Een ijsfeest dat zo veel indruk maakte, dat de volgende ochtend om 10.00 al weer een lange rij auto’s tot in Broek in Waterland aan toe stond te wachten om ook over de Gouwzee te mogen rijden. Ook al was dat nu een Gouwzee zonder fakkels en vuurwerk.