Historische schaatstocht Hoorn-Amsterdam in 1963
In de sporen van ’Baron van Dedem’
Nooit was er zo veel ijsverkeer op het IJsselmeer als in de winter van 1963. Vooral in februari kon de schaats-, fiets-, brommer-, ja zelfs autoliefhebber bijna dagelijks kiezen uit een of meer tochten. Medemblik-Stavoren was op 21 januari de eerste, de 170 kilometer lange schaatsrace op 2 maart de langste, maar zeker zo bijzonder was de tocht Hoorn-Amsterdam v.v. over 95 kilometer. Een historische schaatstocht langs de Hollandse IJsselmeerkust. De route was namelijk dezelfde als welke de bootverbinding Hoorn-Amsterdam eeuwenlang onderhield. Het schip dat het laatst dit traject aflegde was de ’Baron van Dedem’ in 1948.
De schaatstocht werd in het laatste weekeinde van februari en het eerste weekeinde van maart georganiseerd. Op 2 maart ging een wedstrijd de toerrijders vooraf. Piet Schooneman won die race. Deed de boot er vroeger ongeveer zes uur over, Schooneman stapte na precies twee uur, 57 minuten en 11,7 seconden nog uitermate fit de controlepost in Hoorn binnen. Enkele tientallen seconden later volgde de Edammer Theo Greuter als tweede. Winnaar Schooneman had zich op de terugweg na het passeren van Marken van de Oudendijker Jan Roos ontdaan, met wie hij na het keerpunt in Schellingwoude uit het ruim 70 man tellende peloton was ontsnapt. Maar Roos kwam na Marken ten val en moest Schooneman laten gaan.
Voor de toertochten op 2 en 3 maart meldden zich rum 7000 schaatsliefhebbers, zo’n 700 meer dan in het eerste weekeinde. Deze toerrijders hoefden niet het hele traject af te leggen. Behalve voor 95 kilometer kon er namelijk ook gekozen worden voor een afstand van 55, 50 of 40 kilometer.
De historische schaatstocht was mogelijk gemaakt door de ijsvereniging IJsvermaak uit Hoorn met de zusterverenigingen Warden en Oosthuizen.
In het eerste weekeinde dat de tocht plaats had kwam de organisatie handen te kort om de deelnemerskaarten van een stempel te voorzien. ’s Morgens om negen uur stonden de schaatsenthousiastelingen in drommen klaar om in Hoorn, Amsterdam of Edam te vertrekken om vervolgens als een stip in de immense witte vlakte te verdwijnen.
Bij Marken markeerde een bruggetje een grote scheur. Het was de enige hindernis die genomen moest worden. De Schellingwouderbrug vormde bij Schellingwoude een ware triomfboog voor de deelnemers, die ongeveer honderd meter verder in café Kievit een stempel op de groene kaart moesten later drukken.
EHBO’ers patrouilleerden met auto’s langs de baan om pechvogels te kunnen bijstaan. Eén patrouille zag zich in de buurt van Amsterdam geplaatst voor het spalken van een gebroken pols, waarna de ongelukkige vrolijk verder reed Pas in Edam koos hij voor de verstandigste weg en bond zijn schaatsen af.
Ook automobilisten, fietsers en bromfietsers waagden zich op het ijs. Deze kwamen veelal in Monnickendam het ijs op, waar hen werd verteld dat zij over het ijs naar Hoorn of Amsterdam konden rijden. Hoofdorganisator Theo Peerdeman uitte hierover zijn misnoegen. Verscheidene automobilisten werden verzocht het uitgezette traject te mijden in verband met het gevaar dat hieraan verbonden was voor de toertochtrijders. Enkelen weigerden helaas halsstarrig. Er waren auto’s op de schaatsbaan, die de schaatsers luid claxonnerend naar de kant dreven. Op de tweede dag dat de tocht werd verreden, zondag 24 februari, ontstond er zelfs een botsing tussen een EHBO-wagen en een van deze autotoerders.
In het tweede weekeinde verliep het allemaal wat ordelijker, ook al omdat er twee banen waren uitgezet in plaats van een, zodat geen enkele rijder rekening behoefde te houden met tegenliggers. De heer J. Laan uit Blokker was in het weekeinde van 23 en 24 februari nog het slachtoffer van die enkelbaans-situatie geworden. Door een botsing met een tegemoetkomende schaatser had hij een schedelbasisfractuur opgelopen.
Op 2 maart werden de prijzen van de wedstrijd in hotel ’Het Wapen van West-Friesland’ in Hoorn uitgereikt door de erevoorzitter van de Hoornse ijsclub IJsvermaak de heer J.D. Groet.