50 jaar Zaanse IJskronieken, de strenge winter van 1928/29
De winter van 1929, Januari
Karaktergetal: -228 )x
Aantal ijsdagen: 24
Aantal vorstdagen: 94
Tijdsduur: van 1 januari - 1 maart
)x =
Zowel het karaktergetal als het aantal ijs- en vorstdagen gedurende de periode van l november t/m 31 maart volgens de methode Hellmann, hebben betrekking op De Bilt.
'Ruim twee maanden heeft de Strenge winter van 1929 geduurd; wat 'winter' betekent, hebben we nu meegemaakt. Zoals mijn vader altijd zei: "de winter van negentig (1890/91) die was nog eens streng", zo kan ik hem met een gerust geweten nazeggen: "de winter van 1929 kan een vergelijking met die van 1890 best doorstaan".
Aldus begint m:ijn overzicht van de winter van 1929 in mijn eerste winter-aantekeningenboekje, waarin ik toen als jongen van 14 jaar de belangrijkste gebeurtenissen van een winter - de vorstperiode - placht op te schrijven.
Het was ook maar niet even een sensatie, werkelijk voor het eerst van mijn leven een echte winter te beleven, en dit feit maakte zo'n indruk op me dat ik besloot, zoveel mogelijk kranten uitknipsels en foto's die ik kon bemachtigen, te bewaren en later in te plakken. Hetgeen na afloop van de winter ook gebeurde en zo bewaar ik aan dit eerste plakboek, waarin een ieder die het las zijn handtekening moest plaatsen, nog steeds prettige herinneringen.
Met het maken van aantekeningen was ik feitelijk al enige jaren eerder begonnen, maar aangezien het toen niet erg winterde, wilde mijn verzameling niet groeien. Nù was, er opeens stof in overvloed en zo kan ik, aan de. hand van mijn eerste winter aantekeningenboekje, een vrij behoorlijk verslag van deze bijzondere winter weergeven.
Bij de beschrijving van deze eerste winter zijn echter enkele hiaten ten aanzien van de temperatuur en de weersgesteldheid ontstaan, mede veroorzaakt door mijn, toen nog jeugdige leeftijd. Ook was het in die tijd nog de gewoonte om het aantal graden vorst af te lezen in graden Fahrenheit, zoals oudere lezers zich nog wel zullen herinneren.
Vandaar de verhalen over tenminste "dertig graden vorst", maar men vergat daarbij te vermelden dat men de thermometer van Fahrenheit bedoelde. (Omgerekend in Celsius ca. - 17 tot ten hoogste - 20 C., zijnde de laagste temperaturen welke in 1929 zijn waargenomen).
Ook mijn eigen waarnemingen heb ik in een later stadium omgerekend in graden Celsius om verwarringen te voorkomen! December 1928 bracht geen vorst van betekenis en tijdens de eerste weken van januari 1929 lette ik er alleen maar op "of het wel vroor" en zo begint dan in chronologische volgorde mijn dagboek;
1 januari 1929
Na een heldere nacht begint het te vriezen, de sloten zijn 's ochtends met een dun vliesje ijs bedekt.
2-3 januari
Vriezend weer
4 januari
Het ijs is nu vier à vijf centimeter dik. Ik heb voor bet eerst weer schaatsen gereden maar op één slootje, verder kon het nog niet.
5-7 januari
Het blijft vriezen en zondag 6 januari heeft het ook gesneeuwd.
8 januari
Op mijn verjaardag nog steeds vorst, de gewone sloten zijn nu berijdbaar maar de Gouw, de Weelsloot en andere grotere wateren nog niet.
9-12 januari
Aanhoudende vorst; we hebben nu ook op de Gouw gereden, maar het ijs is daar nog steeds niet geheel vertrouwd.
13 januari
Dooi!
14 januari
Opnieuw vorst, het ijs is nu tien centimeter dik.
15-16 januari
Vorst, maar er is ook sneeuw gevallen. Slecht berijdbaar ijs.
17 januari
Nog meer sneeuw! We hebben gereden op de verlichte ijsbaan van de B.V. Noord aan de Euverenweg. De baan ligt er prachtig bij.
18-19 januari
Nu weer twee dagen dooi.
20 januari
Vandaag een IJs-zondag, want het heeft weer gevroren. De sneeuw is van het ijs afgedooid, nu is het spiegelglad en er werd in het Westzijderveld druk gereden.
21-25 januari
Dooi en vorst wisselen elkaar regelmatig af en ook valt er wat sneeuw, maar het ijs is nog steeds vertrouwd.
27 januari
Evenals de vorige week, is het vandaag opnieuw een IJS-zondag, het heeft weer aardig gevroren en overal wordt nu geschaatst.
De oudste ijsvereniging van ons dorp, de JJsclub "Westzaan" - opgericht 11 januari 1868 - die de laatste jaren weinig van zich liet horen, is nu ook weer ontwaakt. Er werd een nieuw bestuur gekozen en men heeft op de Weelsloot een baan uitgezet. 's Avonds is ook deze baan verlicht en er wordt druk gebruik van gemaakt.
28 januari
Het begint nu toch echt op een strenge winter te lijken, want zo staat er in mijn dagboek:
'beladen handkarren, fietsers, enz., maken nu gebruik van het ijs. Een beladen vrachtauto reed per ongeluk de berm af met het gevolg dat de auto op het ijs terecht kwam. Maar het ijs hield het best en wij vonden dat "enorm"!
29 januari
Lichte vorst. De dikte van het ijs is nu circa 16 cm.
30 januari
Wat regen en vorst, maar ik ga nu op de schaats naar school. Dat is prettiger dan op de fiets over het hobbelige Guispad.
31 januari
Vandaag weer een dooi-dag, maar ik geloof niet dat het lang duurt.
De winter van 1929, februari
1 februari
Er zit nog heel weinig verandering in het weer. Overdag heeft het wat gedooid, maar 's nachts vriest het weer, zodat het ijs hetzelfde blijft.
2 februari
Op de banen van de B.V. "Noord" aan de Euverenweg werd vandaag een wedstrijd in het "hardtogen" gehouden; het was een heel leuk gezicht en er kwamen veel mensen kijken.
3 februari
Het heeft vannacht heel hard gevroren, wel ruim - 9 C. en het is dus opnieuw een IJS-zondag. Op het Alkmaarder meer zijn er wedstrijden voor "paard en ar", hardarren dus, dat was sinds 1917 niet meer voorgekomen.
Vandaag is hier in Westzaan een heel ernstig ongeluk gebeurd, wat veel indruk op ons heeft gemaakt. "De Zaanlander" van 4 februari geeft hiervan het volgende verslag (oude spelling):
VIJF MENSEN DOOR HET IJS GEZAKT.
"Een droevig ongeluk speelde zich zondagmiddag op de Nauernaschevaart, nabij de Watertoren af, waar vier mensen en een kind door het ijs zakten. Het echtpaar J. Hos, wonende te Assendelft, kwam met zijn vijfjarig dochtertje en zijn ouders E., wonende te Westzaan, bij de Watertoren waar zij de Nauernaschevaart wilden oversteken, naar Westzaan.
Dit was door enkelen al eerder gedaan, maar bleef niettemin een waagstuk omdat zaterdag de boten er nog doorheen vaarden, zodat slechts schotsen aan elkaar waren gevroren. Het gezelschap was reeds de vaargeul over, toen zij op een plaats kwamen waar het zaterdag nog open lag en de mensen plotseling door het ijs zakten. Gelukkig werd het ongeval direct opgemerkt door enkele personen en de aldaar wonende familie Koopman, die direct met stokken en touwen te hulp snelden.
Door de drenkelingen toe te roepen elkaar goed vast te houden, kon men deze, hoewel met moeite, redden doch het meisje was reeds direct onder het ijs geschoven en was op dit moment niet meer te vinden.
De heer Schipper, wonende te Nauerna en bekend als een uitstekend zwemmer, bedacht zich geen moment en na een touw om zijn middel te hebben gebonden, sprong hij te water. Hoewel twintigmaal onder het ijs dook, waren zijn pogingen vruchteloos. Het bleek dat het water flink stroomde waant even daarna zag men het meisje aan haar rode haarlint onder het ijs doorschuiven. Direct werd een ladder op het ijs geschoven en de heer C. Filmer, wonende te Haaldersbroek, begaf zich met een touw om zijn middel liggend op de ladder naar de plaats en wist daar met zijn vuist het ijs stuk te beuken, waardoor hij het meisje boven water haalde. Dr. de Jong, die direct op de plaats des onheils was, trachtte de levensgeesten op te wekken, doch de eerste pogingen brachten geen teken van leven.
Het kind werd toen bij de familie Koopman binnengedragen en hoewel mevrouw en dokter de Jong bijna een uur met de grootste ijver trachtten door toepassing van kunstmatige ademhaling de levensgeesten weer op te wekken, was helaas hun werken vruchteloos. Ook de overige drenkelingen hadden zich bij de familie K. van droge kleren voorzien, waarna zij later per auto naar hun woonplaats werden teruggebracht. Hoewel zeer velen hebben meegewerkt om hulp te verlenen komt zeker een woord van hulde toe voor de moedige pogingen tot redden van de jeugdige S. die zonder dralen zich op de ladder begaf en verschillende malen een eind onder het ijs dook maar jammerlijk niet het geluk had, het meisje te kunnen vinden".
Geen wonder dat dit ongeluk zoveel indruk maakte; zelf ben ik ook ooggetuige geweest van de moedige reddingspogingen van de heer Schipper en zal dit niet licht vergeten.
5 februari
Het is in deze winter heel wonderlijk, hoeveel keer vorst en dooi elkaar afwisselen. Gisteren leek het er al op dat er verandering in het weer zou komen; nu heeft het zelfs een beetje geregend en het is mistig maar toch zit er weer vorst in de lucht!
6-8 februari
Het blijft deze dagen flink vriezen, de 7e vroor het zelfs vrij streng op het ijs neemt dus nog steeds in dikte toe, het is op vele plaatsen al meer dan 20 cm dik, dat is Paardenijs!
9 februari
BEGIN VAN EEN STRENGE KOUDE.
Met mijn vader en twee broers, maakte ik vandaag mijn eerste ijstocht naar het Alkmaarder Meer. Die dag zal ik niet licht vergeten want het was voor de eerste keer van mijn leven, dat ik het prachtige Alkmaarder Meer als èèn grote ijsvlakte vóór mij zag. Bovendien was het doordringend koud en woei er een harde wind. Later werd het zelfs ondragelijke koud zodat wij ons eigenlijk moesten haasten, om thuis te komen.
Ook werden er vandaag op het Zwet bij Wormer grote wedstrijden gehouden om het schaatskampioenschap van de Zaanstreek met als inzet "De Zaanlander" wisselbeker. Niet minder dan 53 deelnemers uit vrijwel alle Zaangemeenten hadden zich voor deze wedstrijden opgegeven (300 meter gestrekte baan). Winnaar en dus kampioen van de Zaanstreek werd D. Tel uit Zaandam die, bijna in recordtijd (29 sec.) de baan aflegde; tweede werd K. Boekel te Wormer.
De avond van die 9e februari is eveneens vermeldenswaardig, want het blijkt dat het nu pas ernst met Koning winter gaat worden.
De harde Oostenwind neemt steeds meer in kracht toe en 's avonds vriest het al -8 C. Het blijkt dat het in de nacht van zaterdag op zondag ruim -15 C (= zeer strenge vorst) heeft gevroren.
10 februari (zondag)
Midden overdag vriest het ("in de zon") -7 C. Harde Oostelijke wind en heldere hemel. Enorme koude in vrijwel geheel Europa. Rome meldt zoveel sneeuw en ijs, dat de scholen daar worden gesloten omdat men er geen kachels op na houdt.
Zover is het hier nog niet; wat we wel meemaken, dat is een bevroren waterleiding (gebruiken water uit de regenput) en zelfs de me!k bevriest. Het is in huis haast niet warm te stoken en op mijn slaapkamer vriest het -8 C, zoiets heb ik nog nooit meegemaakt.
Er wordt in het binnenveld weinig geschaatst, 'het is niet te harden van de kou'zegt men hier, maar toch schijnen nog vele Zaankanters vandaag de traditionele tocht naar Marken te rijden; het lijkt me geen pretje! 's Avonds 8 uur vriest het alweer -12 C.
11 februari (maandag)
Nog steeds houdt de felle koude aan; het heeft vannacht zelfs - 16 C. gevroren. In Zaandam woedde een felle brand aan de Westzijde; sigarenmagazijn 'Jeronimus' plus een gedeelte van café "de Kroon" brandden af; bij de firma Vogelenzang (aan de overkant van de Westzijde) knapten de ruiten. De straat was met een dikke laag ijs bedek. Ook in Krommenie was er een flinke brand, daar gingen een woonhuis en een smederij verloren. Toch werd er ook nog geschaatst; de heer D. v.d. Woude te Zaandijk werd gisteren Kampioen van de Zaanstreek in het kunstrijden. En wat het ijs verder betreft, in de Zaan en het Noordzee-kanaal houdt men met de grootste moeite smalle vaargeulen open. De dikte van het ijs is in de Zaan 25 cm. Gaat er 's morgens om vijf uur een boot door, dan loopt men om acht uur (dus 3 uur later!) weer over de vaargeul!
De Zuiderzee is al lang voor alle scheepvaartverkeer gesloten; men loopt over zee van Hoorn naar Urk, of het niets is.
12 februari
Ook in de afgelopen nacht heeft het weer - 16 C. gevroren en overdag blijft het ondragelijk koud.
Opnieuw twee grote branden, ditmaal buiten de Zaanstreek. In Amsterdam ging het Flora theater verloren maar het ergste van alles is de zware brand in het prachtige Leidse stadhuis dat geheel verwoest werd. In de krant staat dat de brandweerlieden er uit zagen als "ijzige robots" en het water in de slangen stolde direct, zodra het uit de straalpijpen kwam. Ook van het interieur heeft men niets kunnen redden. Wat overbleef was een ontzaggelijke "ijsdraperie" aan de rokende gevels, zo schrijft de krant.
Vandaag was het ook de dag van de ELFSTEDENTOCHT in Friesland. Het navolgende, verkorte verslag, heb ik overgenomen uit de "Elfstedenkrant", een speciale uitgave van de Friese Elfstedenvereniging.
"Onder uiterst moeilijke omstandigheden, het vroor - 16 C. en er woei een harde, Oostelijke wind, werd vandaag in Friesland de Elfstedentocht gereden. Heftig en fel was de strijd om de eerste plaats, die Leemburg en Jongert elkaar betwistten. De Fries Leemburg wist echter te winnen en om 4.27. uur passeerde hij de eindstreep, acht minuten later gevolgd door Jongert.
Tot aan middernacht bleven de rijders binnenkomen, de meesten doodop, althans zeer vermoeid, maar toch nog met een glans van vergenoegen, dat zij hadden doorgezet en deze uitermate zware tocht hadden volbracht. Geen der dames bereikte het eindpunt".
En verder heb ik dan vernomen dat van de 98 wedstrijdrijders 54 de finish te Leeuwarden passeerden en van de 206 deelnemers aan de tocht 157 rijders in aanmerking kwamen voor het Elfstedenkruisje. Het is een barre tocht geweest....
13 februari
Een iets afnemende koude (- 11 C.) gepaard gaande met enkele sneeuwbuien. Toch blijft het ook overdag nog zeer koud. Bij Vreeswijk is men bezig een weg over de ijsschotsen van de rivier te maken, zodat men straks met auto's over de Lek kan rijden op de plaats waar eerst de schipbrug lag. De kranten staan vol met berichten over de koude, zelfs in Cannes aan de Rivièra ligt de sneeuw enkele decimeters dik.
14 februari
Ook vannacht weer zeer strenge vorst, nl. - 12 C. In het Oosten en Zuiden van ons land schijnt het nog veel harder te vriezen. Men rijdt nu per auto over de gehele Zuiderzee. Op sommige plaatsen zijn de schotsen echter zo hoog opgestapeld dat men een grote omweg moet maken! In de grote steden stookt men op straat vuren, om de voorbijgangers te verwarmen en voor bevriezing te behoeden. Dag en nacht zijn de ijsbrekers in de weer om een smalle vaargeul in het Noordzee-kanaal open te houden.
15 februari
Een pak sneeuw!. Ondanks de sneeuw houdt de strenge vorst aan met een temperatuur van - 13 C. Op sommige plaatsen in ons land is de thermometer tot onder het nulpunt van Fahrenheit gedaald (ca. - 18 C.). Vermoedelijk ook veroorzaakt door zgn. "nachtelijke uitstraling" tengevolge van het sneeuwdek.
16 februari
Nog steeds felle koude, waar maar geen einde aan schijnt te komen, het vroor ook vannacht weer - 12 C.. Het pontveer bij de Hembrug is voor alle verkeer gestaakt. Op vele plaatsen is het ijs nu 40 cm. dik en ligt in de ondiepe sloten tot de grond toe.
De lust om schaatsen te rijden raakt er bij vele mensen af, men heeft andere zorgen aan het hoofd. Bovendien ligt er veel sneeuw op het ijs, zodat van tochten maken geen sprake is. Wel zien we nu paard en ar op het ijs, dat hadden wij, jongens nog nooit gezien! We spreken nu echter niet meer van paardenijs, maar "autoijs", dat klinkt zoveel mooier.......
17 februari (zondag)
De koude is nu afnemend maar nog steeds houdt de vorst stand en het is dus vandaag weer een IJS-zondag. Maar nu lees ik in de krant dat het zaterdag bijzonder druk was in ... Scheveningen! De mensen beklimmen daar ijsruggen op het strand.
IJsblokken van meer dan drie meter hoogte zijn er geen zeldzaamheid. Ook verder in de Noordzee ligt veel ijs. De Scheveningse vissershaven ligt geheel dicht en op de andere haven wordt al sedert weken schaatsen gereden.
18-22 februari
Gedurende deze dagen van de nieuwe week is de koude gelukkig minder hevig maar het blijft vriezen en op 20 februari zelfs opnieuw - 12C. Onze waterleiding is nu al twaalf dagen bevroren en we gebruiken water uit de regenbak. Ook de melk en het zout zijn keihard. In Duitsland zijn de scholen gesloten want er heerst kolen gebrek.
23 februari
Dit is een bijzondere dag, want plotseling valt de dooi in; regenbuien en voor het eerst: Z.W.-wind! Nu, het was hoog tijd, want in de grote steden zat men bijna zonder water; hier, op het platteland, kunnen we ons altijd nog wel redden, maar in de stad is dat heel wat anders. Maar of de dooi zal doorzetten, dat valt nog te betwijfelen.
24 februari
Eerst nog flinke dooi, maar veel later op de dag daalt de thermometer onder het vriespunt en ziet het er dus naar uit, dat de winter nog niet voorbij is. Op het "Zaandijker wijd" werden vandaag nog Nationale wedstrijden gehouden, maar omdat het eerste dooide, kwamen er slechts 8 deelnemers aan de start, er waren 21 inschrijvingen. Winnaar werd W. Keetman uit Winkel.
25 februari
Het heeft vannacht weer een graad of vier gevroren en hebben we de schaatsen maar weer opgezocht, want het ijs is nu weer prachtig berijdbaar. We kunnen nu wel tot 's avonds zes uur schaatsen, dan wordt het pas donker, maar ook dat hindert niet, want je kunt er niet doorzakken!
28 februari
Hoewel het de laatste dagen van februari overdag wat dooide, blijft het 's nachts nog steeds vriezen en zo is er op de laatste dag van deze maand dus nog steeds geen einde aan de winter gekomen. De koude in de maand februari is echter wel heel erg geweest. Daarvan getuigt onderstaand stukje, uit het Handelsblad:
DE KOUDE IN FEBRUARI
Het vroor gedurende 526 uur.
De filiaal-inrichting van het Kon.Ned. Metereologisch Instituut meldt:
"Sinds de waarnemingen te Amsterdam in 1886 zijn begonnen, is Februari 1929 de koudste maand geweest met een gemiddelde negatieve afwijking van de ochtendtemperatuur van 8,3 C. Van de 672 uren die de maand telde, vroor het gedurende 526 uur; het vroor 279 uur onafgebroken. Het aantal vorstdagen (dagen met een minimum temperatuur onder nul) was 27, alleen 23 februari viel uit; het aantal ijsdagen (dagen met een maximum temperatuur onder nul) was 17.
De neerslag was buitengewoon klein, nl. 5,6 mm, tegen 43 gemiddeld; het aantal uren geregistreerde zonneschijn 115 tegen ongeveer 63 normaal. Alle hier gegeven getallen werden tot nu toe niet bereikt."
De winter van 1929, maart
1 maart
De Lentemaand is aangebroken en hoewel de temperatuur vooral overdag belangrijk stijgt, is er nog geen écht einde aan de winter gekomen. Maar de mensen krijgen er meer dan genoeg van en velen verkeren in moeilijke omstandigheden omdat ze zoveel extra brandstoffen moeten kopen. In de kranten wordt vaak dringend om hulp gevraagd. En er heerst in sommige delen van ons land zulk een bittere armoede, dat de regering heeft moeten ingrijpen met een extra steunregeling. Ook het scheepvaartverkeer is de dupe, de meeste goederen worden nu per auto en trein vervoerd. Er zij zelfs autowegen op de Zuiderzee en de Zaandammer J. Hooft Jr. maakte een autotocht vanuit Zaandam naar Kampen, Urk, Schokland en Enkhuizen.
Zondag 3 maart
Een historische en gedenkwaardige datum.
NATIONALE HARDRIJDERIJ OP DE ZAAN TE ZAANDAM (ZAANDIJKER WIJD)
Ca. 5.000 toeschouwers op het ijs, langs de baan.
Evenals op 24 februari, organiseerde de Zaanse V.V.V., in samenwerking met de ijsclub 'Willem Barendsz' bovengenoemde wedstrijden, waarvoor enorme belangstelling bestond.
54 van de beste hardrijders, allen amateurs verschenen aan de start; gereden zou worden de 500 meter, 1000 meter en 3.000 meter. Tengevolge van de overdag weer ingevallen dooi, moesten de wedstrijden voor de 3.000 meter worden afgelast. Dit was niet te verwonderen omdat de baan gedurende de wedstrijden geheel werd stuk gereden. Ook kwam er water op het ijs
Een nieuwigheid op de baan was, zo schrijft "De Zaanlander" van 4 maart 1929, een radio-luidspreker op het ijs. Het "ding" daverde zijn liederen over de vlakte en met het daarnaast versterkte Zaandijker orkest wist het er de stemming wel in te krijgen. Tegen 4 uur 's middags waren de wedstrijden afgelopen en vonden dus feitelijk een ontijdig einde, door de dooi veroorzaakt. Maar ondanks dat was het een dag die nog jarenlang in de herinnering zal blijven voortleven.
De uitslagen van het totaal klassement luidden als volgt:
1e prijs: T. Hooftman IJsselmonde 3 pnt zilveren molen
2e prijs: T. Book Purmerend 6 pnt zilveren molen
3e prijs: W. Keetman Winkel 8 pnt zilveren molen
4e prijs: C. Jongert Ilpendam 8 pnt zilveren molen
5e prijs: W. Kos Oudkarspel 10 pnt zilveren molen
6e prijs: N. Pronk Warmenhuizen 11 pnt zilveren molen
7e prijs: K. Schenk Wieringerwaard 14 pnt zilveren molen
8e prijs: C. Kos Oudkarspel 16 pnt zilveren molen
9e prijs: Tj. v. Goinga Beemster 20 pnt zilveren molen
10e prijs: L. v.d. Ruyt Amsterdam 22 pnt zilveren lepel
De tijden van de winnaar T. Hooftman, bedroegen op de 500 meter 51 sec., op de 1000 meter 2 min. 15 sec.
(Uitslagen overgenomen uit "De Zaanlander" van 4 maart 1929)
En voorts stond dit nog in de krant:
"Als men aannneemt dat 5000 personen aan gemiddeld gewicht van 50 kilo vertegenwoordigen, dan had het Zaandijker Wijd die middag dus 25.000 kilo te dragen".
Ook in ander opzicht was deze IJszondag van 3 maart 1929 gedenkwaardig. Deze dag leende zich nl. nog prachtig voor het maken van ijstochten. Vooral in de ochtend en de voormiddag was het ijs nog best berijdbaar, daarna begon het in te snijden. De wedstrijden op de Zaan heb ik zelf niet gezien, omdat we - en dat waren een hele klas Schoolvrinden en vriendinnen - een tocht naar Marken op het oog hadden. Helaas kwamen we niet zo ver, omdat het ijs op de Gouwzee tengevolge van de dooi totaal onberijdbaar was. Maar we reden dan toch tot Monnickendam en wat ik daar zag, zal ik mijn leven lang niet vergeten.
Een niet te schatten aantal mensen waren op de Gouwzee aanwezig en wat het sterkst tot mijn verbeelding sprak, dat was wel het grote aantal auto's die af en aan van Monnickendam naar Marken reden. Daarbij een groot aantal arresleden en nog veel meer ijsschuitjes, die over de vlakte scheerden, dat het een lust was om dit te zien. De vele koek-en-zopies konden het aantal mensen niet verwerken, zodat het een hele toer was om iets te drinken te krijgen. Later in de middag kwam er veel water op het ijs, maar er bestond natuurlijk geen enkel gevaar voor ongelukken, behalve een valpartij, dan werd je flink nat!
We hadden een heerlijke middag, maar waren toch maar wat blij, toen het Zaantje weer in zicht kwam, want ook in het binnenveld was het ijs 's middags slecht te berijden. Nog steeds bewaar ik zorgvuldig mijn krantefoto's van 'het gezicht op de Zuiderzee", anno 3 maart 1929. Ik zou ze niet graag willen missen!
4 maart
Twee maanden lang "berijdbaar ijs". Langzaam maar zeker komt er nu toch verandering in het weer; de zon wint in kracht en als er geen nachtvorst meer komt, zal het nu gauw gebeurd zijn.
6 maart
De dooi houdt aan, het ijs wordt slechter, maar is nog ontzettend dik, vanochtend heb ik nog gereden.
7 maart
De Zaan wordt opengebroken.
9 maart
Voor het laatst op de scbaats! Nog was vanochtend het ijs berijdbaar en heb ik in deze winter voor het laatste nog even gereden. Op vele plaatsen komen nu de waterplanten (wier) door het ijs heen, een gek gezicht.
12 maart
De Nauernase vaart wordt opengebroken. Ook in het binnenveld is men nu bezig het ijs te breken.
20 maart
De Zaan vrij van ijs. Overigens komen we er hier in de Zaanstreek gemakkelijk af. Op de grote rivieren is dat wel anders; men laat door soldaten het ijs met dynamiet springen om het kruien van het ijs zoveel mogelijk tegen te gaan.
Op de Zuiderzee stapelen de schotsen zich op en komen over de dijk heen. Van scheepvaart is daar nog geen sprake!
21 maart
Gisteren stond ik bij ons op de sloot voor het laatst op het ijs, dat kon ik nu eenmaal niet laten. Men is hier overal druk bezig om de waterleidingen te ontdooien. Hiervoor worden electrische apparaten gebruikt, hetgeen een geweldige verbetering betekent, want vele waterleidingen worden nu in korte tijd ontdooid. En daarmee ben ik dan aan het eind van mijn aantekeningen over de zo strenge winter van 1929 gekomen.
Alhoewel ik bij het begin van de winter dus verzuimde de temperaturen en de weersgesteldheid te vermelden, toch meen ik, dat een goed sluitend geheel is verkregen.
Men kan zich in elk geval nog eens goed realiseren, hoe koud het wel was in die beruchte winter, de wij wel nooit zullen vergeten!